02 Wat wijst erop, dat Jezus spoedig komt?

DE GROTE PROFETIE VAN ONZE HEER
Christus waarschuwde Zijn discipelen van tevoren, dat Jeruzalem verwoest zou worden en welke tekens zouden plaatsvinden voor de komst van de Zoon des mensen. Heel Mattheüs 24 vormt een profetie, die de gebeurtenissen die hieraan vooraf gaan beschrijft. De verwoesting van Jeruzalem gebruikt Hij als beeld voor de uiteindelijke verwoesting van de aarde door vuur. – Ms. 77, 1899

Op de Olijfberg somde Christus de vreselijke oordelen op die aan Zijn tweede komst voorafgaan: “U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen… Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.” (Mattheüs 24: 6 – 8) Deze profetieën gingen voor een deel in vervulling bij de verwoesting van Jeruzalem, maar ze zijn meer van toepassing op de eindtijd. – 5T 753 (1899)

TEKENS IN DE HEMEL
Christus legde uit, dat aan het einde van de grote vervolging door het pauselijk systeem de zon verduisterd zou worden en de maan haar schijnsel niet zou geven. Daarna zouden de sterren van de hemel vallen. (Mattheüs 24: 29) Verder zegt Hij: “Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur.” (Mattheüs 24: 32, 33) Christus heeft tekens gegeven van Zijn komst. Hij geeft, dat wij kunnen weten wanneer Hij nabij is, voor de deur. Hij zegt van de mensen die deze tekenen zien: “Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn.” (Mattheüs 24: 34) Deze tekenen hebben zich voorgedaan. Nu weten we zeker, dat de komst van de Heer nabij is. – DA 632 (1898)

TEKENS OP AARDE
Jezus legt uit: “En er zullen tekens zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zal radeloze benauwdheid zijn onder de heidenen.” (Lukas 21: 25; Mattheüs 24: 29; Markus 13: 24 – 26; Openbaring 6: 12 – 17) Mensen die deze voorbodes van Zijn komst aanschouwen, moeten weten “dat het nabij is, voor de deur.” (Mattheüs 24: 33) – GC 37, 38 (1911)

Er heerst onrust onder de heidenen. We leven in een tijd vol verwarring. Mensenharten bezwijken uit angst voor de dingen die over de aarde zullen komen. Maar mensen die in God geloven, zullen midden in de storm Zijn stem horen, die zegt: “Ik ben het; wees niet bevreesd.” (Mattheüs 14: 27) – ST 9 oktober 1901 In de boeken in de hemel wordt vreemde en betekenisvolle geschiedenis geschreven – het zijn gebeurtenissen die vlak voor de grote dag van de Heer zullen plaatsvinden. Alles in de wereld staat op losse schroeven. – 3MR 313 (1908)
VALSE PROFETEN
Christus zei, dat één van de voortekens van de verwoesting van Jeruzalem zou zijn, dat “veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden.” (Mattheüs 24: 11) Er zijn valse profeten opgestaan, die het volk misleidden en grote aantallen mensen de woestijn in leidden. Magiërs en tovenaars, die beweerden dat ze wondermacht bezaten, trokken de mensen achter zich aan naar eenzame plaatsen in de bergen. Maar deze profetie is ook bestemd voor de eindtijd. Dit teken is ook een teken van de Tweede Advent. – DA 631 (1898)
We zullen te maken krijgen met valse beweringen. Er zullen valse profeten opstaan, valse dromen en valse visioenen zijn. Maar preek uit het Woord. Laat je niet van Gods stem in Zijn Woord wegtrekken. – 2SM 49 (1894)

Ik heb veel mensen gezien, die zullen beweren, dat ze speciaal inzicht van God hebben ontvangen. Die zullen proberen anderen met zich mee te krijgen. En vanuit die verkeerde opvatting van hun opdracht gaan ze dingen doen, waarom God nooit heeft gevraagd. Verwarring is het resultaat. Laat ieder persoonlijk God heel ernstig zoeken, zodat ieder Zijn wil leert kennen. – 2SM 72 (1893)

