gerechtigheid door geloof en reiging van het Heili
Ik ga br.Felix Lorenze, mijn beste vriend, vragen u te vertellen hoe br.Jones zijn moeder zalfde. Toen br.Lorenze nog niet geboren was bezocht zijn moeder speciale vergaderingen in de BattleCreek Tabernakel en hoorde br. Jones avond aan avond spreken. Wij zullen hem zijn verhaal in eigen woorden laten vertellen:
"Ik was vier jaar oud. Mijn goede moeder, die een heel vrome vrouw was, was al langer dan een jaar ziek. De dokters konden niet vinden wat de oorzaak was. In die dagen wisten de dokters niet zo veel. Op een nacht kwam de Here en sprak met mijn moeder. Ik vertel het u zoals zij het mij vertelde. Mijn vader was een werkman en hij was dikwijls weg van huis; maar deze keer was hij thuis. Hij hielp haar in haar kleren en zij ging met zijn hulp in een stoel zitten. Zij riep ons bij zich, mijn tweejaar oudere zuster aan de ene zijde en ik aan de andere zijde. Zij sloeg haar armen om ons heen en zei, "vannacht kwam Jezus en sprak met moeder. Hij vertelde moeder dat de Bijbel zegt, wanneer iemand ziek is, de ouderlingen van de kerk zouden moeten worden geroepen om te bidden. Dan gieten ze wat olie op het voorhoofd.(Ik zou het woord 'zalven' niet begrepen hebben) en zij zal genezen. Dan zal het haar weer mogelijk zijn om voor de kinderen te zorgen en haar werk te doen. Zou dat niet heerlijk zijn?" Het vereist heel wat geloof van een moeder om haar kleine kinderen te vertellen dat dat zou gebeuren.
Wij woonden in Cleveland,Ohio, in die tijd. Zij ging naar Buffalo,New York. Daar was een campmeting. Er waren heel wat predikers aanwezig. Het was in het jaar 1896. De broedersbaden voor haar. Br. A.T.Jones was degene die haar zalfde. Zij had de wondervolle boodschap van de rechtvaardiging door geloof verscheidene jaren daarvoor, van hem gehoord. Zij wandelde in de heerlijkheid van die wondervolle boodschap. Zij kwam gezond thuis, dank den Here. Zij stierf op de leeftijd van 87 jaar".
Br.Lorenze, hoopt u dat u misschien br.Jones zult ontmoeten in Gods koninkrijk?
Ik ben zo blij dat u mij die vraag stelt, broeder. Ik geloof, dat ik br.A.T.Jones zal ontmoeten als wij in de hemel komen. Ik ben er zeker van dat het gebeuren zal en evenzo Dr.Kellogg, omdat zij beide te maken hebben met een God die hen liefheeft en niet met broeders die hen graag beschuldigen. IK hoop dat ik niemand daarmee kwets. Zij faalden; ik ook. U ook? Wij hebben allemaal gefaald. Wij hebben allemaal fouten gemaakt. Maar ik hoorde die man zeggen en ik denk dat hij het eerlijk meende "Ik heb de gemeente niet verlaten. De gemeente liet mij in de steek".
93
Ik zou een lang verhaal kunnen vertellen, maar ik zal
het niet doen. Ik weet iets van de geschiedenis. Ik was leraar geschiedenis in onze gemeente, beide op de Academie en op het College. Ik weet de feiten. Zij komen doorgaans verdraaid over. Dr. Kellogg had tot de dag van zijn dood, ik geloof op 92-jarige leeftijd, de Bijbel open naast zijn bed, en hij was met de Heer verbonden. Zo was het ook met Jones. En ik hoop ook Waggoner daar te ontmoeten".
Dank u, br. Lorenze. Ikzelf sprak met de verpleger die br. A.T. Jones verzorgde voordat hij stierf. Hij verzekerde mij dat die man als een ernstig nederig christen stierf. Ik heb een copie van de brief die br.Waggoner schreef, juist een paar uur vóór hij een hartaanval kreeg die hem het leven kostte. De brief getuigt van een vrome, nederige, christelijke geest. Ik heb Dr.Kellogg niet gesproken, maar ik hoorde hem in Miami,Florida. Ik zal het hele verhaal niet vertellen, maar ik heb mijn hele leven geen man van 90 jaar gezien, die er zo jong en fris uitzag. Wat er ook gebeurd is, hij leefde zeker volgens de principes van de gezondheidshervorming.
Hier is een tekst waarop ik gaarne uw aandacht wil vestigen: "Daarom heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Jezus, die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld".(Hebr.3.1) Ik zou u willen vragen Jezus als onze Hogepriester te overdenken. Het is een titel die wij niet zo duidelijk begrijpen als eigenlijk zou moeten. De "Hogepriester" in Israël was een combinatie van arts, vriend, vader, vertrouweling, zielzorger, prediker en psychiater. Het was een mooie titel. Ik zou willen dat u Jezus leert kennen als uw Hogepriester. Veel in de Bijbel beschrijft Zijn werk als Hogepriester.
Wij zouden kunnen zeggen dat deze titel betekent dat Hij onze goddelijke Psychiater is. U kunt misschien zeggen, "ik heb zeker geen psychiater nodig!" Maar zonde is een ziekte, een ziekte met diepe wortels in onze ziel. Alleen Jezus kan haar genezen.
We lezen in Hebr.8.1, "Wij hebben zulk een Hogepriester die gezeten is ter rechterzijde van den troon der Majesteit in de hemelen, den dienst verrichtende in het Heiligdom, in de ware Tabernakel, dien de Here opgericht heeft, en niet een mens". De plaats waar onze Heer werkt, wordt "Het Heiligdom" genoemd.
In het boek 'Evangelism',blz.222, lezen wij:"Het juiste begrip van het dienstwerk in het hemels Heiligdom is de grondslag van ons geloof". Nu veronderstellen vele gemeenteleden, dat de Sabbat de grondslag van ons geloof is. Ik heb vele Afrikanen horen zeggen: "Het enige verschil tussen het geloof der Zevendedags Adventisten en de Zending van de Engelse Kerk, die daar heel bekend is, zou bestaan in de "leerstelling van de Sabbat" en "de doop door onderdompeling". Dat is niet waar. De werklijke grondslag van ons geloof is Het Heiligdom.
