27 Gedrag

“De liefde kwetst niemands gevoel.”

Hoffelijkheid
De waarde van hoffelijkheid wordt te laag aangeslagen. Velen die een vriendelijke aard hebben, hebben geen vriendelijke omgangsvormen. Velen die door hun eerlijkheid en oprechtheid respect afdwingen, ontbreekt het aan hartelijkheid. Dit gebrek staat hun eigen geluk in de weg en is een beletsel anderen van dienst te zijn. Juist door onnadenkendheid in dit opzicht vallen de prettigste ervaringen in het leven aan deze onhoffelijkheid ten offer.

Vooral ouders en onderwijzers moeten zich toeleggen op blijmoedigheid en hoffelijkheid. Allen kunnen een vriendelijk uiterlijk, een prettige stem, een beleefde manier van doen bezitten en dit zijn inderdaad elementen waarvan kracht uitgaat. Kinderen voelen zich aangetrokken tot mensen die warmte en opgewektheid uitstralen. Weest tegenover hen vriendelijk en innemend en zij zullen tegenover u en onder elkaar dezelfde geest aan de dag leggen.
Regels der etiquette
Ware hoffelijkheid leert men niet door enkel de regels van de etiquette na te volgen. Men moet zich steeds behoorlijk gedragen. Waar beginselvastheid niet in het gedrang komt, zal eerbied voor anderen er toe leiden dat heersende gewoonten worden nagevolgd. Werkelijke beleefdheid eist geen opoffering van beginsel aan vormelijkheid, conventie. Zij kent geen hokjesgeest. Zij leert zelfrespect, eerbied voor de waardigheid van de mens als mens, achting voor elk lid van de mensheid.

Overschatting van vormelijkheid
Het gevaar bestaat dat aan enkel de manieren en vormen een te hoge waarde wordt toegekend, en er te veel tijd aan opvoeding in deze richting wordt besteed. Het inspannende leven dat van de jeugd wordt gevraagd, het harde, vaak onsympathieke werk dat de gewone plichten des levens verlangen en nog meer de bemoeienissen voor de verlichting van ‘s werelds lasten ten aanzien van onwetendheid en rampzaligheid - dat alles laat weinig plaats over voor de beleefdheidsvormen.

Velen die op de etiquette grote nadruk leggen, tonen weinig eerbied voor alles, hoe voortreffelijk ook, wat niet met hun gekunsteld standpunt overeenkomt. Dat is een verkeerde opvoeding. Kritische hovaardij en benepen exclusivisme worden daardoor bevorderd.

Eerbied voor anderen
Het kenmerk van ware beleefdheid is eerbied voor anderen. De wezenlijke, vruchtdragende opvoeding is die welke het medeleven op een brede basis stelt en algemene vriendelijkheid bevordert. De zogenaamde beschaving die jonge mensen geen eerbied voor hun ouders leert, die hen niet ontvankelijk maakt voor hun goede eigenschappen of verdraagzaam tegenover hun gebreken, en hulpvaardig in hun behoeften; die hen tegenover de jeugd en de ouderdom en de ongelukkigen niet toegewijd en vriendelijk, edelmoedig en hulpvaardig maakt, en beleefd tegen iedereen, is een mislukking. Werkelijke beschaving in gedachten en manieren wordt beter geleerd in de school van de Goddelijke Leraar, dan door het navolgen van gestelde regels. Zijn liefde die bezit neemt van het hart, verleent het karakter die beschaving, waardoor het op den duur gaat harmonieëren met Zijn karakter. Deze opvoeding verleent een hemelse waardigheid en adel.

Zij verleent innemendheid en beschaafde manieren, welke nooit geëvenaard kunnen worden door het oppervlakkige vernisje van de moderne maatschappij.

De Bijbel schrijft hoffelijkheid voor en men vindt daarin tal van voorbeelden van de onzelfzuchtige geest, beminnelijkheid, de innemendheid welke ware beleefdheid kenmerken. En toch zijn dat slechts weerkaatsingen van het karakter van Christus. Al de waarachtige goedheid en hoffelijkheid in de wereld, zelfs onder degenen die Zijn Naam niet erkennen, zijn uit Hem. En het is Zijn verlangen dat deze kenmerken in Zijn kinderen volmaakt worden weerspiegeld. Het is Zijn bedoeling dat de mensen in ons Zijn schoonheid zullen aanschouwen.

De beste verhandeling over etiquetteDe beste verhandeling over etiquette ooit aan het papier toevertrouwd, is het kostelijke onderwijs gegeven door de Heiland, met de woorden van de apostel Paulus, ingegeven door de Heilige Geest - woorden die onuitwisbaar gegrift moeten zijn in het geheugen van ieder mens, jong of oud: -“Gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.” Joh. 13:34.
“De liefde is lankmoedig,
de liefde is goedertieren,
zij is niet afgunstig.
de liefde praalt niet,
zij is niet opgeblazen,
zij kwetst niemands gevoel,
zij zoekt zichzelf niet,
zij wordt niet verbitterd,
zij rekent het kwade niet toe,
zij is niet blijde over ongerechtigheid,
maar zij is blijde met de waarheid.
Alles bedekt zij, alles gelooft zij,
Alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
De liefde vergaat nimmer meer.”
1 Cor. 13:4-8

