39 Kom rust een weinig

Toen Jezus discipelen op een keer bij Hem terugkwamen van een vermoeiende tocht zag de Heiland dat zij uitgeput waren en Hij zei tot hen: “Komt hier en gaat met Mij alleen naar een eenzame plaats en rust een weinig.” Mark.6:31

Een weinig rust of ontspanning heeft een mens nodig en Jezus heeft getoond ook in deze behoefte te willen voorzien. Hoe stond Ellen G. White hier tegenover? Gunde zij zichzelf en haar medewerkers zo nu en dan een weinig rust? De feiten spreken voor zichzelf. Op een prachtige voorjaarsdag in April van het jaar 1876 maken Ellen White en haar medewerkers en ook personeel van de drukkerij in Californië die in 1874 was opgéricht, een uitstapje per boot op de baai van San Francisco.
De kapitein van het schip is een Zevende dags Adventist. Hoe geniet iedereen van het water. Als de kapitein het schip door de “GOUDEN POORT” naar buiten brengt op de oceaan bemerken ze dat de STILLE OCEAAN niet zo rustig is en sommige van de zusters hebben last van zeeziekte. Maar niet zuster White. Laten we zien hoe ze dit tochtje later beschrijft in een brief aan haar man:

“De golven liepen hoog op en we werden op en neer geslingerd op een grootse wijze, ik voelde mij als het ware in vervoering gebracht, maar voelde geen drang om met iemand te spreken. Het was groots. Het schuim spatte over ons heen, de waakzame kapitein gaf zijn orders, de matrozen gereed om te gehoorzamen. De wind was sterk buiten de “GOUDEN POORT” en ik heb nog nooit zó van iets in mijn leven genoten.” Dan gaat ze al mijmerend verder: “God houdt de winden in Zijn handen. Hij houdt de wateren onder controle. We zijn slechts stipjes op de brede, diepe wateren van de Stille Oceaan, maar engelen des Hemels worden gezonden om dit kleine zeilbootje te bewaken als het over de golven raast. Oh, de wonderbaarlijke werken Gods! Zo ver boven ons begrip! Met één blik aanschouwt Hij de hoogste Hemelen en het hart van de zee”.

Toen zij kort daarna schreef over Christus, die de storm stilde schreef ze:”Ik ben blij dat ik op het water ging; ik kan beter schrijven dan tevoren.” Ook feestelijke gelegenheden, in een goede sfeer gehouden, woonde zij graag bij. Wij lezen daarvan bijvoorbeeld in een artikel van haar hand in de Review and Herald van 29 JAn. 1884: “Aan het einde van het lange reis naar het Oosten bereikte ik mijn huis op tijd om Oudejaarsavond door te brengen op Healdsburg. De hal van de school was versierd voor een Sabbatschool conferentie. Slingers van cypressen, herfstbladeren, groene takken en bloemen waren smaakvol gerangschikt en een grote bel van groen hing in de gebogen doorgang van de ingang naar de zaal. De boom was wel beladen met geschenken en gaven, die bestemd waren om te gebruiken ten gunste van de armen en om een bel te kopen.
Behalve in een paar gevallen waren de namen van de gevers niet aangegeven; maar toepasselijke Bijbelteksten en gezegden werden voorgelezen toen de giften van de boom werden genomen. Bij deze gelegenheid werd niets gezegd of gedaan dat het geweten van iemand hoeft te bezwaren.

Sommigen hebben tegen mij gezegd: “Zuster White, wat denkt u hiervan? Is het in overeenstemming met ons geloof”? Ik antwoord hen: “Het is in overeenstemming met MIJN geloof”!
We hebben ernstig geprobeerd om de vakantietijd zo belangwekkend mogelijk te maken voor de jeugd en voor de kinderen. Ons doel is geweest om hen af te houden van de tonelen van amusement onder ongelovigen”. Uit alles blijkt dat zuster White hield van ontspanning en rust en dit ook van harte gunde aan anderen. De genoemde voorbeelden zouden met vele anderen zijn te vermeerderen, maar wij moeten hiermee volstaan. Ontspanning was bij Ellen White echter altijd waarachtige ontspanning. Zij hield zich verre van ieder amusement dat meer afbreekt dan dat het opbouwt. Maar zij verstond de woorden van Jezus, die tot Zijn vermoeide discipelen zei: “KOMT....EN RUST EEN WEINIG”.