13 De later regen - toepassing op Christenen

B. PERSOONLIJKE TOEPASSING OP INDIVIDUELE CHRISTENEN

DE VROEGE REGEN LEIDT TOT BEKERING; DE LATE REGEN ONTWIKKELT EEN KARAKTER DAT OP CHRISTUS LIJKT
Op geen enkel moment in ons geloofsleven kunnen we het zonder datgene doen, wat ons het eerst op weg heeft geholpen. De zegen die we tijdens de Vroege Regen hebben ontvangen, hebben we tot aan het einde nodig... Als we God zoeken om de Heilige Geest te ontvangen, dan bewerkt dat in ons zachtmoedigheid, nederigheid van hart en een bewuste afhankelijkheid van God. Hij geeft de Late Regen die ons volmaakt. – TM 507, 509 (1897)

De Heilige Geest wil in iedere ziel wonen. Als Hij als eregast wordt verwelkomd, worden de mensen die Hem ontvangen in Christus vervolmaakt. Het goede werk dat begonnen is, wordt voltooid. Heilige gedachten, hemelse gevoelens en christelijke daden nemen de plaats in van onreine gedachten, verdorven gevoelens en opstandig handelen. – CH 561 (1896)

We kunnen de Geest van God in zekere mate ontvangen hebben. Maar we moeten door geloof en gebed voortdurend meer van de Geest krijgen. Het is nooit genoeg, zodat we onze pogingen kunnen staken. Als we niet vooruitgaan; als we ons niet zó opstellen, dat we zowel de Vroege als de Late Regen kunnen ontvangen – dan verspelen we onze ziel. En de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij ons zelf...
Overal waar de gemeente samenkomt, bijvoorbeeld in campmeetings, bijeenkomsten van de plaatselijke gemeente, en al die momenten waarop via persoonlijk contact voor het behoud van zielen gewerkt wordt – het zijn allemaal gelegenheden, dat God Zijn Vroege en Late Regen wil geven. – TM 508 (1897)

Als de weg voor de Geest van God bereid is, komt de zegen. De satan kan dan net zo min verhinderen, dat een regenbui vol zegen neerdaalt op Gods volk, als dat hij de vensters van de hemel kan sluiten, zodat er geen regen op de aarde valt. – 1SM 124 (1887)

WE MOETEN ERNSTIG BIDDEN OM HET NEERDALEN VAN DE HEILIGE GEEST
Wij moeten net zo ernstig bidden om het neerdalen van de Heilige Geest als de discipelen deden op die Pinksterdag. Als zij het toen nodig hadden, dan wij vandaag nog meer. – 5T 158 (1882)

Men ziet het neerdalen van de Heilige Geest op de gemeente als een toekomstige gebeurtenis. Maar het is het voorrecht van de gemeente, dat zij die nu al mag ontvangen. Zoek naar Hem, bidt om Hem, geloof in Hem. Wij hebben Hem nodig, en de Hemel staat klaar om Hem te schenken. – Ev 701 (1895)

De mate waarin wij de Heilige Geest ontvangen, hangt af van de mate waarin wij in Hem geloven en naar Hem verlangen, maar ook van het gebruik dat we maken van de kennis en het licht, dat we ontvangen. – RH, 5 mei 1896

We zijn niet genoeg bereid om de Heer met onze smeekbeden lastig te vallen, en Hem te vragen om de gave van de Heilige Geest. De Heer wil dat we Hem op dit punt lastig vallen. Hij wil dat we met onze smeekbeden tot de troon doordringen. – FE 537 (1909)