Nu uit "De Grote Strijd":
"Allen die licht over deze onderwerpen hebben gekregen, moeten getuigen van de belangrijke waarheden, die God hen heeft toevertrouwd. Het Heiligdom in de hemel is het middelpunt van Christus' verzoeningswerk ten behoeve van de mens. Iedereen die op aarde leeft, is erbij betrokken.(d.w.z. heidenen, Mohammedanen, blank, bruin, alle rassen, arm en rijk) het geeft inzicht in het verlossingsplan, het brengt ons tot aan het einde der tijden en onthult de overwinnende afloop van de strijd tussen gerechtigheid en zonde.— (Blz.450-451)
Het is onmogelijk echte gerechtigheid door geloof te begrijpen en
op prijs te stellen, mits gezien in het licht van de Heiligdomswaarheid. Daarom is dit thema het belangrijkste van onze serie lezingen. "Het is van het allergrootste belang dat allen deze onderwerpen grondig bestuderen en in staat zijn een antwoord te geven aan ieder, die hen uitleg daarover vraagt". Mijn gebed is, dat door Gods genade, u opgewekt, geinspireerd, en gemotiveerd mag worden, minder tijd aan uw TV-programma's en andere wereldse dingen te besteden, en meer aan het Woord Gods.
De "Openbaring van Jezus Christus" houdt zich bezig met Jezus als Hogepriester ... In hoofdstuk 1 zegt Johannes:
"En ik keerde mij om, teneinde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en temidden van de kandelaren iemand als eens Mensenzoon".(vers 12)
Johannes zag Hem dus in wat bekend is als het eerste gedeelte van het hemels Heiligdom, Het Heilige. Hier een schematische voorstelling van de ark, door Mozes gebouwd.
In de eerste afdeling, 'Het Heilige', was een tafel met daarop 12 broden, die elke Sabbatmorgen door verse vervangen werden.(Dit was om aan te tonen dat wij elke Sabbatmorgen door vers brood des Levens gevoed moeten worden). Hier stonden de zeven gouden kandelaren, en hier was ook het wierookaltaar. Dit altaar behoorde feitelijk tot de tweede afdeling, maar het stónd v6ór het gordijn of voorhangsel.
De ark des Verbonds stond in de tweede afdeling, 'Het Allerheiligste met in de ark de tien geboden. Bovenop de ark stonden twee engelen als symbolen van de Cherubijnen, die hun vleugels beschermend uitbreiden over het verzoendeksel bij de troon van God in de hemel. Wanneer Johannes zegt dat hij de Zoon des mensen zag wandelen te
midden van de zeven gouden kandelaren, hij Jezus dus in de eerste afdeling van het hemels Heiligdom zag. Daar ging Jezus heen toen Hij ten hemel voer. In Openb.ll.19 lezen wij dat toen de zevende Engel zijn bazuin blies, tegen de tijd van het einde, de tweede afdeling werd geopend:"En de tempel Gods in de hemel werd geopend en de ark van Zijn Verbond werd zichtbaar". Bedenk dat de ark zich in de tweede afdeling van het Heiligdom bevond. Toen dus de zevende Engel de bazuin blies, ging Jezus van de eerste afdeling, waar Hij achttienhonderd jaar Zijn dienstwerk deed, naar de tweede afdeling. Dat zijn de twee fasen van Zijn dienstwerk.
Wij zullen nu niet teveel tijd wijden aan de bijzonderheden van de Heiligdomsdienst, ik bedoel dat wij nu niet veel aandacht zullen besteden aan architectonische bijzonderheden. Wat vanavond voor ons van belang is, is niet de grootte van het gebouw, of hoe het eruit ziet, maar de wijziging of verandering in het dienstwerk van Christus. De eerste afdeling vertegenwoordigt de eerste fase van Zijn dienstwerk en het tweede gedeelte vertegenwoordigt de tweede fase van Zijn dienstwerk. Dit is het onderwerp van onze studie.
In Hebr. 9, te beginnen bij vers 2, lezen wij:
"Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar (duidelijk de eerste afdeling) en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het "Heilige" genoemd; en achter het tweede voorhangsel was een tent, genaamd "Het Heilige der Heiligen", met het gouden reukofferaltaar en de ark des Verbonds, romdom met goud overtrokken.. Dit was dan aldus ingericht, en de priesters kwamen bij het vervullen van hun diensten voortdurend in de voorste tent (elke dag het hele jaar door). Maar in het tweede (gedeelte) alleen de Hogepriester éénmaal in het jaar, niet zonder bloed, dat hij offerde voor zichzelf en voor de zonden van het volk in onwetendheid bedreven. Daarmee gaf de Heilige Geest te kennen, dat de weg naar het Heiligdom nog niet openlag, zolang de eerste tent nog bestond. Dit was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd, in zoverre er gaven en offers gebracht werden, die niet bij machte waren hem die (God daarmee) dient voor zijn besef te volmaken".(vers 2-9)
Als u het boek der Hebreeën zorgvuldig leest, speciaal in de nieuwe vertaling, zult u vinden dat het thema van het boek 'volmaaktheid' is, in voorbereiding om gereed te zijn voor de komst van Christus. De dienst in het Heiligdom heeft daarop betrekking. In Leviticus 23.27 lezen wij: "Maar op de tiende van de zevende maand is de verzoendag". De verzoendag was de dag dat de Hogepriester het tweede gedeelte binnenging. Aangezien nu dat Heiligdom slechts een afbeelding was, zoals Paulus zegt, en het ware Heiligdom in de hemel is, moest de ware dag van verzoening (het tegenbeeld) aan het einde van de 2300 jaar komen. 'Dan', zei de Engel tegen Daniel, zal het Heiligdom gereinigd worden".
Wij zullen hier niet op de bijzonderheden ingaan,alleen houdt in herinnering, dat de 2300 dagen of jaren, eindigden in 1844, en dat de "leer van het Heiligdom" de reden is, dat er vandaag een Zevendedags-Adventistengemeente in de hele wereld bestaat. Toch is dit thema van het Heiligdom vele jaren verwaarloosd. Wij zijn bevreesd geweest over de practische kant ervan te spreken, omdat men dan zou kunnen denken dat wij ketters zijn. Zo is het. Als prediker moest ik die vrees overwinnen, en zo met mij vele anderen. De duivel heeft ons ertoe verleid deze belangrijkste waarheid, die we toch moeten begrijpen, te verwaarlozen. Laten we verder lezen:
"En dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn: In de zevende maand, op de tiende der maand, zult gij u verootmoedigen, en generlei werk doen... want op die dag zal
er voor u verzoening gedaan worden (Ellen White noemt dit 'de afsluitende verzoening') om u te reinigen, van al uw zonden zult gij gereinigd worden voor het aangezicht des Heren".--(Lev.16.29-30).
De reiniging van het hemels Heiligdom vereist dus eveneens de reiniging van het volk van God.
Weet u de ware reden van de gezondheidshervorming? Het is te leven in harmonie met de reiniging van het Heiligdom, want op de verzoendag vastte het volk. Dat is de betekenis van "u te verootmoedigen". Weet u de reden waarom Zevendedags-Adventisten geen juwelen dragen, de ware reden? Het gehele jaar door was het aan het volk van Israël,als zij wilden, toegestaan om juwelen te dragen; evenwel niet op de grote verzoendag. Op die dag kleedden zij zich heel sober, heel eenvoudig. Zij verootmoedigden zich.
