Bijbeluitleg 4 De Reformatie

4. De Reformatie

Eén vervulling

Door de nadruk te leggen op het beginsel van de analogia Scripturae handelden de leiders van de Protestantse Reformatie onder de overtuiging dat «elk Schriftwoord maar één ware betekenis heeft» (1). Calvijn bijvoor­beeld, stond geen afwijken toe in esoterische (= geheime) allegorieën (zinnebeeldige uitleg) die zo kenmerkend waren voor de Katholieke uitleg in de Middeleeuwen. Hij stond erop «dat de ware betekenis (enkelvoud) van de Schrift de natuurlijke en klaarblijkelijke betekenis is, en daar moeten wij resoluut aan vasthouden» (2). Dat deze zaak echter nog steeds aan betekenis niets verloren heeft wordt bewezen door een verklaring van Ramm die beweerde: «Eén van de meest voorkomende zonden bij de uitleg van de Schrift, is dat een tekst op twee verschillende manieren wordt uitgelegd, waardoor de kracht van de letterlijke betekenis gebroken wordt en het Woord van God verduisterd» (3).
Men zou b.v. de bewering van Erich Sauer (1952) over de Heilige Schrift kunnen citeren: «Alles is historisch geconditioneerd en terzelfder tijd is het doordrongen met de eeuwigheid. Alles is tegerlijkertijd…… tijdelijk en boven de tijd verhe­ven.......Zij, de profeten, spreken over de terugkeer uit Babylon en tegelij­kertijd beloven zij de vereniging van Israël in het nog toekomstige koninkrijk.» (4).
1. Het probleem met de veelvuldige uitleg
De woorden die gebruikt worden om het verschijnsel dat we hierboven aangegeven hebben te identificeren tonen aan dat er een grote verschei­denheid bestaat. Willis J. Beecher geeft een lijst van aanduidingen die dikwijls naar voren gebracht worden - sommigen geven aan dat het Nieuwe Testament een nieuwe toepassing geeft. Dat wordt dan genoemd de tweeledige betekenis, de tweeledige toepassing, de veelvuldige vervulling of de anti-typische vervulling. Anderen geven aan dat het Nieuwe Testa­ment op de een of andere wijze niet uitgedrukte gedachten die aan het Oude Testament ten grondslag liggen in het Nieuwe tot uitdrukking komen m.n. specifieke profetieën of het wijzen op de belofte (welke zijn voorkeur heeft). Maar met betrekking tot al deze categorieën geeft Beecher zelf toe dat er een aantal wanhopige pogingen gedaan zijn. «Het zou gewoon eerlijk zijn als wij ze allemaal samen zouden vatten en zeggen dat het Nieuwe Testament de aangepaste of allegorische uitleg is van het Oude Testament.» (5)
Twee moderne bewegingen beroepen zich in het bijzonder op de hermeneutiek (Bijbeluitleg) van de "dubbele betekenis".
A.
Aan de ene kant staat daar het liberalisme dat alle authentieke voorzeggingen loochent. Het stiefkind, het neo-orthodoxisme heeft de mate van relevantie van de profetische tekst geprobeerd te bewaren, doordat een aantal geleerden een onderscheid hebben gemaakt, m.b.t. de Schrift, tussen «de betekenis, zoals die oorspronkelijk gegeven is en de betekenis, die door de hedendaagse uitleggers aangevoerd is en op een zogezegd hoger denkniveau ligt.» (6)
Er is een tak van Rooms-katholieke uitleggers die overeenstemmen met de gevolgtrekkingen van de liberale uitleg van het Oude Testament, maar die zich door de kerkelijke traditie nog steeds verbonden voelt om de profetische uitleg van het Nieuwe Testament, zoals het Nieuwe testa­ment de Oudtestamentische profetie uitlegt, te willen bewaren. Cuthbert Lattery bijvoorbeeld, neigt ertoe een verband te zien tussen Spreuken 30:19,20 en Jesaja 7:14. Hij beweert dat het zelfstandig naamwoord dat Jesaja gebruikt, dat algemeen vertaald wordt met maagd, ook overspeelster betekenen kan. (7) Verder deinst hij ervoor terug om de profetie te behandelen op een niet letterlijk manier of zijn toevlucht te nemen in de typologie (leer van personen en gebeurtenissen als typen voor een toekomstige ontwikkeling). (8) Daarom voert hij het beginsel in van de "compenetratie" d.w.z. dat de Godsspraak (orakel) «in de eerste plaats niet gegeven was m.b.t. de dingen van die tijd.» (9) Op deze wijze is hij in staat om bij een kritische benadering van Jesaja 7 tegelijkertijd vast te houden aan de traditionele Rooms-Katholieke benadering van Jesaja 7, zoals die plaats vindt in Mattheüs 1.