WIJ MOETEN ONS MET EEN WERKELIJK BEROUWVOL HART VEROOTMOEDIGEN
Een opwekking van ware vroomheid is onder ons het allermeest en allerdringendst nodig. Ons streven moet in de eerste plaats hierop gericht zijn. We moeten ons extra inspannen om de zegen van de Heer te krijgen. Niet omdat God ons niet zou willen zegenen, maar omdat wij niet voorbereid zijn om die te ontvangen. Onze hemelse Vader is meer bereid om Zijn Heilige Geest te geven aan de mensen die Hem daarom vragen, dan aardse ouders bereid zijn om goede gaven aan hun kinderen te geven. Maar het is onze taak, door schuldbelijdenis, verootmoediging, berouw en ernstig gebed te voldoen aan de voorwaarden, waarop God beloofd heeft ons Zijn zegen te geven. We kunnen alleen een opwekking verwachten als antwoord op gebed. – 1SM 121 (1887)

Ik zeg u, dat er een diepgaande opwekking onder ons nodig is. De predikanten moeten zich bekeren. Er moet schuldbelijdenis, berouw en bekering onder ons plaatsvinden. Veel mensen die het Woord verkondigen, hebben de veranderende genade van Christus in hun hart nodig. Ze moeten zich in niets laten hinderen, grondig hun werk te doen. Straks is het voorgoed te laat. – Brief 51, 1886

OPWEKKING MOET SAMEN GAAN MET HERVORMING
Er is een opwekking en een hervorming nodig, onder leiding van de Heilige Geest. Opwekking en hervorming zijn twee verschillende dingen. Opwekking betekent een vernieuwing van ons geestelijk leven, een verfrissing van de krachten van hoofd en hart, een opstanding uit de geestelijke dood. Hervorming betekent een reorganisatie, een verandering in ideeën en theorieen, gewoontes en gebruiken. Hervorming brengt geen goede, rechtvaardige vruchten voort, tenzij die samengaat met een opwekking door de Geest. Een opwekking en een hervorming hebben beiden hun eigen functie. Ze moeten samengaan. – RH, 25 februari 1902
WE MOETEN ALLE STRIJD EN ONENIGHEID OPZIJ ZETTEN
Als alle medewerkers Christus in hun ziel hebben wonen; als alle zelfzucht dood is; als er geen rivaliteit meer is, geen streven naar de eerste plaats; als er eenheid bestaat; als ieder zich heiligt, zodat men onderlinge liefde kan zien en voelen – dan zullen de regenstromen van de genade van de Heilige Geest zeker over ons komen. Want er ontbreekt geen tittel of jota aan Gods beloftes. Maar als het werk van anderen wordt afgekraakt, zodat medewerkers kunnen laten zien hoe goed zij zelf zijn, dan bewijzen ze daarmee, dat hun werk de vereiste handtekening mist. God kan hen niet zegenen. – 1SM 175 (1896)

Als we met Christus als onze toevlucht, onze hoge toren, stand willen houden op de grote dag van de Heer, dan moeten we alle jaloezie en alle streven naar de eerste plaats wegdoen. We moeten de wortels van deze onheilige dingen grondig uitroeien, zodat die niet opnieuw de kop kunnen opsteken. We moeten helemaal aan de kant van de Heer gaan staan. – TDG 258 (1903)

Laat christenen alle onenigheid opzij zetten en zichzelf aan God geven, om verloren mensen te kunnen redden. Laat ze gelovig om de beloofde zegen vragen, en die zal gegeven worden. – 8T 21 (1904)

HEB ELKAAR LIEF
Christenen tonen tegenover elkaar de tederste gevoelens... Christus moet de hoogste liefde ontvangen van de wezens die Hij heeft geschapen. En Hij verlangt ook, dat de mens heilig respect heeft voor zijn medeschepselen. Iedere ziel die behouden wordt, dankt het behoud aan liefde, die bij God begint. Werkelijke bekering is een omslag van egoïsme naar heilige genegenheid voor God en voor elkaar. – 1SM 114, 115 (1901)

De eigenschappen die God het meest op prijs stelt, zijn barmhartigheid en zuiverheid. Elke christen moet deze eigenschappen koesteren. – 5T 85 (1882)

Het sterkste argument voor het evangelie is een liefdevolle en beminnelijke christen. – MH 470 (1905)