EEN ERVARING MET EEN VALSE PROFEET
Gisteravond kwam een jonge man bij ons, voor ons allemaal een onbekende, maar hij beweerde een broer van Victoria [het speelde in Australië] te zijn. Hij vroeg of hij zuster White kon spreken. Het was avond en ik vond het te laat om met hem te praten. Maar we nodigden hem uit voor de nacht en voor het ontbijt. Na de gebruikelijke morgenwijding, op het moment dat we met ons werk zouden beginnen, stond deze jongeman op en beduidde ons met een gebiedend gebaar, dat we moesten gaan zitten. Hij zei: “Hebben jullie liedboeken? We zullen een lied zingen. Daarna heb ik een boodschap voor jullie.” Ik zei: “Als je een boodschap hebt, vertel die dan maar meteen. We hebben erge haast om de post uit Amerika af te halen en hebben geen tijd te verliezen.” Toen begon hij iets voor te lezen, wat hij had geschreven. Hij vertelde onder andere dat het oordeel over de levenden nu was begonnen…

Ik luisterde een tijdje naar zijn verhaal en zei tenslotte: “Broeder, je bent niet helemaal duidelijk. Leg eens helder uit, wat jouw boodschap voor ons betekent. Zeg het ronduit. Je bent wat gespannen en je weet niet precies wat je doen moet. Veel van wat je verteld hebt is in overeenstemming met de Bijbel, en we geloven dat woord voor woord. Maar je bent nogal opgewonden. Vertel alsjeblieft wat je ons te melden hebt.” Wel, hij zei, dat we meteen moesten inpakken en naar Battle Creek moesten gaan. Ik vroeg hem naar het waarom en hij antwoordde: “Om de boodschap te brengen, dat het oordeel over de levenden begonnen is.” Ik antwoordde hem: “Het werk wat de Heer ons hier te doen heeft gegeven, is nog niet af. Als ons werk hier af is, dan weet ik zeker, dat de Heer aan onszelf zal laten weten, dat het tijd is om naar Battle Creek terug te keren. Dan vertelt Hij niet aan jou wat wij moeten doen.” … Ik vertrouwde hem toe aan de zorgen van broeder Starr. Die praatte met hem en ik ging verder met schrijven. Aan broeder Starr vertelde hij, dat toen zuster White zo vriendelijk, en toch met zoveel gezag, tot hem sprak, hij tot het inzicht kwam, dat hij zich had vergist; dat de dingen, waarvan hij zo onder de indruk was, niet klopten. Hoewel ons gezin groot is en uit tien mensen bestaat, besloten we deze jongeman een tijdje bij ons te laten blijven. We wilden niet het risico nemen, dat hij bij mensen terecht zou komen, die hem grof zouden behandelen en hem zouden veroordelen. En we hadden ook liever niet, dat hij zijn ‘openbaringen’
zou herhalen.

We laten hem een tijdje blijven, zodat we met hem bekend kunnen raken en hem zo mogelijk op vaste en veilige paden kunnen leiden. – Brief 66, 1894

GULZIGHEID EN GEBREK AAN ZELFBEHEERSING
Gulzigheid en gebrek aan zelfbeheersing liggen aan de basis van het grote morele verval in onze wereld. Satan weet dit en hij probeert constant mannen en vrouwen te verleiden zich over te geven aan hun begeerte, ten koste van hun gezondheid en zelfs van hun leven. In de wereld draait het leven om eten, drinken en kleding. Voor de zondvloed was de situatie net zo. En deze losbandigheid is één van de speciaal genoemde tekens, dat de wereldgeschiedenis binnenkort zal afl open. – Brief 34, 1875

Het beeld uit het geïnspireerde Woord over de wereld van vóór de zondvloed, laat maar al te duidelijk zien, waarnaar onze moderne maatschappij met grote snelheid op weg is. – PP 102 (1890)

We weten, dat de Heer heel spoedig komt. De wereld gaat snel de kant op van hoe het was in de dagen van Noach. Ze geeft zichzelf over aan egoïstische genotzucht. Er wordt overdadig gegeten en gedronken. Mensen drinken giftig vocht waar ze gek van worden. – Brief 308, 1907

GEWELD
In de dagen van Noach had de overgrote meerderheid zich tegen de waarheid gekeerd. Ze hielden zich vast aan een web van leugens. Het land was vol geweld. Oorlog, misdaad en moord waren aan de orde van de dag. Voordat Christus terugkomt zal het net zo zijn. – 1BC 1090 (1891)