Weet u, honderden jaren geleden, kon Gods volk volmaakt gerechtvaardigd worden, al besteedden zij hun levenskrachten om miljonairs te worden, evenwel is dat vandaag niet meer onze taak. Op de verzoendag mochten zij in het geheel geen werk doen. Natuurlijk moeten we werken om ons gezin te onderhouden. Dat is noodzakelijk; maar, vrienden, ieder die Christus nu in het geloof volgt in Zijn afsluitingswerk der verzoening, werkt alleen voor zijn dagelijks onderhoud; de hoofdzaak in het leven is anderen te helpen, om voorbereid te zijn op de komst van de Here. Het is niet onze taak vandaag nog grote fortuinen te vergaren, om wereldse dingen na te jagen. Heden is het een 'speciale dag'.
Weet u waarom wij geen sterke drank gebruiken? De ware reden? Het zal u misschien schokken, maar ik zal u de waarheid vertellen. U kunt in het Oude Testament lezen hoe Gods volk soms 'sterke drank' gebruikte. Zij gingen niet zo ver en werden dronken. Zij hadden
véél meer zelf-controle dan de arme mensen vandaag, na een zesduizendjarige erfenis van degeneratie. Echter op de grote verzoendag dronken zij in het geheel niet. Zij "verootmoedigden hun ziel" zodat hun geest helder zou zijn om het Hogepriesterlijk werk bij het reinigen van het Heiligdom helder en bewust te kunnen volgen. Dat is ook de reden waarom wij onze geest ieder moment helder moeten
houden. Daarom drinken wij geen koffie, thee, roken wij niet, gebruiken wij geen drugs. Wij leven in de grote dag der verzoening, terwijl de Hogepriester dat werk voltooit.
De Drievoudige Engelenboodschap is ons goed bekend. De boodschap van de derde Engel heeft als middelpunt de Heiligdomswaarheid. Wij willen nu in 'Eerste Ges"chriften' lezen, waar de dienstmaagd des Heren zegt:
"De derde Engel eindigt zijn boodschap op de volgende wijze:'Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus'. Toen hij deze woorden herhaalde, wees hij naar het hemels Heiligdom. De aandacht van al degenen die deze boodschap aannemen wordt op het Heilige der Heiligen gericht, waar Jezus voor de ark staat, voor de laatste maal intredende voor al degenen, die nog ontvankelijk zijn voor genade, en voor hen die onwetend de Wet van God overtreden hebben".--(Blz.304).
En zo vrienden, is de Heiligdoms-waarheid absoluut van levensbelang om het verlossingsplan en de Drievoudige Engelenboodschap te begrijpen.
Wij lezen verder:
"Satan probeert voortdurend fantastische veronderstellingen met betrekking tot het Heiligdom te berde te brengen, om daarmee de wondervolle bekendmakingen van God en het dienstwerk van Christus te verlagen tot iets, dat de vleselijke gezindheid is aangepast".-(Special Testimonies Series B, no 7 blz. 17).
Laten wij hier voorzichtig zijn, en niet concluderen dat dit naar voren gebracht wordt door een of andere afvallige broeder, die een dwaze theorie via een kleine offsetpers verbreidt. Ik ben
bang dat de duivel al veel te veel succes in onze gemeenten heeft, door onze aandacht af te leiden van de werkelijke vitale betekenis van de Heiligdoms waarheid. Zolang wij denken dat de Heiligdomsdienst van de Hogepriester een ritueel is dat ons niet aangaat, dat miljoenen lichtjaren ver weg ergens wordt uitgevoerd; zolang wij denken dat onze Here Zijn komst heeft uitgesteld en wij hier zitten te wachten op de Heer, tot Hij het uitstel van Zijn komen beëindigd heeft, dan heeft satan zijn doel bereikt. Wij denken dat wij trouw zijn door iedere week naar de gemeente te gaan en onze tienden te betalen enz., maar terwijl wij 'wachten' maken wij het ons zo gezellig mogelijk, door TV-kijken, veel geld verdienen, lui zijn, en geen zielen winnen -- en menen dat 'wij wachten op de komst van de Here'. Dat is precies wat de duivel ons wil doen geloven.
Wanneer wij de Heiligdomsleer bestuderen ontdekken wij dat deze waarheid ons heel persoonlijk aangaat. Let wel: "Hij (satan) neemt de leidende macht (van die waarheid) weg uit het hart van de gelovige"(Idem). Velen van jullie, jonge mensen, hebben op de aca
demie of misschien op het College, de Heiligdoms-waarheid bestudeerd. Misschien moesten jullie uit het hoofd leren welke voorwerpen in het Heiligdom stonden en de ceremoniën die hiermee verbonden waren, en toch heeft misschien niets echt tot uw hart gesproken -- niets u bewogen. Vrienden, tenzij de Heiligdoms-waarheíd uw harten beweegt, heeft de satan iets gedaan om het te bederven.
"In plaats van de Heiligdomsleer heeft satan fantastische theorieën uitgedacht om de waarheid van de verzoening waardeloos te maken, en ons vertrouwen te ondermijnen in de leerstellingen, die wij heilig hielden, sinds de boodschap van de derde Engel voor het eerst werd gegeven. Op deze wijze wilde hij ons beroven van ons geloof in de boodschap, die ons tot een bijzonder volk gemaakt heeft".--(Idem).
Steeds meer horen wij tegenwoordig zeggen:"Laten wij ons met andere kerken verenigen. Zij hebben de Geest Gods evengoed als wij". Velen geloven dat wij slechts "Ik-ook"-mensen zijn, die hetzelfde lied zingen, als alle andere kerken. Vrienden, dat is niet waar. GOD HEEFT AAN DIT VOLK EEN UNIEKE BOODSCHAP GEGEVEN. Wij moeten die alleen beter begrijpen. Als dat niet gebeurt zullen wij vreselijk bedrogen uitkomen. Lees in "Eerste Geschriften", blz.56 het kenmerkende van de verlegging van Christus' dienstwerk van de eerste afdeling naar de tweede:
"Daar aanschouwde ik Jezus, een Grote Hogepriester, staande voor de Vader ....(Hij was nu het Heilige der Heiligen binnengegaan). Zij, die met Jezus opgestaan waren, zonden hun geloof op tot Hem in het Allerheiligste en baden:"Mijn Vader, geef ons Uw Geest". Dan blies Jezus de Heilige Geest op hen. In die adem was licht, kracht en veel liefde, blijdschap en vrede".
Deze liefde nu is het thema van onze laatste boodschap. De enige bron van oprechte liefde is het dienstwerk van Christus in het Allerheiligste. Iemand die het dienstwerk van Christus in het Allerheiligste niet begrijpt, kan onmogelijk begrijpen wat "veel liefde" betekent.