B.
«Aan de andere kant is daar het "dispensionalisme" met haar veronderstelling dat de kerk niet voorspeld kon zijn in de Oudtestamentische Schrift.» (10) Men krijgt de indruk dat haar verdedigers worstelen met een niet bestaande behoefte om het principe dat het Oude Testament betrekking heeft op de huidige lezers, te bewaren. (11) Dit tezamen met de overweldigende belangstelling van de beweging voor eschatologische (toekomstige) gebeurtenissen heeft geleid tot zulk een uitwas aan twee en meervoudige uitleg dat Berry, nadat hij een uitvoerige documentatie geeft (12), de beschuldiging uit, dat de historische achtergrond bijna volledig uit het oog verloren is. Hij beweert eigenlijk in een te algemene zin: «Zij geven de indruk dat ze eerlijk zijn in hun doelstellingen, maar zij hebben geen begrip van wat ware uitleg is.» (13)
Het probleem van de meervoudige uitleg wordt zichtbaar op die plaat­sen waar het Nieuwe Testament beweert, echt of schijnbaar (14), dat hier de vervulling van de Oudtestamentische voorzeggingen plaatsvinden. Maar de benadering die vele uitlegkundige handboeken aangeven, hoewel zij op onderdelen van elkaar verschillen, is de veronderstelling, dat er twee alternatieven zijn. Fairbairn werkt dit als volgt uit:
«De opinie die voorgestaan wordt, is dat aan de ene kant de voorzeg­gingen een dubbele betekenis hebben. De één is primair, de ander is secondair. Ofwel de ene is letterlijk en de andere mystiek. Terwijl aan de ene kant aangenomen en vastgehouden wordt dat de voorzeggingen maar één betekenis hebben, maar wanneer zij toegepast worden in de Nieuw­testamentische geschriften op een manier die niet in overeenstemming is met die betekenis, dan wordt aangenomen dat het alleen maar een een­voudige aanpassing is van de woorden.» (15)
Deze laatste visie was de overheersende visie van de oude liberale wetenschappers en zij werd vereist omdat ze tegen het bovennatuurlijke waren en voor de evolutie. Fairbairn die op de grondslag van de Nieuw­testamentische analogie, vasthoudt, dat de passages waar het hierover gaat, voorzeggingen waren, die sloegen op de Messiaanse tijd en hij verwerpt dus zo'n standpunt. «De ene betekenis, waarnaar gezocht wordt, was zo dikwijls verschillend van de werkelijke betekenis, dat vele delen (van de Schrift) beroofd werden van hun evangelische betekenis.» (16)
Wij moeten ons werkelijk afvragen of de dubbele of tweevoudige betekenis, werkelijk het enige alternatief is, op de ene betekenis die niet in overeenstemming is met het Nieuwe Testament. (17)
Er zijn drie redenen die pleiten voor het vasthouden aan het concept van de ene Nieuwtestamentische betekenis en die in tegenstelling staat tot de zogenaamde tweevoudige vervulling.
A. Als de Schrift meer dan één betekenis heeft, dan heeft zij helemaal geen betekenis.
De eerste komt voort uit het eigenlijke wezen van de hermeneutiek (Bijbeluitleg). John Owen, de zeventiende eeuwse puritein, heeft reeds lang geleden de stelling geopperd: «Als de Schrift meer dan één betekenis heeft, dan heeft zij helemaal geen betekenis.» (18) De meeste van de meer recente schrijvers zijn het met elkaar eens dat een tweevoudige vervulling onverenigbaar is met objectieve Bijbeluitleg. Ramm zegt: «Een passage heeft maar één echte betekenis. Als de passage meerdere betekenissen heeft dan zou ze niets meer betekenen.» (19) Fairbairn zelf ziet in dat een dergelijke benadering (de tweevoudige vervulling) onzekerheid geeft, wat de toepassing aangaat. Bovendien maakt het de betekenis te algemeen voor de praktische toepassing ervan. (20)
Toch hebben Fairbairn en anderen gepoogd om daarvoor in de plaats een aangepaste vorm van dubbele betekenis (vervulling) te stel­len, die gebaseerd is op de vorm van de Hebreeuwse poëzie. De aanwe­zigheid in de Schrift van beeldende taal is echter geen rechtvaardiging voor het concept van de veelvuldige betekenis. R.T. Chafer heeft te­recht opgemerkt: «De letterlijke betekenis van de woorden die in beeldspraak gebruikt worden moeten niet gezien worden als de bete­kenis van het beeld, veelmeer als de betekenis die bedoeld is door het gebruik van het beeld. In al zulke gevallen is er sprake van slecht één betekenis.» (21) Het meest algemeen is een beroep op de typologie (beeldspraak). Sauer merkt op: «Een typische profetie .... heeft een dubbele vervulling.... Het is een vervulling bij het verschijnen van het type..,, en het is een volledige vervulling als het type vervuld wordt in de Messiaanse ontwikkeling.... In deze zin is profetie met betrekking tot een Israëlisch koninkrijk dikwijls tezelfdertijd een voorzegging met betrekking tot de periode van de kerk.» (22)
Maar de typische benadering schiet op z'n minst op twee gronden tekort.