TOTALE OVERGAVE NODIG
God neemt met niets minder genoegen, dan met onvoorwaardelijke overgave. Dubbelhartige, zondige christenen kunnen de hemel nooit binnengaan. Ze zouden daar niet gelukkig zijn, want ze hebben geen idee van de hoge en heilige beginselen, die de leden van dat Koninklijke gezin regeren. Een ware christen houdt de vensters van zijn ziel steeds open naar de hemel. Hij leeft in gemeenschap met Christus. Zijn wil stemt overeen met de wil van Christus. Zijn hoogste wens is, steeds meer op Christus te lijken. – RH, 16 mei 1907

Wij kunnen de Heilige Geest niet gebruiken. De Geest moet ons gebruiken. God werkt via de Geest in Zijn volk “zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.” (Filippenzen 2: 13) Maar veel mensen leggen zich hier niet bij neer. Zij willen zelf de leiding in handen houden. Daarom ontvangen ze die hemelse gave niet. De Geest wordt alleen geschonken aan die mensen, die nederig op God wachten, die uitzien naar Zijn leiding en genade. – DA 672 (1898)

DE WEG BEREIDEN VOOR DE LATE REGEN
Ik zag, dat niemand de “verademing” (Handelingen 3: 19) kan krijgen, tenzij men de overwinning behaalt over alles wat hindert, over trots, egoïsme, liefde voor de wereld, en over elk verkeerd woord en elke verkeerde daad. Om dat te bereiken moeten we dichter en dichter naar de Heer trekken, en ernstig proberen de noodzakelijke voorbereidingen te treffen, zodat we op de dag van de Heer in de strijd staande kunnen blijven. – EW 71 (1851)

Het is aan ons, de gebreken in ons karakter te genezen, en de tempel van onze ziel te zuiveren van alle onreinheid. Dan kan de Late Regen over ons komen, zoals de Vroege Regen op die Pinksterdag over de discipelen kwam. – 5T 214 (1882)

De satan is nergens zo bang voor, als wanneer het volk van God de weg vrijmaakt, doordat het alle hindernissen uit de weg ruimt. Dan kan de Heer Zijn Geest uitstorten over een smachtende gemeente... Elke verleiding, elke tegenwerkende invloed, of die nu openlijk of in het geheim werkt, kan met succes worden weerstaan. “Niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen.” (Zacharia 4: 6 NBG) – 1SM 124 (1887)
De Late Regen komt. En de zegen van God zal iedere ziel vervullen, die van alle onreinheid is gezuiverd. Vandaag is het onze opdracht, onze ziel aan Christus over te geven. Dan zijn we geschikt voor de tijd van verademing van het aangezicht van de Heer: geschikt voor de doop met de Heilige Geest. – 1SM 191 (1892)

WORD ACTIEF MEDEWERKER IN DIENST VAN CHRISTUS
Als de gemeenten levend en actief worden, dan wordt op hun oprechte verzoek de Heilige Geest aan hen geschonken... Dan zullen de vensters van de hemel zich openen voor de Late Regen. – RH, 25 februari 1890

De grote uitstorting van de Geest van God, die de hele aarde met Zijn heerlijkheid vervult, zal niet komen, tenzij ons volk verlicht is en uit ervaring weet, wat het betekent om Gods medewerker te zijn. (I Korinthe 3: 9) Als we ons volledig, met heel ons hart, toewijden aan het dienen van Christus, dan erkent God dat door Zijn Geest mateloos uit te storten. Maar dat gebeurt niet, zolang het grootste deel van de gemeente niet Gods medewerker is. – ChS 253 (1896)

Als de gemeente niet langer van luiheid en slordigheid beschuldigd kan worden, dan zal de Geest van de Heer Zich vol genade manifesteren. De macht van God zal zich openbaren. De gemeente zal de voorzienigheid van de Heer van de legermachten aan het werk zien. – 9T 46 (1909)