"Ik keerde mij om, en zag het gezelschap, dat nog steeds v66r de troon neergebogen was (nog steeds biddend tot Christus in de eerste afdeling). Zij wisten niet dat Jezus deze reeds verlaten had. Satan verscheen bij de troon en trachtte het werk van God voort te zetten. Ik zag hen naar de troon opkijken en bidden:"Vader, geef ons Uw Geest". Satan blies toen een onheilige invloed op hen; daar was licht en veel kracht in, maar geen zoete liefde, blijdschap en vrede".--(Idem).
Vrienden, dat is afschuwelijk. In hetzelfde boek lezen wij verder: "Ik zag zoals de Joden Jezus kruisigden, de naam-chris99
tenen deze (drie Engelen-)boodschappen ook kruisigden, en zij daarom de weg niet kennen, die tot in het Heilige der Heiligen voert, en geen zegen kunnen putten uit het middellaarswerk van Jezus. Zoals de Joden hun vergeefse offers brachten (na de kruisiging van Christus), zenden zij hun vergeefse gebeden op naar de afdeling, die Jezus reeds verlaten heeft. Satan, verheugd over de dwaling, matigt zich een godsdienstig karakter aan en vestigt de aandacht van deze belijdende christenen op zichzelf en werkt met macht, tekenen en wonderen der leugen (en genezingen en vreemde tongen), om hen in zijn valstrik te verstrikken. Sommigen misleidt hij op de ene wijze en anderen op een andere wijze. Hij heeft verschillende dwalingen gereed, berekend om verschillende harten te treffen. Sommigen zien met afschuw op de ene dwaling, terwijl zij begerig een andere aannemen. Satan verleidt sommigen door het spiritisme. Ook komt hij als een engel des lichts (dit is de meest dodelijke), en spreidt zijn invloed uit over het land door middel van valse opwekkingen. De kerken (de populaire evangelische) zijn hierover verrukt en menen dat God op wonderbaarlijke wijze voor hen werkt, terwijl dat het werk van een andere geest is".--(Eerste Geschriften,blz.313)
0, hoe graag zou ik willen, dat iedere Zevendedags-Adventist zich hiervan bewust werd! Onder de invloed en het enthousiasme van de 1888-Boodschap, en de prediking van de broeders Jones en Waggoner zei Ellen White:
"Wij leven nu in de tijd van de grote verzoendag, en wij moeten in harmonie werken met Christus' dienstwerk in de reiniging van het Heiligdom van de zonden van het volk. Laat niemand die er naar verlangt om met het bruiloftskleed bekleed te worden, onze Heer in Zijn dienstwerk tegen staan. Zoals Hij is zullen Zijn volgelingen in deze wereld zijn. Wij moeten het volk nu bekend maken met het werk, dat wij door geloof, onze Hogepriester zien volbrengen in het hemels Heiligdom".-(Review and Herald, 21.1.1890).
Degenen,die niet met Jezus in Zijn werk in de hemelse hoven overeenstemmen, zullen achtergelaten worden en kunnen het zegel van de levende God niet ontvangen, voegt zij eraan toe.
Laten wij dus terugkeren tot deze "zeer kostbare boodschap", die de Here tot Zijn volk zond in 1888, en laten wij onderzoeken wat die boodschappers te zeggen hadden over de Heiligdomsdienst. Wat zij ons leerden gedurende die vele jaren is grotendeels verloren gegaan. Hier volgt een artikel van E.J.Waggoner, genoemd "Het uitwissen van zonde".
Voor we beginnen zal ik u uitleggen dat het uitwissen van zonden precies hetzelfde is als het reinigen van het Heiligdom
Zoals u zich zult herinneren, bracht de zondaar bij de dienst in het eerste gedeelte van het Heiligdom zijn zondoffer; dit was misschien een lam, dat hij met zijn eigen hand moest slachten. De priester nam het bloeden bracht het in het Heiligdom. Op deze wijze werd de zonde als het ware overgebracht van de zondaar op het slachtoffer, en van het slachtoffer in het Heiligdom. De zondaar werd vergeven, en er werd verzoening voor hem gedaan. De zonde was echter nog niet "uitgewist". Dit uitwissen gebeurde pas op de grote verzoendag, wanneer de Hogepriester voor dit werk het Allerheiligste binnenging. Dit is zeer kenmerkend, en uniek voor de boodschap, die de Here de Zevendedags -Adventisten heeft toevertrouwd. Deze waarheid is ervoor bestemd om de wereld in beweging te brengen. Laten wij nu Waggoner's opvatting lezen over het uitwissen van zonden:
"Het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zon
de, --wist alle ongerechtigheden weg..Wij moeten er voor waken te denken, dat het uitwissen van zonde zoiets zou zijn als een wissen met een natte spons over een lei, of een soort afboeken van een post in het grootboek, om de rekening in evenwicht te brengen. Dit is geen uitwissen van zonde. Een onwetend iemand, die voor de eerste keer een thermometer zag, dacht de hitte te kunnen verminderen door de thermometer te breken. Maar hoeveel effect had dat op het weer?-- Net zoveel als het uitwissen van het verslag van de zonde op de zondaar. Het uitscheuren van een blad uit een boek, of zelfs het verbranden van het boek, dat het zondenverslag bevat, wist de zonde niet uit. De zonde wordt niet uitgewist door het uitwissen van het zondenverslag, net zomin als het in het vuur werpen van de Bijbel, het Woord van God vernietigt".--(Review a.Herald,30.9.1902)
Zijn standpunt is dit: De reiniging van het Heiligdom is niet een ritueel dat triljoenen van lichtjaren ver weg plaatsvindt en geen uitwerking op u heeft. Waggoner stelt het feit vast,dat de reiniging van het Heiligdom een directe vitale relatie heeft met de harten van Gods volk.
"Al zouden alle aantekeningen van al onze zonden, zelfs als ze geschreven zouden zijn met de vinger van God, worden geschrapt, dan zou de zonde toch blijven bestaan, omdat de zonde in ons is. Al zouden al de aantekeningen van onze zonden in een rots gegrift staan, en de rots tot stof worden vermaald, zelfs dit zou onze zonden niet uitwissen.
Het uitwissen van de zonde is het uitdelgen ervan uit onze natuur, het wezen van de mens. Het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonden. Onze lichamen zijn slechts het kanaal, de rand, het zand aan de oever van
de rivier des levens. Indrukken zijn bij ons achtergebleven
door de zonde. Als u aan het strand een vlak stuk zand ziet, is uw eerste impuls er iets in te tekenen. Dan komt de vloed op, en elke golfslag die erover heen stroomt helpt die indrukken uit te wissen tot zij helemaal weg zijn. Evenzo zal de stroom des levens die van de troon van God komt, de indrukken van zonde, die op ons zijn, wegwassen en uitwissen.