1.
Vele van de aangegeven passages voldoen niet aan de bovengenoemde definitie van een type of voorbeeld. In Psalm 40 bv. zegt O.S. Stearns doodgewoon op de woorden van Christus tot de Vader: "Ik heb lust om uw wil te doen", «de Psalmist was een type van Christus.» (23) Maar een type moet een betekenis bezitten die dezelfde is voor alle eeuwen. En hoewel David een lust had aan Gods wil, had dit geen bijzondere symbo­lische betekenis voor zijn tijdgenoten. Verder moet een type zo gedefini­eerd zijn dat het datgene wat nog in de toekomst ligt duidelijk voorafschaduwt. Maar Stearns zelf geeft toe, dat als David in Psalm 40 een type is dan kan de taal die daar gebruikt wordt toegepast worden op elke lijdende die zich vrijwillig onderwerpt aan de goddelijke wil. Verder moet een type door God bedoeld zijn, maar er is geen Bijbels bewijs dat God wilde dat de gehoorzaamheid van David een type zou zijn.
2.
Een tweede en meer serieuze oorzaak ontstaat omdat deze benadering de typologie die betrekking heeft op onderwerpen en handelingen die symbolisch zijn voor de toekomst, neemt, en ze met geweld toepast op mondelinge verklaringen, en dat is heel wat anders. Terry heeft deze drogreden die zo wijdverbreid is als volgt weergegeven:
«Omdat vele personen en gebeurtenissen uit het Oude Testament typen waren van grotere die nog zouden komen, daarom wordt veronder­steld dat de taal die op hen toegepast wordt ook een dubbele betekenis heeft. Van de Psalm 2 veronderstelt men dat die van toepassing is op David en op Christus en van Jesaja 7:14-16 dat het kind geboren uit de maagd leefde in de tijd van Jesaja, en ook op de Messias van toepassing is.... Maar het moet duidelijk zijn dat in geval van een type de taal van de Schrift geen dubbele betekenis heeft. De typen zelf zijn zo omdat zij bepaalde dingen in de toekomst uitbeelden, en dit feit moet gescheiden gehouden worden van de vraag over de betekenis van de taal die gebruikt wordt in die bijzondere passage.» (24)
B. Het bewijs van het Nieuwe Testament.
Er is een tweede reden voor de ene betekenis in het bewijs van het Nieuwe Testament. Lockhart heeft in dit verband de beslissende houding van Handelingen 2:29-31 beschreven in verbinding met Psalm 16, «Het argument van de apostel Petrus was dat het geen betrekking kon hebben op David zelf, maar omdat hij een profeet was, en voorzag dat Jezus op zou staan zonder dat zijn vlees verderving gezien had.… Het schijnt niet gemakkelijk te zijn om de betekenis van de woorden van de apostel mis te verstaan.» (25) Terry trekt daaruit volgende conclusie: «De woorden van de Schrift zijn bedoeld voor één bepaalde betekenis, en ons eerste doel moet zijn om deze betekenis te ontdekken en daar streng aan vast te houden.... Wij verwerpen de theorie dat de Messiaanse Psalmen, een dubbele betekenis hebben als misleidend en ongezond; de theorie dat zij eerst op David betrekking hebben of op één of andere heerser en ten tweede op Christus.» (26) In feite is het zo dat door het Nieuwe Testament te lezen men nooit de gedachte kan krijgen aan een dubbele uitleg of dubbele betekenis.

C. Het bewijs uit het Oude Testament

De derde reden om vast te houden aan de éne uitleg is het bewijs vanuit de Oud Testamentische samenhang. Fairbairn bv. geeft toe dat zijn begin­sel van de meervoudige betekenis in vele gevallen waar men het bewijzen wil in concrete gevallen te kort schiet. (27) Terry zegt eenvoudig: «De taal in Psalm 2 is niet van toepassing op David of Salomo, of op enige aardse heerser.... Jesaja 7:14 werd vervuld bij de geboorte van Jezus Christus (Matth. 1:22) en geen uitlegger is ooit in staat geweest om een voorgaande vervulling aan te wijzen» (28) «....Zoals Berkhof opgemerkt heeft, met betrekking tot de Psalmen "die gaan over het lijden en de overwinning van de Messias".... de diepere betekenis van de Bijbel is geen tweede betekenis. In al deze gevallen is er alleen sprake van de eigenlijke betekenis van de Schrift.» (29)
Voetnoten:
(1) Westminster Confession of Faith, 1:9
(2) Op Galaten 4:22
(3) Op citaat (1950 ed) p.87. Voor representatieve verklaringen over de vraag naar de dubbele vervulling zie John Davison, Discourses on Prophecy, p. 196 (pro via de weg van het type). Fairbairn, Typology boek I, hoofdstuk 5. Contra Terry op citaat p.383-389.
