01. Heilige Afspraak
Handelingen 8:26-40
En een engel des Heren sprak tot Filippus en zeide: Sta op en ga tegen de middag de weg op, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza. Deze is eenzaam. 27 En hij stond op en ging. En zie, een Ethiopiër, een kamerling, een rijksgrote van Kandake, de koningin der Ethiopiërs, haar opperschatbewaarder, was naar Jeruzalem gegaan om te aanbidden; 28 en hij was op de terugweg en las, in zijn wagen gezeten, de profeet Jesaja. 29 En de Geest zeide tot Filippus: Treed toe en voeg u bij deze wagen. 30 En Filippus liep snel erheen en hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zeide: Verstaat gij wat gij leest? 31 En hij zeide: Hoe zou ik dit kunnen, als niet iemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus in te stappen en naast hem te komen zitten. 32 En het gedeelte van de Schrift, dat hij las, was dit:
Gelijk een schaap werd Hij ter slachting geleid;
en gelijk een lam stemmeloos is tegenover de scheerder,
zo doet Hij zijn mond niet open.
33 In de vernedering werd zijn oordeel weggenomen:
wie zal zijn afkomst verhalen?
Want zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
34 En de kamerling antwoordde, en zeide tot Filippus: Ik vraag u, van wie zegt de profeet dit? Van zichzelf of van iemand anders? 35 En Filippus opende zijn mond, en uitgaande van dat schriftwoord, predikte hij hem Jezus. 36 En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? 37 [En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is.] 38 En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. 39 En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap. 40 Maar Filippus bleek te Asdod te zijn; en hij trok rond om het evangelie te prediken aan alle steden, totdat hij te Caesarea kwam.
God is de grote Meester Werker en door Zijn voorzienigheid maakt Hij de weg vrij opdat Zijn werk uitgevoerd wordt. Hij voorziet in gelegenheden, Hij opent de lijnen van invloed en stelt kanalen in werking. Als Zijn volk let op de tekenen van Zijn voorzienigheid en gereed staat om met Hem samen te werken, zullen zij een groot werk aanschouwen. 6T24
Jezus zag in iedere ziel een mens aan wie de oproep voor het koninkrijk gedaan moest worden. DA151
Er zijn velen die oprecht zoeken naar licht, die niet weten wat zij moeten doen om gered te worden. CM42
Over de hele wereld kijken mannen en vrouwen verlangend op naar de hemel. Gebeden en tranen en vragen gaan uit van zielen die verlangen naar licht, naar genade, naar de Heilige Geest. Velen zijn aan de grens van het koninkrijk en wachten alleen om binnengehaald te worden. AA109
Gods plan is om eerst te gaan voor het hart … door … persoonlijke evangelisatie in de huizen van de mensen leert de werker wat hun noden, verdriet, beproevingen zijn. En in samenwerking met de grote Lastendrager, deelt hij in hun verdriet, troost hij hun angsten, brengt verlichting in hun zielenhonger en wint hij hun harten voor God. AA527
Ga naar uw buren een voor een en kom dichterbij hen te staan totdat hun harten verwarmd worden door uw onzelfzuchtige interesse en liefde, die met hen meevoelt. Bid voor hen, kijk uit naar mogelijkheden om hen goed te doen. .. En als u dat kunt, verzamel een paar van hen om u heen en open voor hun verduisterd verstand het woord van God. Let goed op en maak gebruik van de voorrechten die God u geeft om samen met Hem te werken in Zijn morele wijngaard. RH 1888/03/13
Verzaak niet tot uw buren te spreken en hen goed te doen met alle mogelijkheden die u hebt, zodat u in ieder geval enkelen kunt redden.