De reiniging van zonde is het wegwissen ervan uit onze natuur, zodat wij die nooit meer kennen. "De aanbidders na eenmaal gereinigd te zijn", (zegt Hebreeën).. in werkelijkheid gereinigd door het bloed van Christus-"generlei besef van zonde meer hadden",(Hebr.10.2) omdat het wezen der zonde uit he„ verdwenen is. Zou men naar hun ongerechtigheden zoeken, dan zullen ze niet gevonden worden. Ze zijn voor altijd van hen weggedaan, --ze zijn vreemd voor hun nieuwe natuur, en zelfs al zouden zij zich het feit herinneren, bepaalde zonden begaan te hebben, de zonde zelf zijn zij vergeten-- zij denken er niet aan ze ooit weer te doen. Dit is het werk van Christus in het ware Heiligdom.."-(Rev.a.Her.30.9.1902)
Waggoner leerde dezelfde waarheid in "Christus en Zijn Gerechtigheid". Hij zei:
"Wanneer Christus ons bedekt met het kleed der gerechtigheid, is het niet zo dat Hij de zonde met een mantel bedekt, maar Hij de zonde juist wegneemt.(Het woord "vergeven" dat in onze Bijbel gebruikt wordt, betekent in het Grieks letterlijk "wegdragen", "wegnemen". Een zonde is niet werkelijk vergeven, tenzij ze is weggenomen. Met andere woorden, totdat u een zonde overwint, kan zij niet werkelijk vergeven worden, omdat de vergeving van de zonde, betekent, dat zij van u weggenomen wordt). Dit laat zien, dat vergeving van zonden méér is dan alleen maar een formaliteit, méér dan een aantekening in de gedenkboeken in de hemel, met als uitwerking dat de zonde vereffend is. Vergeving van zonden is een realiteit; het is iets tastbaars, iets dat een bezielende uitwerking heeft op het individu. Het maakt hem daadwerkelijk vrij van schuld; en als hij gereinigd is van schuld, gerechtvaardigd is, rechtvaardig gemaakt, heeft hij zeker een radicale verandering ondergaan. Hij is metterdaad een andere persoon".--(Blz.66).
Dit is vergeving van zonden, ziet u. En wat zegt Ellen White hierover?
"Maar vergeving heeft een bredere betekenis, dan velen veronderstellen.... Gods vergeving is niet slechts een rechterlijke handeling, waardoor Hij ons vrijmaakt van veroordeling. Het is niet alleen vergeving van zonde, maar vrijmaking van zonde. Het vloeit voort uit redden
de liefde die het hart omvormt".-"Mount of Blessings" blz.114)
Nu uit "De Grote Strijd":
"Zij die op de aarde leven wanneer het middellaarswerk van Christus in het hemels Heiligdom eindigt, zullen voor het aangezicht van een Heilig God moeten leven zonder Middellaar. Hun klederen moeten vlekkeloos zijn, hun karakters van zonde gereinigd door het bloed der besprenging".--(blz.397).
Denk nu niet, dat het uw eigen taak zal zijn dit te doen. Het
kan alleen volbracht worden door het bloed van Christus. U moet het kruis begrijpen en waarderen. Met dit bloed moet u bedekt en gewassen worden. U moet op de Rots vallen en "gebroken" worden. Al de oude, zondige trots, het grote egoisme, de trots op onze schoonheid, op ons lichaam, op onze welstand, onze persoonlijkheid, dit alles moet met Christus gekruisigd worden.
Weet u, sommige liederen in ons zangboek zijn heerlijk, maar sommige egocentrisch. Ven van de mooiste is die van Isaak Watts:
Helaas! Bloedde mijn Verlosser?
en stierf mijn Koning?
zou Hij Zijn heilig Hoofd
wijden aan zo'n worm als ik?
Was het voor misdaden, die ik begaan heb
dat Hij kreunde aan het hout?
Wonderbaar medelijden! Genade ongekend!
En liefde onbegrensd.
De schuld, die ik U ben verplicht:
Heer, God, Ik geef mijzelf aan U;
Dat is alles wat ik kan doen.
En dat is wat iedereen doet, die "het bloed der besprenging" waardeert, vrienden. Als u deze ervaring hebt doorgemaakt, zult u een nieuw mens zijn. Wij willen opnieuw in "De Grote Strijd" lezen:
Door Gods genade en door hun eigen vlijtige inspanning moeten zij overwinnaars zijn in de strijd tegen het kwaad. Terwijl het onderzoekend oordeel in de hemel plaatsvindt en de zonden van de gelovigen, die berouw hebben getoond, uit het Heiligdom worden verwijderd, moet er bij Gods kinderen op aarde een bijzonder werk van reiniging plaatsvinden, dat een einde maakt aan de zonde. Dit werk wordt in de boodschappen van Openbaring 14 duidelijker uiteengezet".--(Blz.397-398).
Ik zou u willen laten zien hoe onze broeders deze boodschap
van het uitwissen van zonde begrepen. Dit artikel is geschreven
103
door W.W.Prescott één van de mannen, die diep beïnvloed werden door de 1888-Boodschap. Het is een gedeelte uit een klein boekje, dat hij rond de eeuwwisseling schreef:
"Er is een verschil tussen de vergeving van zonden en het uitwissen van zonde. Er is een verschil tussen
de evangelie-prediking voor de vergeving van zonden en de evangelie-prediking voor het uitwissen van zonde. Altijd en ook heden is er een rijkelijke voorziening getroffen voor de vergeving van zonden. In onze generatie komt daarbij de voorziening voor het uitwissen van zonde. Het uitwissen van zonde is hetgeen dat de weg zal bereiden voor de komst van de Heer; het uitwissen van zonde is het dienstwerk van onze Hogepriester in het Heilige der Heiligen, in het hemels Heiligdom; Het maakt een verschil voor het volk van God in hun werk vandaag, in hun boodschap, en in hun ervaring, of zij het feit van de wijziging in het dienstwerk van Christus erkennen of ervaren... Dit zal duidelijk naar voren gebracht moeten worden in de boodschap van de derde Engel; en daarmee, natuurlijk, zal de duidelijkste openbaring van het evangeliewerk voor deze tijd komen: het uitwissen van de zonde in deze generatie, en zo de weg bereiden voor de komst van de Heer".-(The Gospel Message of Today, blz.53 W.W.Prescott)
Br. Jones maakt in de Generale Conferentie Bulletin, van 1893, duidelijk hoe dat plaatsvindt, en hoe onze zonden worden uitgewist:
"Als de Here ons zonden onder ogen brengt, waaraan
we nooit eerder gedacht hadden, toont dat alleen maar aan, dat Hij tot in de diepten (van onze harten) gaat, en Hij daar tenslotte de bodem zal bereiken; als Hij het laatst resterende zal vinden, dat onrein en vuil is, dat niet in harmonie is met Zijn wil, het omhoog en ons onder ogen brengt, en wij zeggen,"Ik wil liever de Here bezitten, dan dát" -- dan is het werk voltooid, en kan het zegel van de levende God op dat karakter gedrukt worden. (Aanwezigen 'Amen') Wat hebt u liever, een karakter--(Iemand in de vergadering begon de Here te prijzen, terwijl anderen begonnen rond te kijken), -- hoe het ook zij; wanneer veelmeer onder u de Here zouden danken voor wat u ontvangen hebt, dan zou er meer vreugde in dit huis zijn vanavond".