(4) The Dawn of world Redemption p. 145
(5) The prophets and the promise p.404
(6) C.F.K. Standahl, Biblical Theology, IDB, I:418-432
(7) The Emmanuel Prophecy: Jesaja 7:14 C.B.Q., 8,9 (1946-1947)
(8) 9(1947),151
(9) 8(1946),370
(10) Zie boven p.98
(11) Pentecost, bv. op citaat, p.46-47 beschrijft uitvoerig "de wet van de dubbele verwijzing" waarbij misschien de betekenis is van een combi­natie van twee elkaar opvolgende gebeurtenissen in één profetische con­text; maar hij spreekt ook van de "dubbele betekenis" binnen één enkele profetie, (zie voetnoot 277 verderop) Of van de ontdekking van Scofield die gedetailleerde punten uit het leven van Jezus haalde uit de haken en tafels van de tabernakel. Zie de Reference Bible p. 103 en 105.
(12) In het vinden van voorzeggingen over de eschatologische velds­ lagen van de Antichrist in Habakuk 1 of Daniël 8 of 9
(13) Premillianism and Old Test. Predichtion, p.6-12
(14) Pentecost op citaat p. 11 spreekt over Rachel wenend over haar kinderen als zijnde gedeeltelijk vervuld in Matth.2:17-18 hoewel Jeremia's Godsspraak er geen verbinding mee schijnt te hebben
(15) Typology 1:13
(16) zie bij de Psalmen S.o., I:136
(17) Cliniton Lockhart, in zijn Messianic Message of the O.T. heeft dat in detail uitgewerkt, en niet twee maar drie alternatieve benaderingen tot verschillende passages.
(18) In Terry op citaat p.493 cf. Berkhof, Principles p.58. "Het is absoluut vreemd aan het karakter van taal dat een woord twee, drie of meer betekenissen heeft in dezelfde samenhang. Als dat niet zo was, zou alle communicatie onder mensen volkomen onmogelijk zijn."
(19) Op citaat (1950 ed) p.88. Zo ook Terry op citaat p.413 "Het moment dat wij het beginsel accepteren dat delen van de Schrift een
verborgen of dubbele betekenis bezitten introduceren wij een element van onzekerheid in het heilige boek, en ontwortelen elke wetensschappelijke uitleg" en Berkhof op citaat p.57: «De Schrift heeft maar één enkele betekenis, en is daarom ontvankelijk voor een wetenschappelijke en logische uitleg..... Het aanvaarden van een meervoudige uitleg ... maakt elke wetenschappelijke uitleg onmogelijk, en opent een wijde deur voor alle mogelijke soorten uitleg.»
(20) Typology I:135 (21)The Science of Biblical Hermeneutics p.80,81
(22) Op citaat p.146-147 concludeert hij, «Vergeestelijken... het ene moet gedaan, het andere moet gelaten worden.» Cf. Fairbairn, Typology I:109 «David was in sommige gevallen een type van Christus.... Wat eerst had plaatsgevonden in de ervaring van het type moest wezenlijk vernieuwd worden in de ervaring van het grote Anti-Type.» Of Barrows op citaat p.618-622 over het argument van typische woorden (niet het historisch objectieve type) Zie bijzonder blz. 51-56
(23)A Syllabus of the Messianic Passages in the O.T. p.295. Zo ook Fairbairn Typology I:123-124. Hij beweert: «Wat plaats vond in hem
(David) was het begin en het beeld van wat tot stand gebracht moest worden....» Toch wordt hij elders op dezelfde pagina's gedwongen om toe te geven «Het is onmogelijk om door een faire uitleg van de taal er iets anders onder te verstaan dan alleen een beschrijving van Christus.»Loc.cit.
(24) Op. cit.p,384
(25) Op. cit.p.123-124
(26) Op. cit.p.384-385
(27) Typology 1:135
(28) Op. cit.p.384 Payne, "So-caUed Dual Fulfillment in Messianis Psalms" ET.S. (1953) 63-65
(29) Op. cit.p.59-60
Encylopedia of Biblical Prophecy, p. 221-226