De vakbonden gaan snel over tot geweld als hun eisen niet worden ingewilligd. Het wordt steeds duidelijker, dat de bewoners van deze wereld niet in harmonie met God leven. Geen enkele wetenschappelijke theorie kan verklaren, waarom boosdoeners steeds onder aanvoering van de satan blijven optrekken. Binnen elke bende zijn boze engelen aan het werk, die mensen aanzetten tot geweld... Mensen zullen zo pervers en wreed worden, dat God Zijn majesteit zal laten zien. De verdorvenheid van deze wereld zal heel snel de grens bereiken. En dan zal God, net als in de dagen van Noach, Zijn oordelen uitgieten. – UL 334 (1903)
De verschrikkelijke berichten die we horen over moord en berovingen, over treinongelukken en geweld, vertellen ons, dat het einde van alle dingen nabij is. Nu, juist nu, moeten we ons voorbereiden op de tweede komst van de Heer. – Brief 308, 1907

RAMPEN EN OORLOGEN
De storm steekt op. We moeten ons voorbereiden op haar verwoestende kracht, door berouw tegenover God en door geloof in Jezus Christus. De Heer zal opstaan om de aarde vreselijk te schudden. Overal om ons heen zullen we benauwdheid zien. Duizenden schepen zullen in de diepte van de zee verdwijnen. Marineschepen zullen vergaan en mensenlevens zullen met miljoenen tegelijk worden opgeofferd. Onverwachts zullen er branden uitbreken die door geen mens te blussen zijn. De paleizen van deze aarde zullen worden weggevaagd door de verwoestende vlammenzee. Er zullen steeds meer treinrampen plaatsvinden. Verwarring, botsingen en dood zonder enige waarschuwing vooraf, komen op de belangrijkste verbindingen voor. Het einde is nabij. De genadetijd loopt af. O, laten wij God zoeken, terwijl Hij zich laat vinden. Roep Hem aan, terwijl Hij nabij is! (Jesaja 55: 6 NBG) – MYP 89, 90 (1890)

De laatste dingen in de wereldgeschiedenis: Er zullen oorlogen woeden. Ziekte, plagen en hongersnoden zullen er zijn. Wateren zullen buiten hun oevers treden. Leven en bezit zullen prooi worden van branden en overstromingen. Wij moeten ons klaarmaken voor de woningen die Christus is gaan bereiden voor de mensen die Hem liefhebben. (Johannes 14: 3) – Mar 174 (1897)

GROTE VUURBALLEN
Afgelopen vrijdagmorgen, vlak voor ik ontwaakte, werd mij een heel indrukwekkend schouwspel getoond. Het leek alsof ik wakker werd, maar ik was niet thuis. Vanuit mijn raam zag ik een verschrikkelijke brand. Grote vuurballen vielen op huizen. En vanuit die ballen vlogen vurige pijlen alle kanten op. Het was onmogelijk om de branden die op die manier ontstonden onder controle te krijgen, en er werden veel huizen verwoest. De angst van de mensen was onbeschrijfl ijk. Na een tijd werd ik wakker en bleek thuis te zijn. – Ev 29 (1906)

Ik zag een enorme vuurbal midden tussen een paar prachtige huizen vallen, die in een ogenblik verwoest werden. Ik hoorde iemand zeggen: “We wisten dat de oordelen van God over deze aarde komen zouden, maar we wisten niet, dat ze zo snel zouden komen.” Anderen zeiden verbijsterd: “Jullie wisten ervan! Waarom hebben jullie ons dan niets gezegd?” – 9T 28 (1909)

AARDBEVINGEN EN OVERSTROMINGEN
De vijand heeft niet stil gezeten, en hij is nog steeds aan het werk. Hij komt met grote macht opzetten en de Geest van God wordt van de aarde weggenomen. God heeft Zijn hand teruggetrokken. We hoeven alleen maar naar Johnstown [Pennsylvania] te kijken. Hij heeft niet voorkomen, dat de duivel die hele stad van de aardbodem wegvaagde.2 En deze dingen zullen tegen het einde van de wereldgeschiedenis steeds vaker gebeuren. – 1SAT 109 (1889)