Eerbied voor Gods tegenwoordigheidEen andere kostelijke deugd die zorgvuldig gekoesterd moet worden, is eerbied. Waarachtige eerbied voor God wordt ingegeven door een gevoel voor Zijn oneindige grootheid en een besef van Zijn tegenwoordigheid. Elk kind moet een diepe indruk hebben van dit gevoel van de Onzienlijke. Men moet het kind leren, het uur en de plaats van de gebedssamenkomst en de kerkdiensten als heilig te zien omdat God daar aanwezig is. En wanneer de eerbied tot uiting komt in houding en manieren, zal het gevoel dat hiertoe bezielt, zich verdiepen.
Het zou voor jong en oud goed zijn die woorden van de Heilige Schrift, welke aantonen hoe de plaats die Gods bijzondere tegenwoordigheid aanduidt, beschouwd moet worden, te bestuderen, te overpeinzen en vaak te herhalen.
“Doe uw schoenen van uw voeten”, beval Hij Mozes bij de brandende braamstruik, “want de plaats waarop gij staat, is heilige grond”. Exod. 3:5.

Nadat Jakob het visioen van de engelen had aanschouwd, riep hij uit: “Waarlijk, de Here is in deze plaats, en ik heb het niet geweten... Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels”. Gen. 28:16,17.

“De Here is in Zijn heilige tempel. Zwijg voor Hem, gij ganse aarde”. Hab. 2:20.“De Here is een groot God,
Een groot Koning boven alle goden...
Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen,
Knielen voor de Here, onze maker.”
“Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe,
“Zijn volk, de schapen die Hij weidt.
Gaat met een loflied Zijn poorten binnen,
Zijn voorhoven met lofgezang,
Looft Hem, prijst Zijn Naam.”
Ps. 95:3-6; 100:3,4
Voor Zijn naam
Eerbied moet ook getoond worden voor de naam van God. Nooit moet die naam lichtvaardig of gedachteloos worden uitgesproken. Zelfs in het gebed moet de veelvuldige of nodeloze herhaling daarvan vermeden worden. “Heilig en geducht is Zijn naam”. Ps. 111:9.

Wanneer engelen die noemen, bedekken zij hun aangezichten. Met welk een eerbied moeten wij, gevallen en zondige mensen, die naam dan op onze lippen nemen!

Eerbied voor Gods Woord
Wij moeten eerbied hebben voor Gods Woord. Ook voor de gedrukte Bijbel zullen wij eerbied tonen en die niet zien als een gewoon boek of er zorgeloos mee omgaan. En nooit mogen we met een aangehaalde tekst een grap of spitsvondige zinspeling maken. “Alle woord Gods is gelouterd”; “gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd”. Spr. 30:5; Ps. 12:7.

Bovenal moet de kinderen geleerd worden dat ware eerbied aan de dag wordt gelegd door gehoorzaamheid. God heeft niets bevolen wat onnodig is, en er is geen andere manier om eerbied te tonen, die Hem zo behaagt als gehoorzaamheid tegenover datgene wat Hij heeft gesproken.

Eerbied voor superieuren
Eerbied moet getoond worden voor Gods vertegenwoordigers - voor predikanten, leraars, en ouders die geroepen zijn in Zijn plaats te spreken en te handelen. In de eerbied aan hen betoond, wordt Hij geëerd.

God verlangt ook bijzonder minzame eerbied voor bejaarden. Hij zegt: “De grijsheid is een sierlijke kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden”. Spr. 16:31. Zij vertelt van strijd en van behaalde overwinningen; van gedragen lasten en weerstane verzoekingen. Zij vertelt van vermoeide voeten die hun laatste rust naderen, van plaatsen die weldra open zullen zijn. Leer de kinderen dat zij daaraan denken en door hun beleefdheid en eerbied zullen zij het pad van de bejaarde effenen, en in hun eigen leven deugd en schoonheid brengen, wanneer zij acht geven op het gebod: “Voor het grijze haar zult gij opstaan en aan de oude zult gij eer bewijzen.” Lev. 19:32.

Vertolkers van God
Ouders en onderwijzers moeten veel meer waardering tonen voor de verantwoordelijkheid en de eer, die God hun heeft opgelegd, Hem persoonlijk bij het kind te vertegenwoordigen. Het karakter, geopenbaard in het dagelijkse leven, zal ten goede of ten kwade voor het kind deze woorden van God vertolken: - “Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt zich de Here over wie Hem vrezen” Ps. 103:13. “Als iemand die zijn moeder troost, zo zal Ik u troosten”. Jes. 66:13.
Gelukkig is het kind, in wie zulke woorden liefde, dankbaarheid en vertrouwen doen ontwaken; gelukkig het kind, bij wie de tederheid, gerechtigheid en lankmoedigheid van vader en moeder en onderwijzer de liefde, gerechtigheid en lankmoedigheid van God vertolken. Gelukkig het kind dat door vertrouwen, onderdanigheid en eerbied tegenover zijn aardse beschermers, leert zijn God te vertrouwen, gehoorzamen en eerbiedigen. Wie kind of leerling zo’n gave toebedeelt, heeft hem begiftigd met een schat kostbaarder dan de rijkdom van alle eeuwen - een schat die blijft in de eeuwigheid.
(Karaktervorming, - E.G.White)