44. Heerlijkheid
Numeri 14:21
Evenwel, zo waar Ik leef en de heerlijkheid des HEREN de ganse aarde vervullen zal.
1 Kronieken 16:24
Vertelt onder de volken zijn heerlijkheid, onder alle natiën zijn wonderen.
Kolossenzen 1:27
Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid.
Hebreeën 2:10
Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.
1 Petrus 4:12-13
Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid.
Openbaring 18:1
Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, nederdalen uit de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht.
Openbaring 14:6-7
En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; en hij zeide met luider stem: Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.
Jesaja 40:3
Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des HEREN, effent in de wildernis een baan voor onze God.