Nafthali
Nafthali
Nafthali, de zesde zoon van Jakob, was de tweede zoon van Bilha, de slavin van Rachel. De Bijbel vertelt niets over zijn persoonlijke levensgeschiedenis. Er wordt alleen verteld, dat hij vier zonen had, uit wie de stam Nafthali is voortgekomen. Maar de Joodse traditie zegt, dat Nafthali bekend stond als snelle loper. Hij werd door Jozef uitgekozen als één van de vijf, die de familie voor de farao vertegenwoordigden.
In Jakobs zegen bij zijn dood werd Juda vergeleken met een leeuw, Dan met een slang, Issaschar met een sterke ezel en Benjamin met een wolf. Maar: “Nafthali is een losgelaten hinde, hij laat schone woorden horen” (Genesis 49:21). Een hinde, of vrouwtjeshert, is een angstig dier. Het staat klaar om bij het geringste naderend gevaar te vluchten. Niemand zal proberen een hert als lastdier te gebruiken.
Nafthali duidt op een karakter dat heel verschillend is van dat van Issaschar, dat zich tussen twee lasten neerlegt. Of heel verschillend van het karakter van Juda, met zijn koninklijke macht. Toch bezit Nafthali een kostbare gave, waarnaar iedereen kan verlangen: “Hij laat schone woorden horen” Vrij van veel van de zware lasten en verantwoordelijkheden, die sommige broers moesten dragen, heeft hij de tijd om mensen op te zoeken, die neerslachtig en ontmoedigd zijn. En hij weet door zijn “schone woorden” wanhopigen te bemoedigen en treurenden te troosten.
Nafthali staat niet voor de onbedwingbare tong, die “door de hel in vlam gezet” wordt (Jakobus 3:5–8). Verre van dat, want “hij laat schone woorden horen” En “Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente” (Spreuken 16:24)
Laat niemand denken, dat omdat Nafthali “schone woorden” sprak, hij een lichtzinnig, instabiel karakter had. Want in de grote symbolische strijd in Megiddo zette Nafthali in het hooggelegen land zijn leven op het spel (Richteren 5:18). De letterlijke vertaling vanuit de oorspronkelijke taal is vol gevoel: “Zij gaven hun leven over in de dood” Ze waren vastbesloten om te overwinnen of te sterven. En daarom stortten zij zich in de grootste hitte van de strijd. Gods zaak was voor hen kostbaarder dan het leven. Ze schrokken er niet voor terug, in het hooggelegen land te vechten, waar ze blootgesteld waren aan de vurige pijlen van de vijand, wanneer het welslagen in de veldslag dat eiste.
Er zullen twaalfduizend uit de stam Nafthali zijn, die de hele eeuwigheid door “het Lam volgen waarheen het ook gaat.” Twaalfduizend mensen, die tijdens hun proeftijd op aarde “schone woorden” hebben gesproken. Ze hebben op moeilijke posten onbevreesd stand gehouden in hun werk. Ze waren bereid, om eerder hun leven te offeren dan de zaak van God in opspraak te brengen.
In Mozes’ laatste zegen zegt hij over Nafthali: “Nafthali, wees verzadigd met goedgunstigheid, en vol van de zegen van de HEERE” (Deuteronomium 33:23). Dat is zeker een situatie, waarnaar ieder kind van God mag verlangen: verzadigd te zijn met goedgunstigheid. De Heer schenkt veel gunsten aan iedereen, van wie de zonden zijn vergeven. Maar wat zijn we vaak ontevreden en ongeduldig, en gaan met een somber gezicht door het leven.
Omdat we niet “verzadigd met goedgunstigheid” zijn, zijn we ook niet “vol van de zegen van de HEERE” Een kind van God, dat zich voluit bewust is van wat het betekent, om gereinigd te zijn van de zonde en bekleed te zijn met de gerechtigheid van Christus:zo iemand is “verzadigd met goedgunstigheid” En als hij de vele zegeningen weet te waarderen, die hij uit de hand van de Heer ontvangt – en die dag na dag telt – die zal ontdekken, dat zijn leven “vol van de zegen van de HEERE” is.
Nafthali sloot zich bij de rest van Israël aan bij de kroning tot koning van David in Hebron. En het verslag vermeldt, dat zij in die tijd samen met andere stammen uit het noorden grote hoeveelheden voedsel meebrachten naar Hebron (I Kronieken 12:40).
Barak, uit Kedes in Nafthali, is de enige grote held uit deze stam, die in de Bijbel genoemd wordt. De strijd, die door hem onder aanwijzingen van de profetes Debora is uitgevochten, was in veel opzichten de grootste veldslag, die het oude volk van God ooit heeft geleverd. Het is een afschaduwing, of voorbeeld, van de grote strijd van Armageddon (Richteren 4:6–24).
Nafthali kreeg het gebied toegewezen aan de westoever van het meer van Galilea. Het strekte zich verder uit naar het noorden. Het was een vruchtbaar land. Tijdens de regering van Salomo was het één van de gebieden, waarover een landvoogd was aangesteld, onder gezag van Ahimaäz, een schoonzoon van de koning (I Koningen 4:7, 15).
Het gebied van Nafthali lag op de weg, waarlangs invallers uit Syrië en Assyrië trokken. Via het vruchtbare land van Nafthali konden Benhadad en Tiglatpileser voor het eerst proeven van de buit van de Israëlieten. In 730 voor Christus liep Tiglatpileser het hele noorden van Israël onder de voet. De stam Nafthali werd in gevangenschap naar Assyrië gevoerd.
In de tijd van Christus was de kust van het meer van Galilea niet langer in bezit van Nafthali. Maar het land zou nog veel beroemder worden dan toen het nog in zijn handen was. Jesaja had meer dan zevenhonderd jaar voor Christus geprofeteerd, dat het land van Zebulon en Nafthali een groot licht zou zien (Jesaja 9:1–2; Mattheüs 4:15–16). Dit ging in vervulling, omdat Jezus, het “Licht der wereld” in Galilea Zijn thuis had. Het is de wieg van het christelijk geloof. En aan de oevers van het meer van Galilea werden de voornaamste discipelen tot hun levenstaak geroepen.
O Galilea, heerlijk Galilea,
wat een herinneringen komen op, wanneer ik aan u denk!
Aan uw oever liep in de gedaante van een sterveling
de Heiland, die wij aanbidden.
De golven, die eens Zijn schip droegen,
zullen Zijn lof voor eeuwig laten klinken.
En uit uw diepten, geliefde zee,
horen wij de roep: “Kom, volg Mij”
De eeuwen door, die nog zullen komen,
zal uw naam Zijn lof voortdurend verkondigen.
Het is heilige grond, waarop Hij eens gelopen heeft:
de Vredevorst, de Zoon van God.
O Galilea, heerlijk Galilea,
uw gezegende naam zal heilig zijn
in elk klimaat, aan elke kust,
totdat de zon ondergaat, om nooit meer op te gaan.
– Mw. C.L. Schacklock
Samenvatting
Genesis 46:24:
De stam Nafthali is uit de vier zonen van Nafthali ontstaan.
Numeri 25:50:
De stam telde 45.400 man, toen zij het beloofde land binnentrokken.
Richteren 4:1–26:
Barak, uit Kedes in Nafthali, is de enige grote held uit deze stam.
Jesaja 9:1-2:
Christus’ werk aan de oevers van wat eens het grondgebied van Nafthali was, is in een profetie voorzegd.