14. Het Evangelie met Kracht
Handelingen 1:8
Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Om anderen te kunnen overtuigen van de kracht van de genade van christus, moeten we weten dat die kracht in ons hart en ons leven is. (Ministry of Healing -- 469)
Handelingen 4:31
En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.
De waarheid voor deze tijd moet tot uiting komen als kracht in de levens van hen die erin geloven en moet uitgedeeld worden aan de wereld. (Testimonies, Vol. 9 – 22)
1 Tessalonicenzen 1:5
omdat onze evangelieprediking niet slechts in woorden tot u gekomen is, maar ook in kracht en in de heilige Geest en in grote volheid; gij weet trouwens, hoedanigen wij bij u geweest zijn om uwentwil.
Het evangelie moet gepresenteerd worden, niet als een levenloze theorie, maar als een levengevende kracht om levens te veranderen. God verlangt ernaar dat de ontvangers van Zijn genade getuigen zullen zijn van de kracht die ervan uitgaat. (Ministry of Healing -- 99)
Romeinen 1:16-17
Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven.
Het kruis van Calvarie moet hoog verheven worden voor de mensen, hun verstand in beslag nemen en hun gedachten vasthouden. Dan zullen alle geestelijke vermogens opgeladen worden met de goddelijke kracht die van God uitgaat. (Thoughts from the Mount of Blessing – 44)
Zij die wachten op de komst van de Bruidegom moeten tot de mensen zeggen: “Zie uw God.” De laatste lichtstralen van genadige licht, de laatste boodschap van genade aan de wereld, is een openbaring van Zijn karakter van liefde. De kinderen van God moeten zijn heerlijkheid weerkaatsen. In hun eigen leven en karakter moeten zij de goedheid die God aan hen gedaan heeft, openbaren. (Christ’s Object Lessons – 415)