06 God wil onwankelbare eerlijkheid
God wil onwankelbare eerlijkheid
Het moge moeilijk zijn voor mensen in hoge posities om het pad van onwankelbare integriteit te volgen, of men nu geprezen wordt of berispt. Toch is dat de enige veilige weg. Alle beloningen die zij mochten verkrijgen door hun eer te verkopen zou alleen maar adem zijn van verontreinigde lippen, of slakken die door het vuur verteerd worden. Zij die de morele moed hebben om oppositie te voeren tegen de ondeugden en dwalingen van hun medemensen - het kan zijn van diegenen die door de wereld geëerd worden - zullen haat, belediging en smaad ontvangen. Zij mogen uit hun hoge positie verwijderd worden, omdat zij niet verkocht of gekocht konden worden, omdat zij er noch door geschenken of bedreiging ertoe geleid konden worden om hun handen te bevlekken met ongerechtigheid. Het moge schijnen dat alles op aarde tegen hen samenspant; maar God heeft Zijn zegel geplaatst op Zijn eigen werk. Door hun medemensen mogen zij geacht worden als zwakkelingen, onbekwaam om een positie te bekleden; maar hoe anders denkt de Allerhoogste daarover. Zij die hen verachten zijn werkelijk onwetend. Terwijl de stormen van laster en smaad de oprechte gedurende zijn leven mogen achtervolgen en op zijn graf mogen slaan, heeft God het «welgedaan» bereid voor hem. Dwaasheid en ongerechtigheid zullen op zijn best een leven van onrust en ontevredenheid opleveren en aan het eind een doornig sterfbed. En hoevelen, als zij hun handelingen nagaan en de resultaten, daarvan, worden ertoe geleid om hun hand aan zichzelf te slaan om hun ongelukkige levensloop te beëindigen. En na dit alles wacht het oordeel en het laatste, onherroepelijke lot: Gaat weg. (S.T. 2-2-1882).
(4 B.C. 1171)
Wij hebben nu behoefte aan mensen die door en door betrouwbaar zijn, mannen die de Here volkomen volgen, mannen die niet geneigd zijn om te zwijgen als zij behoren te spreken, die van onkreukbare trouw zijn als het gaat om beginselen, mannen die geen ophef zoeken te maken, maar die ootmoedig wandelen met God, geduldig, vriendelijk, gedienstig, moedige mannen, die begrijpen dat de wetenschap van het gebed is om geloof te oefenen en werken te tonen die tot eer van God zijn en tot zegen van Zijn volk... Jezus volgen eist een grondige bekering aan het begin en een herhaling van deze bekering dag aan dag.
(Letter 39, 1899 l B.C. 1113 - E.G.White)