Wat wilt u liever bezitten? De volmaaktheid, de volheid van Jezus Christus, of minder dan dat: nog enkele verborgen zonden, waarvan u nooit bewust was?(Aanwezigen:'Zijn Volheid'). Maar ziet u niet, dat de getuigenissen ons zeggen, dat als er vlekken van zonden zijn, wij het zegel van de levende God niet kunnen ont
vangen? Hoe ter wereld kan dat zegel van God, dat de afdruk van Zijn volmaakte karakter is, in ons geopenbaard, op ons geplaatst worden, als er nog zonden in ons zijn? Hij kan het zegel, de afdruk van Zijn volmaakte karakter, niet op ons drukken totdat Hij Zijn eigen volmaakte karakter in ons ziet. (Het belangrijkste is, het moet daar gezien worden. Het moet uitgeleefd worden.) En dus moet Hij verder graven tot op de diepste, meest verborgen plaatsen waaraan we nooit gedacht zouden hebben, omdat wij onze eigen harten niet kennen".-(Gen.Conf.Bull.1893, Blz.404).
Ik ben bij het bestuderen van de boodschap van Jones en Waggoner en het opnieuw bestuderen van Ellen White, tot een conclusie gekomen. Ik geloof dat de reiniging van het hemels Heiligdom, het uitwissen van onze zonden, ook de reiniging van het onbewuste en onderbewuste van de menselijke geest inhoudt, waar nog steeds de wortels van zonden begraven liggen, waarvan we nooit gedroomd hebben. 1 Joh.1.9 is zeer duidelijk, "Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid". Maar vrienden, een zonde kan niet vergeven worden tenzij wij die belijden. En hoe kunnen wij onze zonden belijden die wij ons niet bewust zijn? Het is
het werk van de Heilige Geest, die dieper graaft en alle onbewuste zonden tot het bewustzijn brengt, totdat het werk tenslotte gereed is. Dan ziet de Here in ons de weerspiegeling van Zijn karakter.
"Wanneer wij als een volk, als lichaam, als gemeente de zegen van Abraham hebben ontvangen, wat dan? (Vergadering:"De Spaderegen"). De uitstorting van de Heilige Geest. Zo is het ook met de mens afzonderlijk. Wanneer de mens in Jezus Christus gelooft en de gerechtigheid verkrijgt door het geloof, dan wordt de Heilige Geest, wat de besnijdenis van het hart is, door hem ontvangen. En als het gehele volk, als een gemeente, de gerechtigheid door geloof ontvangt, de zegen van Abraham, wat zou er dan nog voor de gemeente in de weg kunnen staan, om de Geest van God te ontvangen? --(Idem 383).
Wel, het antwoord is natuurlijk: Niets. En dat is waar we staan-niets dan ongeloof staat de Spaderegen in de weg.
Jones was zo zeker van wat Ellen White gezegd had, dat de Spaderegen destijds had moeten vallen, en toen een volk voor de komst van de Heer gereedgemaakt en opgenomen zou worden. Maar het gebeurde niet! Zij namen de boodschap niet aan, en daarom stierven allen in de woestijn, tot de laatste man. Zover ik weet is er niet één persoon die destijds op de conferentie aanwezig was, nu nog in leven. Zij zijn allen ter ruste gegaan. De vraag is, vrienden, hoe staat het met u en mij? Zullen ook wij oud worden en grijs, met een stok lopen en tenslotte ten grave dalen? Zullen wij allen sterven
l05
en begraven worden en een volgende generatie komen, of zal Gods werk in deze, in onze generatie beëindigd worden? Het ligt aan ons om te beslissen.
In Jones' boek, "The Consecrated Way", zegt hij hetzelfde:
"Hij (Christus) redt uit de macht van de wet der erfelijkheid; en kan zó in gerechtigheid, aan iedere ziel die Hem ontvangt,Zijn goddelijke natuur en kracht schenken om ons boven die wet te stellen en te houden. --(Blz.43).
En deze staat van volmaaktheid, deze ontwikkeling in iedere gelovige tot het volmaakte beeld van Jezus --dit is de vervulling, de openbaring van de verborgenheid Gods, "welke is Christus in u, de hoop der heerlijkheid". Deze vervulling wordt voltooid in de reiniging van het Heiligdom, wat de voleinding betekent van de verborgenheid Gods, de uiteindelijke beëindiging van overtreding, en absolute beëindiging van zonde, de verzoening van ongerechtigheid, het aanbrengen van eeuwige gerechtigheid.. en het uitwissen van de zonde,is exact de reiniging van het Heiligdom....
Daarom zullen wij nu als nooit tevoren, tot berouw moeten komen en ons bekeren, opdat onze zonden uitgewist kunnen worden, en er een totaal einde aan gemaakt zal worden in ons leven, en dat voor eeuwig.... En dit alles moet gedaan worden zodat de boodschap van het evangelie van het koninkrijk Gods, die de oogst tot rijpen brengt, gepredikt zal worden in de gehele wereld met die kracht van omhoog, waardoor de aarde verlicht zal worden met zijn heerlijkheid".--(blz.124-125).
Wij staan voor een wonderbaarlijke uitdaging. Wij mogen opstaan en een werk doen dat in geen zesduizend jaar gedaan is; de gehele wereld zal de boodschap horen.
Deze oude waarheid, dat de reiniging van het Heiligdom een werk is van vitaal belang voor ons persoonlijk, is voor veel mensen van vandaag nieuw. Zij zijn eraan gewend daarbij te denken aan een soort 'ceremonie', die vele lichtjaren van ons verwijderd plaats vindt; en wij hier op aarde worden opgehouden, als passagiers in een bus, die motorpech heeft. De engelen zijn, hoe dan ook, op het schema achter geraakt bij het ritueel van het onderzoekend oordeel; de nog te behandelen dossiers hebben zich opgestapeld, en alles wat wij kunnen doen, is,één of andere manier vinden om ons te amuseren tot de achterstand is ingehaald. Zo komt het dat de dingen van deze wereld onze grootste belangstelling hebben, TVkijken, op vacantie gaan, mooiere huizen bouwen, veel tijd aan onze hobbies besteden, mdér geld willen verdienen. Wij denken dat dit de betekenis is van "werk totdat Ik kom".