De aardkorst zal scheuren door het uitbarsten van de elementen die in de ingewanden van de aarde schuilen. Deze elementen zullen, wanneer ze eenmaal zijn losgebroken, de schatten wegvagen die mensen jarenlang hebben opgestapeld, door hun werknemers tegen hongerlonen te laten werken. Ook de wereld van de gelovigen zal vreselijk worden geschud, want het einde van alle dingen is nabij. – 3MR 208 (1891)
De tijd is nu aangebroken, waarin we het ene moment op vaste grond kunnen staan, en het volgende moment deint de aarde onder onze voeten op en neer. Aardbevingen zullen op het meest onverwachte moment plaatsvinden. – TM 421 (1896)

In branden, overstromingen, aardbevingen, het woeden van de grote diepten van de zee, in rampen op het land en op zee klinkt de waarschuwing door, dat Gods Geest niet voor altijd met mensen samen blijft strijden. – 3MR 315 (1897)

Voordat de Zoon des mensen op de wolken van de hemel verschijnt, zal alles in de natuur stuiptrekken. Bliksem uit de hemel en vuur uit de aarde zullen de bergen laten branden als een oven en hun lava laten uitstromen over steden en dorpen. Gesmolten steenmassa’s die in het water geworpen worden door bewegingen diep uit de aarde, zullen het water doen koken en stenen en zand doen uitspuwen. Er zullen machtige aardbevingen zijn en heel veel mensenlevens zullen verloren gaan. – 7BC 946 (1907)

MISDAAD, HONGER EN ZIEKTE
Satan werkt in de lucht. Hij vergiftigt de atmosfeer. Op dit punt zijn we voor ons leven – ons aardse en ons eeuwig leven – afhankelijk van God. En omdat onze situatie zo is, moeten we klaarwakker zijn, helemaal bekeerd, en volkomen toegewijd aan God. Maar we blijven zitten, als waren we verlamd. God van de hemel, maak ons wakker! – 2SM 52 (1890) God heeft de machten van de duisternis niet weerhouden om hun dodelijk werk te doen: het vergiftigen van de lucht, één van onze levens- en voedselbronnen, met een dodelijke damp. Niet alleen het plantenleven wordt aangetast, maar de mens lijdt aan ziektes... Deze dingen zijn het gevolg van druppels uit de schalen van de toorn van God3 die op de aarde gesprenkeld worden, en die maar een fl auwe afspiegeling zijn van wat er in de nabije toekomst gaat gebeuren. – 3SM 391 (1891)

Hongersnoden nemen toe. Ziektes vagen duizenden weg. Overal om ons heen dreigt gevaar: van machten buiten ons en satans werking in ons. Maar nu nog beteugelt God deze door Zijn macht. – 19MR 382 (1897)

Mij is getoond, dat de Geest van God van de aarde teruggetrokken zal worden. Gods beschermende macht zal spoedig onthouden worden aan ieder die doorgaat met het negeren van Zijn geboden. Ons bereiken dagelijks berichten over fraude, moord en allerlei misdaad. Onrecht is zó gewoon geworden, dat we er niet langer zó geschokt over zijn als vroeger. – Brief 258, 1907

GODS DOEL IN RAMPEN
Wat betekenen die afschuwelijke rampen op zee – schepen die zonder enige waarschuwing in de diepte verdwijnen? Wat betekenen die ongelukken ophet land – vuur dat de rijkdommen, die mensen hebben opgepot, verteert? Veel daarvan is bijeenvergaard door het onderdrukken van armen. De Heer zal niet ingrijpen, om eigendommen van mensen te beschermen, die Zijn wet overtreden, Zijn verbond verbreken, en Zijn Sabbat met voeten treden door in plaats daarvan een valse rustdag aan te nemen. De plagen van God worden al over de aarde uitgegoten en vagen de meest kostbare bouwwerken weg, als was het een vurige adem vanuit de hemel. Brengen deze oordelen belijdende christenen niet tot bezinning? God laat toe dat die rampen komen, zodat de wereld deze waarschuwingen serieus zal nemen, en zondaars voor Hem zullen vrezen en beven. – 3MR 311 (1902) God heeft een doel, dat Hij deze dingen toelaat. Ze vormen één van Zijn middelen om mannen en vrouwen tot bezinning te brengen. Door de bijzondere werking van de natuur legt God aan twijfelende mensen uit, wat Hij duidelijk in Zijn Woord openbaart. – 19MR 279 (1902)

