Bid met een besluitvaardig geloof;
De Boodschap van de Luide Roep
door Ellen White
De boodschap van gerechtigheid door geloof
De Heer heeft ons in Zijn wonderbare genade een waardevolle boodschap gestuurd door middel van de ouderlingen Waggoner en Jones. Deze boodschap moest op een uitgesproken wijze de Verlosser en Zijn offer voor de zonden van de hele wereld verhogen. Het presenteerde de rechtvaardiging door het geloof in de Zekere. Het nodigde de mensen uit tot de gerechtigheid van Christus te komen, welke tot uiting komt in gehoorzaamheid aan al de geboden van God. Velen waren het zicht op Jezus kwijtgeraakt. Hun ogen moesten gericht worden op de goddelijke persoon, zijn verdiensten en zijn onveranderlijke liefde voor de mens. Alle macht is in Zijn hand gegeven, zodat Hij de rijke gaven mag uitdelen aan de mens, elke hulpeloze menselijke dienstknecht kan begiftigen met de onbetaalbare gave van Zijn eigen gerechtigheid. Dit is de boodschap die God aan de wereld wil geven. Het is de boodschap van de derde engel, welke verkondigd wordt met een luide stem en vergezeld gaat met de uitstoring van de Heilige Geest in overvloedige mate. {PH154 35.2}
De verhoogde Verlosser moet in zijn werk gesymboliseerd worden als het Lam dat was geslacht, dat zit op de troon, om de zegenen van het waardevolle verbond, de verdiensten waarvoor Hij gestorven is, kon bemachtigen voor elke ziel dat in Hem gelooft.
Johannes kon in woorden geen uitdrukking geven aan die liefde. Het was te diep, te wijd en hij roept de menselijke familie op om het te zien. Christus die in de hemelse rechtszaal pleit voor de kerk, pleit voor hen voor wie Hij de verlossing heeft betaald met zijn eigen bloed. Eeuwen en millennia kunnen nooit het effect van dit verzoenend offer verminderen. De boodschap van het evangelie van genade moest aan de kerk gegeven worden in duidelijke taal, zodat de wereld niet langer zou beweren dat Zevende-dags Adventisten steeds maar spreken over de wet, maar niet leren over of geloven in Christus. {PH154 36.1}
Geloof in het verzoenend bloed van Christus is het leven van de kerk
De verzoening door het bloed van Christus moest aan de mensen getoond worden met verkwikking en kracht zodat hun geloof zich kan vastklampen aan Zijn verdiensten. Zoals de hogepriester het warme bloed besprenkelde op het verzoendeksel, terwijl de geurwolk van het wierookaltaar voor God opsteeg, zo mogen onze gebeden, als wij onze zonden belijden en pleiten op de verdiensten van het verzoenend bloed van Christus, opstijgen naar de hemel, geurend naar de verdiensten van het karakter van onze Verlosser. Ondanks onze onwaardigheid, mogen wij altijd in gedachten houden dat er Een is die onze zonden kan wegnemen en elke zondaar kan redden. Elke zonde die met een gebroken hart beleden wordt voor God, zal Hij verwijderen. Dit geloof is het leven van de kerk. Zoals de slang in de woestijn verhoogd is door Mozes, en iedereen die gebeten was door de vurige slangen omhoog keek en leefde, zo moet ook de Zoon des Mensen verhoogd worden en “iedereen die in Hem gelooft zal niet verloren gaan, maar eeuwig leven hebben.” {PH154 36.2}
Tenzij hij het tot zijn levensdoel maakt om op de verhoogde Verlosser te zien en in geloof de verdiensten te accepteren die aan hem geschonken zijn, zal de zondaar niet gered worden, evenmin als Petrus op het water kon blijven lopen, tenzij hij zijn blik voortdurend op Jezus gericht hield. Het is het vastbesloten doel van Satan om onze blik van Jezus af te wenden en mensen naar mensen te laten kijken en in mensen te vertrouwen, en onderwezen te worden dat het belangrijk is hulp van mensen te verwachten. Jaren heeft de kerk opgekeken naar mensen, hulp verwacht van mensen en niet naar Jezus opgezien, in Wie onze hoop op eeuwig leven rust. Daarom heeft God zijn dienstknechten een getuigenis gegeven die de waarheid in Jezus in haar volheid naar voren brengt: de Boodschap van de derde engel in duidelijke taal. De woorden van Johannes moeten verkondigd worden aan Gods volk, zodat zij allen het licht kunnen zien en in het licht kunnen wandelen:
“Die van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt van de aarde. Die uit de hemel komt, is boven allen; wat Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij en zijn getuigenis neemt niemand aan. Wie zijn getuigenis aanvaardt, heeft bezegeld, dat God waarachtig is. Want Hij, die God gezonden heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij geeft de Geest niet met mate. De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in handen gegeven. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” –- Johannes 3:31-36 {PH154 37.1}
De rijkste gaven van God
Dit is het getuigenis, dat in iedere uithoek van de wereld gehoord moet worden. Het bevat en openbaart de wet en het evangelie en bindt die twee samen tot een perfect geheel (Zie Romeinen 5, en 1 Johannes 3:9 aan het einde van het hoofdstuk).
