27 Een heilige dienst
SIERAAD
Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Jakobus 5:14, 15.
VRAAG
Waarom zien wij niet meer uitwerkingen van de gave van genezing?
ANTWOORD
Gebed om genezing, een heilige daad
In het woord van God vinden we instructies over speciale gebeden voor genezing van de zieken. Het bidden van zulke gebeden is een heilige handeling en zal niet zonder zorgvuldige overweging mogen geschieden. In veel gevallen wordt bidden voor genezing van zieken een daad van geloof genoemd, terwijl het niet anders is dan aanmatiging. Jakobus 5:15-16
Wees bedacht op fanatisme en valse wonderdokters
Men vraagt zich af: “Waarom wordt er niet gebeden voor de wonderbare genezing van de zieken in plaats van energie te steken in het bouwen van sanatoria?” Als we dit zouden doen, dan zou het fanatisme weelderig tieren binnen onze kringen.
Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. Op die dag zullen velen tegen mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in Uw naam demonen uitgedreven en hebben wij niet vele wonderen verricht in Uw naam?” En dan zal Ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetverkrachters!”(Matteüs 7:21-23). Velen geven voor volgelingen van Christus te zijn, maar zij zijn het zicht op hun Leider kwijtgeraakt. Zij zeggen: “Here, Here.” Zij wijzen naar de zieken die zij hebben genezen en naar andere wonderen die zij hebben verricht. Zij geven voor dat zij meer van de Geest van God en de kracht van God bezitten dan hen die Zijn wetten onderhouden. Maar hun werken worden uitgevoerd onder leiding van de vijand van gerechtigheid, wiens doel is zielen te misleiden en wiens werkwijze is mensen af te leiden van de weg van gehoorzaamheid, waarheid en plicht. In de nabije toekomst zullen er steeds meer van deze wonderwerken plaatsvinden.
Ezechiël 34:1-6; Handelingen 19:13-20
We moeten geen genezing eisen, maar ons onderwerpen aan Gods wil
We waren vergaderd in gebed rondom het ziekbed van mannen, vrouwen en kinderen en hebben ervaren dat zij aan ons teruggegeven werden als
antwoord op ons ernstig en eerlijk gebed. Bij deze gebeden hebben we gedacht: “We moeten positief zijn en in het geloof om niets anders vragen dan om het leven.” We durfden niet te zeggen: “Het zal tot verheerlijking van Gods naam zijn,” bang als we waren dat dat een blijk van twijfel zou zijn. We keken vol ontzag naar hen die ons als het ware uit de dood teruggegeven werden. We hebben gezien dat sommigen, vooral jongelui, gezond werden en vervolgens God vergaten, immoreel werden, hun ouders en vrienden veel verdriet en wanhoop bezorgden en tot schande werden van hen die bang zijn om te bidden. Zij leefden niet om God te eren en te verheerlijken, maar om Hem te beledigen met hun losbandig leven.
Daarom zoeken wij niet langer naar een manier om onze wensen aan God op te leggen. Als het leven van de zieken Hem tot eer kan zijn, bidden wij dat zij mogen leven, maar bovenal dat niet onze wil, maar Zijn wil geschiede. Matteüs 26:42; Efeziërs 5:17
SAMENVATTING EN OVERDENKING
Tijdens de zitting van de Generale Conferentie in Utrecht (1995) was een speciale ruimte ingericht voor gebed en ondersteuning voor de bezoekers. Er zijn toen wonderen gebeurd als antwoord op oprecht en vurig gebed. Een predikant kwam uit Nieuw Guinea. De dag nadat hij van huis vertrok werd zijn baby ernstig ziek. Het kind, dat niet wou drinken en niet kon eten, kreeg de beste medische zorg, maar niets hielp. De vader kreeg bericht dat het kind zou sterven en wilde naar huis terug, maar hij kon geen bevestiging krijgen voor een eerdere vlucht. Hij ging de gebedsruimte binnen en geloofde dat de opdracht om te bidden nog net zoveel kracht bezat als in de tijd van de apostelen. Een paar broeders en zusters knielden neer en vroegen in Jezus’ naam dat het kind zou genezen.
De vader belde de volgende dag naar huis en hem werd verteld dat op het tijdstip waarop er gebeden was, het kind voor het eerst weer de ogen opende en om eten vroeg.
Laten we dankbaar zijn dat we een God hebben die gebeden hoort en beantwoordt en wonderen voor ons verricht.