Hoe vaak horen we niet van aardbevingen en tornado’s, van verwoestingen door brand en overstromingen, met grote verliezen aan mensenlevens en goederen! Schijnbaar zijn deze rampen grillige spelingen van ongeorganiseerde en ongereguleerde krachten in de natuur, die zich volledig onttrekken aan controle door de mens. Maar in al die rampen kun je lezen, wat God wil zeggen. Ze horen tot de middelen, waarmee Hij mannen en vrouwen bewust wil maken van het gevaar waarin ze verkeren. – PK 277 (c. 1914)

DE KOMENDE GEBEURTENISSEN LIGGEN IN HANDEN VAN DE HEER
De wereld draait niet zonder dat iemand regeert. Het verloop van de gebeurtenissen die ons te wachten staan, ligt in handen van de Heer. De Majesteit van de hemel heeft zowel de bestemming van de heidenen als de zorg voor Zijn gemeente in eigen hand. – 5T 753 (1889) Deze symbolische voorstellingen [de vurige slangen in de woestijn] dienen een dubbel doel. Gods volk leert via hen niet alleen, dat de natuurkrachten van de aarde onder de heerschappij van de Schepper vallen, maar ook dat Hij de godsdienstige bewegingen van de heidenen controleert. Dat is zeker waar op het punt van het verplicht opleggen van de zondagsviering. – 19MR 281 (1902) Bij de grote afsluiting van het werk zullen we een verwarring ontmoeten, die we niet kunnen hanteren. Maar laten we niet vergeten, dat de drie grote Machten in de hemel aan het werk zijn, dat er een Goddelijke hand aan het roer staat, en dat God Zijn doel zal bereiken. – Ev 65 (1902) Zoals de raderen geleid werden door de handen onder de vleugels van de cherubim (Ezechiël 1: 8 NBG), zo staat het ingewikkelde samenspel van menselijke gebeurtenissen onder Gods leiding. Temidden van de strijd en het
tumult van de heidenen, leidt Hij, die boven de cherubim troont, wat er op aarde gebeurt.4 – Ed 178 (1903)

In de annalen van de geschiedenis van de mensheid staan de groei van volken, en de opkomst en de val van koninkrijken, opgetekend, alsof die afhankelijk zijn van de wil en de bekwaamheid van mensen. Wat de geschiedenis beweegt, schijnt voor een groot deel bepaald te worden door hun macht, hun ambitie, of hun grillen. Maar in het Woord van God kunnen we achter de schermen kijken. En we zien, dat boven, achter en door al het spel en tegenspel van menselijke belangen, krachten en hartstochten heen, de werktuigen van de Al-genadige stil en geduldig de raad van Zijn wil uitvoeren. – PK 499,500 (c. 1914)

HEMELSE AANDACHT VOOR AARDSE ZAKEN
Door het leven van de mensenmoordenaar van het begin af te sparen, leerde God het hele heelal een les over het Grote Confl ict… Het was niet alleen Zijn bedoeling om de opstand neer te slaan, maar om het hele heelal te tonen, wat de ware aard van opstandigheid is… De heilige bewoners van andere werelden keken met de diepste belangstelling naar de dingen die op aarde gebeurden…
God heeft de sympathie en de goedkeuring van het hele heelal, terwijl Zijn grote plan stap voor stap zijn volledige vervulling nadert. – PP 78, 79 (1890)
De daad van Christus: sterven tot redding van de mens, maakte niet alleen de hemel voor de mens toegankelijk, maar deze daad rechtvaardigde ook God en Zijn Zoon in de ogen het hele heelal voor hun handelwijze tijdens de opstand van de satan. – PP 68, 69 (1890)

Het hele heelal kijkt met stille belangstelling naar de afsluitende gebeurtenissen in het Grote Confl ict tussen goed en kwaad. – PK 148 (c. 1914)

Ons kleine woord is het leerboek van het heelal. – DA 19 (1898)