Deze kostbare schriftgedeelten zullen op elk hart indruk maken, opdat deze wordt geopend om hun boodschap te ontvangen. “Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht” – Psalm 119:130.
Aan hen die in hun hart berouwvol zijn. “Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven” –- Johannes 1:12.
Dezen hebben niet slechts een geloof in naam, een theorie van de waarheid, een op wetten gebaseerde religie, maar zij geloven in een doel, die ze zelf definiëren als de mooiste gave van God. Zij pleiten voor het geschenk, zodat zij aan anderen kunnen uitdelen. Zij kunnen zeggen: “Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade” –- Johannes 1:16. {PH154 38.1}
“Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden. Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben. Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt geworden. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem blijven en Hij in ons, dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft” -- 1 Johannes 4:8-13. {PH154 38.2}
Gods boodschap voor onze tijd
Dit is juist het werk dat God bedoelt dat de boodschap, die Hij zijn dienaren heeft gegeven, in het hart en geest van elk mens doet. Het is het eeuwig leven van de kerk om allereerst van God te houden en om hun naasten zoals zij zichzelf liefhebben. Toen er maar een beetje liefde voor God of de mens was, gaf God zijn boodschappers precies wat het volk nodig had. Degenen die de boodschap ontvingen werden zeer gezegend, want zij zagen de heldere stralen van de Zon der Rechtvaardigheid en leven en hoop ontsprong in hun harten.
Zij zagen Christus “Wees niet bevreesd,” is zijn eeuwigdurende verzekering, Ik ben … de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden.” “want Ik leef en gij zult leven” –- Openbaring 1:17,18.
Het bloed van het vlekkeloze Lam van God passen de gelovigen toe op hun eigen hart. Kijkend naar de grote Antitype mogen we zeggen: “Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit” –- Romeinen 8:34.
De Zon van Rechtvaardigheid schijnt in onze harten om ons de kennis van de glorie van Jezus Christus te laten zien. Van de dienst van de Heilige Geest zegt Hij: “Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen” –- Johannes 16:14.
De psalmist bidt: “Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein, was mij, dan ben ik witter dan sneeuw … Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest … Verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij … Hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen. Dan zal ik overtreders uw wegen leren, opdat zondaars zich tot U bekeren” -- Psalm 51:9,12-15. {PH154 39.1}
God wil dat wij deze grote thema´s bestuderen in onze gemeenten en als elk gemeentelid toegang geeft aan Gods woord, dan zal het licht en inzicht geven aan de onverstandigen. “Wie onder u vreest de HERE, wie hoort naar de stem van zijn knecht? Wanneer hij in diepe duisternis wandelt, van licht beroofd, vertrouwe hij op de naam des HEREN en steune op zijn God. Zie, gij allen die vuur ontsteekt, u met brandpijlen uitrust, gaat in de vlam van uw eigen vuur en onder de brandpijlen die gij aangestoken hebt. Van mijn hand overkomt u dit, in pijn zult gij neerliggen” -- Jesaja 50:10,11 (zie ook Jesaja 29:13-16, 18-21). “Zo zegt de HERE: De wijze roeme niet op zijn wijsheid, en de sterke roeme niet op zijn kracht, de rijke roeme niet op zijn rijkdom, maar wie roemen wil, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent, dat Ik de HERE ben, die goedertierenheid, recht en gerechtigheid op aarde doe; want daarin heb Ik behagen, luidt het woord des HEREN” -- Jesaja 9:23,24. {PH154 40.1}
Er was nooit eerder een tijd dat God zijn grote genade aan zijn uitverkoren volk wil manifesteren, dan in deze laatste dagen waarin zijn wet wordt vertrapt. De Heer is erg gesteld op Zijn rechtvaardigheid, Hij zal de wet groot maken en het eren. Wat zei God over Zijn volk? “Maar dit is een volk, beroofd en uitgeplunderd; men heeft hen allen in kerkerholen geboeid, in gevangenissen zijn zij weggeborgen; zij werden ten roof en er was geen redder; tot plundering en er was niemand die zeide: Geef terug” –- Jesaja 42:22. (Zie ook Jesaja 43). Dit zijn de profetieën die zullen worden vervuld.De bijbel verteld ons dat we moeten bidden zonder twijfel, met vast geloof ervan overtuigt zijn dat God getrouw is naar zijn Woord en dat Hij getrouw is in Zijn relatie met ons. Te bidden in geloof is er op te vertrouwen, dat Hij die een goed werk in ons is begonnen, ermee door zal gaan totdat het compleet is.
Jacobus 1:6-8 6 Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.7 Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen,
8 innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.
Filipenzen 1:6 Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.