20. Vrucht van de Geest: Zelfbeheersing
1 Korinthiërs 9:25
Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke.
2 Petrus 1:5-8
Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar.
“Wijzend naar deze wedstrijden als een symbool voor de christelijke strijd, benadrukt Paulus dat welke voorbereidingen nodig zijn voor het behalen van de overwinning in de strijd: allereerst discipline, een dieet van onthouding van het verkeerde, de noodzaak van zelfbeheersing.
“Iedereen die aan een wedstrijd meedoet, streeft ernaar de beste te zijn,” verklaart hij “en beheerst zich in alles.”
De renners legden elk genot af dat hun fysieke krachten nadelig zou kunnen beïnvloeden en door strenge en continue discipline oefenden ze hun spieren op kracht en uithoudingsvermogen, zodat wanneer de dag van de wedstrijd zou aanbreken, zij de hoogste inspanning van hun krachten zouden kunnen leveren.
Hoeveel te meer belangrijk is het dat de christen, wiens eeuwig belang op het spel staat, zijn eetlust en hartstocht onder controle brengt van zijn verstand en de wil van God!
Nooit mag hij toestaan dat zijn aandacht afgeleid wordt door vertier, luxe en gemak. Al zijn gewoonten en hartstochten moeten onder de strengste discipline worden gebracht.
Het verstand, verlicht door de onderwijzing in Gods woord en geleid door Zijn Geest, moet voortdurend de controle hebben.” {AA 311.1}