Maar zodra wij ons realiseren dat de reiniging van het Heiligdom en het uitwissen van zonden een werk is, dat van levensbelang is
voor ons hier op aarde, dan beginnen wij wakker te worden. Hier is een uitspraak uit 1901:
"Deze reiniging van het Heiligdom gaat hand in hand met het werk der voorbereiding, om een volk te bevrijden van elke besmetting. Maar Christus is niet een ritualist; Hij is niet zoals een Rooms Katholiek priester, ver weg van het volk, met zijn rug naar de gemeente gekeerd, bezig met iets, waarvan zij geen deel hebben (miljoenen lichtjaren ver weg) en waarvan zij niets begrijpen; -- maar alles wat Christus voor het volk doet, doet Hij in hen".("British Present Truth", E.J.Waggoner, 1901).
Weet u, wij hebben tot op zekere hoogte, het onderzoekend oordeel verkeerd begrepen, omdat wij erover dachten vanuit een egocentrisch standpunt. Wij zijn net als studenten op school, die voor een examen opgaan en zeggen,"Als ik maar slaag!" Alsof dat het belangrijkste is. Wij hebben verzuimd te realiseren dat iets veel belangrijkers op het spel staat. Jones citeerde in de 1893-Bulletin een klein tractaat of getuigenis dat Ellen White uit Australie zond. Kort geleden kreeg ik een copie in handen van datzelfde kleine tractaat, "The Crisis Imminent", dit is een juist citaat:
"Iets groots en beslissends moet plaatsvinden, en wel spoedig. Bij enig uitstel zal het karakter van God en Zijn troon in opspraak komen".
Vindt u tachtig of negentig jaar een 'uitstel'? Jones' commentaar luidt:
"Broeders, door onze zorgeloze onverschillige houding, brengen wij Gods troon in gevaar. God is gereed. Zijn Gods dienstknechten gereed?(Dit is een geheel nieuwe gedachte!). Broeders, terwille van de Here en Zijn troon, laten wij uit de weg gaan, laten wij uit de weg gaan".--(Generale Conferentie Bulletin 1893,Blz.73).
Dit is een geheel andere benadering van het oordeel! Wat er in
het oordeel gebeurt, is niet een egocentrisch probleem voor ons, waarbij wij alleen maar bezorgd zijn, of wij er wel doorkomen of niet. Er staat iets veel groters en belangrijkers op het spel.
Een deel van die "zeer kostbare boodschap", die het begin van de "Spade Regen" inluidde, legde de nadruk op iets van veel groter belang: de rehabilitatie van Christus. Hoe dichter men komt bij het kruis van Christus, hoe minder men zich om zichzelf en zijn eigen veiligheid zorgen maakt. Men zal veel meer gegrepen worden door een bezorgd zijn over het grote gebeuren van de zegevierende afsluiting van de grote strijd tussen Christus en satan. Zoals steeds zien wij dat Jones en Waggoner in volmaakte harmonie waren, wat betreft hun opvattingen en hun presentaties. Hoewel zij gedwongen waren meestal hun werk ver van elkaar te doen, kwamen zij tot dezelfde conclusies. Merk op, wat Waggoner over dit onderwerp zegt!
"Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en over107
wint Uw rechtsgedingen", (Rom.3.4) God wordt nu door satan beschuldigd van onrechtvaardigheid en onverschilligheid, en zelfs van wreedheid. Duizenden mensen hebben
Maar het oordeel zal de rechtGod ten volle bewijzen. Zijn karakter, de mens, is in het geding. In het oorhandeling, van God èn van de mens, sinds alle facetten voor allen openbaar woralles in dat volmaakte licht gezien is,
zal God vrijgesproken worden van elke valse aanklacht,
zelfs door zijn vijanden".--("Signs of The Times"9.1.1896)
Wij allen kennen de boodschap van de eerste Engel uit het hoofd, "Vreest God en geeft Hem heerlijkheid". Wat betekent dat, 'Vreest'? Betetent het 'wees bang voor Hem, want Hij zal u straffen als u het niet doet'? Is vrees de motivatie die goede, toegewijde christenen voortbrengt? Neen, vrees betekent hier, 'Hem eerbiedigen, Hem eren, Zijn karakter van liefde zoals dat aan het kruis is geopenbaard, op prijs stellen'. En 'Hem heerlijkheid geven' betekent, Hem te helpen, Hem te rechtvaardigen, loyaal aan Zijn zijde te staan.
Waarom? "Want de ure Zijns oordeels is gekomen". Wij hebben altijd begrepen dat dit betekent, 'het uur waarin God ons oordeelt'. En toch zegt Jezus, "De Vader oordeelt niemand". De Vader heeft Zijn handen vrijgemaakt van alle oordeel. Hij zegt dat Hij er niets mee te doen wil hebben. Hij "heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegegeven".Joh.5.22. Jezus zegt verder in Joh.12.47 "En indien iemand naar Mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet!" De enigen, die Christus bereid is te oordelen, zijn diegenen die in Hem geloven, die Hij zal rechtvaardigen in het oordeel en hen verdedigen.
In het Grieks kan hier de genitief verstaan worden, zowel objectief als subjectief. Jones en Waggoner verstonden het als objectief, als lijdend voorwerp: het uur, wanneer God geoordeeld zal worden. Dr. Graham Maxwell zegt in een recent nummer van het
blad 'Spectrum', in een artikel getiteld 'Wat is het Goede Nieuws':
"Maar als God zo zou zijn als satan Hem uitbeeldt, hoe gemakkelijk had Hij dan de rebelse schepselen hebben kunnen wegvagen en opnieuw beginnen. Wanneer alles wat God verlangde, slechts blinde gehoorzaamheid was, hoe gemakkelijk had Hij dan niet de geest van mensen en engelen kunnen manipuleren en hen gedwongen hebben, te gehoorzamen! Maar liefde en geloof, de karaktertrekken waar God het meest naar verlangt, worden niet verkregen door dwang of geweld
zelfs niet door God zelf".
Je kunt door het inboezemen van angst, mensen niet tot christenen maken, vrienden. Vaders en moeders, door uw kinderen angst in te boezemen kunt u hen niet tot christenen maken of tot goede mensen. Dat wil God niet, het werkt ook niet.
"Daarom bracht God, in plaats van vernietiging, Zijn zaak voor het gerecht, teneinde Zijn gerechtigheid te bewijzen
en aan te tonen dat Zijn wijze van regeren van het universum de beste was voor allen, die het aangaat. God onderwierp nederig Zijn eigen karakter aan een onderzoek en oordeel door Zijn schepselen".--(Idem).
De grootste betekenis van de reiniging van het Heiligdom en het eindoordeel is niet zozeer onze eigen persoonlijke verlossing, maar belangrijker is de zuivering en de rehabilitering van Gods Naam. Dat is het werk, dat in 1844 moest beginnen. Gods volk moet daar deel aan hebben.
