22. Wacht op de Here
Psalm 37:9
Want boosdoeners worden uitgeroeid, maar wie de HERE verwachten, zij zullen het land beërven.
Psalm 123:2
Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand van hun heren, gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand van haar gebiedster, zo zijn onze ogen op de HERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij.
Jesaja 30:18
Daarom verlangt de HERE ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de HERE is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten.
Jesaja 40:31
Maar wie de HERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.
Jeremia 14:22
Zijn er onder de nietigheden der volken, die het laten regenen? Of kan de hemel regenstromen geven? Zijt Gij dat niet, HERE, onze God? Zo zullen wij op U hopen, want Gij doet dit alles.
Psalm 27:14
Wacht op de HERE, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de HERE.
Psalm 37:34
Wacht op de HERE en bewaar zijn weg, dan zal Hij u verhogen om het land te beërven, de uitroeiing van goddelozen zult gij met vreugde zien.
Spreuken 20:22
Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op de HERE, Hij zal u helpen.
COL 147
Er is in eerlijk geloof een veerkrachtigheid, een evenwichtigheid in principes en een doelgerichtheid die niet door tijd of omstandigheden kan worden verzwakt. “Jongelingen worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen, maar wie de HERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.” -- Jesaja 40:30,31
Er zijn velen die ernaar verlangen om anderen te helpen, maar ze voelen dat zij geen geestelijke kracht of licht hebben om uit te delen. Laten zij hun smeekbeden voor de troon der genade brengen. Pleiten voor de Heilige Geest. God staat voor elke belofte die Hij heeft gemaakt. Zeg, met uw bijbel in uw hand: “Ik heb gedaan wat u mij gevraagd hebt. Ik pleit op Uw belofte: “Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. 10 Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden.” -– Lukas 11:9.
We moeten niet alleen bidden in de naam van Christus, maar in de inspiratie van de Heilige Geest. Dit wordt bedoeld als er gezegd wordt: “evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.” -- Romeinen 8:26
Het is Gods welbehagen zulke gebeden te beantwoorden. Als wij in oprechtheid en grote intensiteit een gebed in de naam van Christus uitademen, dan is er in dat ernstig gebed een belofte van God dat Hij spoedig ons gebed zal beantwoorden “oneindig veel meer … dan wij bidden of beseffen.” – Efeziërs 3:20
CH 380-381
Er zijn kostbare beloften in de Bijbel voor hen die wachten op de Here. Wij allemaal verlangen meteen antwoord op onze gebeden en we komen in de verleiding om ontmoedigd te raken als onze gebeden niet meteen beantwoord worden. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat dit een grote fout is. De vertraging is in ons voordeel. We hebben de gelegenheid in te zien waar ons geloof waarachtig en oprecht is of net zo veranderlijk als de golven der zee. We moeten onszelf vastbinden op het altaar met sterke koorden van geloof en liefde en geduld haar volmaakt werk laten doen. Geloof wordt gesterkt door voortdurende oefening.
MH 230
Onze verlangens en aandacht zouden zich moeten verliezen in Zijn wil. Deze ervaringen die ons geloof uittesten, zijn voor ons bestwil ….
Geloof wordt gesterkt door oefening. We moeten geduld haar volmaakte werk laten doen, en ons eraan herinneren dat er kostbare beloften zijn in het Woord van God, voor hen die op de Here wachten.
LHU 263
Een werker kan geen succes hebben als hij zich door het gebed tot God heen haast om zijn aandacht te geven aan een zaak die naar hij vreest vergeten of verwaarloosd dreigt te worden. Hij trekt er tijd voor uit om God alleen een paar haastige gedachten te geven, dat is alles. Hij gunt zichzelf niet de tijd om te bidden, te wachten op de Here voor vernieuwing van geestelijke en fysieke kracht.