“HOUD JE KRUIK SCHOON EN RECHTOP”
We hoeven ons over de Late Regen geen zorgen te maken. Alles wat we moeten doen, is onze kruik schoon en rechtop houden, zodat ze klaar is om die hemelse regen te ontvangen. En we moeten blijven bidden: “Laat de Late Regen in mijn kruik komen. Laat het licht van die machtige engel (Openbaring 18: 1) die zich verenigt met de Derde Engel op mij schijnen. Geef mij een aandeel in het werk. Laat mij de boodschap verkondigen. Maak mij medewerker met Christus.” Als we zó God zoeken, zeg ik u, dan maakt Hij jullie voortdurend geschikt, en schenkt Hij jullie Zijn genade. – UL 283 (1891)

Het antwoord kan plotseling en hevig komen en met overweldigende macht. Het kan ook dagen en weken uitblijven. Dan wordt ons geloof op de proef gesteld. Maar God weet, hoe en wanneer Hij ons gebed moet verhoren. Ons aandeel is het, contact te zoeken via het Goddelijk kanaal. God is verantwoordelijk voor Zijn aandeel in het werk. Hij die het beloofd heeft, is getrouw. (Hebreeën 10: 23) Het grote en belangrijke punt voor ons is, dat we één van hart en zinnen zijn. We moeten alle jaloersheid en kwade wil opzij zetten, en als nederige smekelingen wachten en uitzien. Jezus, onze Voorspraak en ons Hoofd, is bereid om voor ons het zelfde te doen, als voor de biddende en wachtende mensen op die Pinksterdag. – 3SP 272 (1878)

Ik kan geen specifi eke tijd noemen, wanneer het uitstorten van de Heilige Geest plaats zal vinden – wanneer de machtige engel (Openbaring 18: 1) uit de hemel zal neerdalen en samen met de Derde Engel het werk op deze wereld zal afsluiten. Mijn boodschap is: We zijn alleen veilig, als we klaar zijn om die hemelse verfrissing te ontvangen; als onze lampen gesnoten zijn en branden. – 1SM 192 (1892)

NIET IEDEREEN ONTVANGT DE LATE REGEN
Mij werd getoond, dat als Gods volk zich van zijn kant niet inspant; maar afwacht totdat de verfrissing over hen komt en hun fouten wegneemt en hun fouten corrigeert – dat ze dan met lege handen zal komen te staan. Als ze wachten, totdat de Late Regen hen in geest en vlees van vuil reinigt, en hen geschikt maakt voor de Luide Roep van de Derde Engel, dan staan ze straks met lege handen. – 1T 619 (1887)

Hopen we op een opwekking in heel de gemeente? Die tijd zal nooit komen. Er zijn mensen in de gemeente, die niet bekeerd zijn. Die zullen niet meedoen aan ernstig en bewogen gebed. We moeten persoonlijk aan de slag. We moeten meer bidden en minder praten. – 1SM 122 (1887)
We kunnen er zeker van zijn, dat, wanneer de Heilige Geest wordt uitgestort, mensen die de Vroege Regen niet ontvangen hebben en op waarde hebben weten te schatten, ook de waarde van de Late Regen niet zullen beseffen. – TM 399 (1896)

Alleen mensen die leven naar het licht wat ze ontvangen hebben, ontvangen groter licht. Als we niet dagelijks vooruitgang boeken in het ten voorbeeld stellen van actieve christelijke deugden, dan zullen we de werking van de Heilige Geest tijdens de Late Regen niet herkennen. De Heilige Geest kan overal om ons heen harten aanraken, maar wij zullen het dan niet zien en niets ontvangen. – TM 507 (1897)

Mensen die zich niet vastbesloten inspannen, maar eenvoudig afwachten tot de Heilige Geest hen tot actie aanzet, zullen in de duisternis verdwijnen. In Gods werk kun je niet stilzitten en nietsdoen. – ChS 228 (1903)