48. Bid zonder ophouden
48. Bid zonder ophouden
1 Tessalonicenzen 5:17: bidt zonder ophouden.
Bid vaak tot uw hemelse Vader. De vaker u bidt, de dichterbij zal uw ziel getrokken worden in de heilige nabijheid van God. De Heilige Geest pleit voor de ernstige verzoeker met onuitspreekbare verzuchtingen en het hart zal door de liefde van God ontvankelijk gemaakt worden en onderworpen zijn. De wolken en schaduwen die satan op uw zeil werpt, zullen wijken door de felle zonnestralen van de Zon der Gerechtigheid en de binnenkamers van gedachten en hart zullen verlicht worden door het licht van de Hemel. (In Heavenly Places - 89)
We moeten bidden zonder ophouden en we moeten leven naar onze gebeden. Geloof zal buitengewoon toenemen. (The Publishing Ministry - 303)
Romeinen 12:12
Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed.
2 Timoteus 1:3
Ik breng dank aan God, die ik, evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien, dat ik u onophoudelijk mag gedenken in mijn gebeden, nacht en dag.
Lukas 18:1
Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen.
Efeziërs 6:18
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;
Psalm 55:18
Des avonds, des morgens en des middags klaag en kreun ik; Hij hoort mijn stem.
Handelingen 10:2
Een godvruchtig man, een vereerder van God met zijn gehele huis, die vele aalmoezen aan het volk gaf en geregeld tot God bad.
Psalm 1:2
Maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft,
en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht.
Kolossenzen 4:2
Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.
1 Petrus 4:7
Het einde aller dingen is nabijgekomen. Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden.
Lukas 21:36
Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.
Matteüs 26:41
Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
We moeten constant bidden, met een nederig gemoed en een zachtmoedige en nederige geest. We moeten niet wachten voor een geschikte gelegenheid om te knielen voor God. We kunnen bidden en praten met God waar we ons ook bevinden. (3 Selected Messages - 266)
Er is geen tijd of plaats dat niet geschikt is om een verzoek te richten tot God. Er is niets dat ons kan verhinderen onze harten in de geest in ernstig gebed te verheffen. In de menigte op straat , te midden van een zakentransactie kunnen wij een verzoek richten tot God en pleiten voor goddelijke leiding, zoals Nehemia deed toen hij zijn verzoek deed aan koning Artaxerxes. Een stil gesprek kan overal gevonden geworden. We moeten de deur van ons hart altijd open hebben en onze uitnodiging doen uitgaan tot Jezus om binnen te komen en in ons te blijven als een hemelse gast in de ziel …
Zij die hun harten geopend hebben om de steun en de zegen van God te ontvangen, zullen wandelen in heiliger sferen dan hier op aarde en zullen een constante verbinding hebben met de hemel. (Steps to Christ - 99)