Ik zou u deze gedachte willen meegeven en het ook benadrukken:
"Er moet nog veel kostbare waarheid aan het volk geopenbaard worden in deze tijd van gevaar en duisternis". -(Testimonies on Sabbath School Work,blz.62).
"Wij bezitten slechts een glimp van de lichtstralen, die nog tot ons moeten komen".--(Review and Herald,3.6.1890).
"Grote waarheden die sinds de Dag van Pinksteren achteloos en ongezien zijn blijven liggen, zullen uit Gods Woord stralen in hun natuurlijke zuiverheid. Aan hen, die God waarlijk liefhebben, zal de Heilige Geest waarheden openbaren, die uit de gedachten verdwenen zijn, en Hij zal ook geheel nieuwe waarheden openbaren".--(Fundamentals of Christian Education, blz. 473).
Ja vriend, wees als een klein kind. Wees nederig en berouwvol. Vraag de Here u te leren. Was op in genade en kennis!(2Petr.3.18).
----------------------
Ik zou willen, dat u in gedachten met mij meeging naar de zitting van de Generale Conferentie in 1893. Stelt u zich voor, dat u in de vergadering zit en de spreker A.T.Jones die laatste dag van confrontatie beschrijft, waarop wij Christus van aangezicht tot aangezicht ontmoeten. Degenen, die denken,dat zij het verdiend hebben het Koninkrijk der Hemelen te mogen binnengaan, vol zelfvertrouwen aankloppen, en zeggen: "Here, open de poorten. Ik hoor hier thuis. Ik heb wonderen in Uw naam gedaan. Ik heb gepredikt en zieken genezen en al zulke dingen". Wat is het antwoord? "Gaat weg van Mij, gij die de ongerechtigheid doet".
"Wat zeiden zij? Wij_ hebben vele wonderen verricht; Wij deden dat; met ons is alles in orde; j zijn rechtvaardig; wij zijn goed, volkomen goed; daarom hebben wij_ het recht binnen te gaan. Open de deur". Maar "wij" telt daar niet, wel?
Op die dag zal er ook een ander gezelschap zijn -- een grote menigte, die geen mens tellen kan, -- komend uit alle naties, alle geslachten, tongen en volken; en zij
109
komen om binnen te gaan. Als iemand hen zou vragen,"Wat heb je gedaan om hier binnen te komen? Welk recht heb je hiertoe?" Dan zou het antwoord zijn: --"0, ik heb niets gedaan, waarmee ik het verdiend heb. Ik ben een zondaar, geheel afhankelijk van de genade van God. 0,
ik was zo ellendig, zo geheel en al gebonden en in zo'n slavernij, dat niemand mij kon redden, dan de Here alleen; zo armzalig, dat alles wat ik kon doen, slechts was, mij voortdurend door de Here te laten troosten; zo arm, dat ik aldoor bij de Here moest smeken; zo blind, dat niemand dan alleen de Here mij kon doen zien; zo naakt, dat niemand dan alleen de Here mij kon kleden; de enige aanspraak die ik heb is, wat Jezus voor mij gedaan heeft. Maar de Here had mij lief. Wanneer ik het uitschreeuwde in mijn ellende verloste Hij mij; wanneer ik in mijn verdriet getroost moest worden, troostte Hij mij steeds; wanneer ik in mijn armoede bad, gaf Hij mij rijkdom; wanneer ik in mijn blindheid Hem naar de weg vroeg, leidde Hij mij de gehele weg, en maakte, dat ik weer kon zien; toen ik zo naakt was, dat niemand mij kon kleden, wel, toen gaf Hij mij dit kleed, dat ik nu aanheb; en zo is alles wat ik kan laten zien, alles wat ik heb om te laten zien, om binnen te mogen, alles waarop ik aanspraak kan maken om binnen te kunnen gaan, alleen datgene, wat Hij voor mij heeft gedaan. En als dat mij niet helpt om binnen te komen, dan moet ik buiten blijven; en dat is dan ook rechtvaardig. Als ik buiten wordt gelaten, mag ik mij niet beklagen. Maar o, zou dat niet een reden zijn, binnen te mogen gaan en de erfenis te bezitten?"--(Generale Conferentie Bulletin,
1893, Blz.416).
Vrienden, hebt u ooit nagedacht over de betekenis van het Woord des Heren:"KOMT gij gezegenden Mijns Vaders"? Die mensen kwamen niet uit zichzelf, zij stonden achteraf, omdat zij zich niet waardig voelden om het Koninkrijk des Hemels binnen te gaan. Daarom moest de Here zeggen,"Kijk, ik nodig u uit. KOM. U bent degenen voor wie het bereid is". Is dat niet geweldig?
"Maar hij zegt,"Nu ... Er zijn enkele heel bijzondere personen hier aanwezig; zij willen volledige genoegdoening hebben over iedereen, die hier binnengaat. Wij hebben hier tien ondervragers. Wanneer zij iemand's zaak nagaan en zeggen, dat hij in orde is, wel, dan kan hij binnengaan. Vindt u goed, dat deze geroepen worden om uw zaak te onderzoeken?" En wij zullen antwoorden,"Ja, ja; want ik wil graag binnengaan, en ik wil mij wel aan ieder onderzoek onderwerpen; omdat zelfs als ik wordt buiten gesloten, ik niet mag klagen; want ik ben in elk geval verloren als ik aan mijzelf wordt overgelaten. "Goed", zegt hij dan, "wij zullen hen roepen". En dus worden de tien onderzoekers gehaald, en zij zeggen:'Zeker,
wij zijn volkomen tevreden over hem. Want, zijn verlossing uit de ellende, waarin hij zich bevond, is door onze Here tot stand gebracht; de troost, die hij steeds weer kreeg, die hij zo nodig had, gaf onze Here hem; de rijkdom, die hij heeft, wat hij ook maar bezit, zo arm als hij was, de Here gaf het hem; en blind, alles wat hij ook ziet, kreeg hij van de Here, en hij ziet alleen maar, wat de Here behoort; en naakt als hij was, het kleed dat hij draagt, gaf de Here hem,-- de Here weefde het, het is alles goddelijk. Het is alles Christus. Zeker, hij kan binnenkomen". (Hier begint de vergadering te zingen-
'Jezus betaalde het alles,
alles dank ik aan Hem; zonde liet een bloedvlek na, Hij waste het wit als sneeuw".)
Dan broeders, zal daar vanuit de poorten een stem vol zoete muziek te horen zijn, vol van tedere liefde en erbarmen van mijn Verlosser, --die stem zal zeggen, "Treedt binnen, gij gezegenden des Heren"(Vergadering: "Amen") Waarom staat gij buiten?" En de poort zal wijd openzwaaien, en wij zullen "een uitbundige intocht beleven in het eeuwigdurend Koninkrijk van onze Here en Verlosser, Jezus Christus". - (Idem, Blz.416-417).