03-D Begeerten die strijd voeren tegen de ziel
Zij, die werkelijk geheiligd zijn, zullen waar ze zich ook mogen bevinden,
de morele standaard hooghouden door het bewaren van correcte levensgewoonten, en precies als Daniël zullen ze anderen een voorbeeld geven
van matigheid en zelfverloochening. Elke verkeerde eetgewoonte wordt
een ‘krijgvoerende’ lust. Alles, wat in strijd is met de natuurlijke wetten,
schept een verziekte toestand van de ziel. Het toegeven aan de eetlust
schept een zieke maag, een bedorven lever, een beneveld brein, en het
bederft zo het humeur en de geest van de mens. Deze verzwakte krachten
worden God aangeboden, Die weigerde de offeranden te aanvaarden, tenzij ze zonder gebreken waren! Het is onze taak onze eetlusten en levensgewoonten in overeenstemming met de wetten der natuur te brengen. Als
het lichaam, geofferd op het altaar van Christus, even nauwkeurig werd
onderzocht als dat vroeger met de Joodse offeranden het geval was, wie
zou dan aanvaard worden?
Met hoeveel zorg behoren christenen hun gewoonten te regelen, zodat ze
de volledige levenskracht kunnen wijden in de dienst van Christus! Als
we geheiligd willen zijn in geest, ziel en lichaam, moeten we leven in
overeenstemming met de goddelijke wet. Het hart kan God niet toebehoren, wanneer aan de eetlust en de hartstocht wordt toegegeven ten koste
van gezondheid en leven. Zij, die de wetten schenden waarvan de gezondheid afhangt, moeten de gevolgen dragen. Ze hebben hun vermogens zó
verzwakt, dat ze hun plichten ten opzichte van hun medemensen niet naar
behoren kunnen vervullen, en beantwoorden zo absoluut niet Gods eisen.
Toen Lord Palmerston, destijds eerste minister van Engeland, het verzoek
kreeg van de Schotse geestelijkheid een dag te bepalen van vasten en gebed, om de cholera af te wenden, antwoordde hij: “Reinigt en ontsmet uw
huizen en straten, bevordert reinheid en gezondheid onder de armen, en
zorgt dat ze voldoende goed voedsel en kleding hebben, gebruikt de goede gezondheidsvoorschriften in het algemeen, en ge zult geen behoefte hebben aan een gebeds en vastendag. De Heer zal niet horen, zolang op deze,
door Hem aangewezen voorzorgsmiddelen, geen acht wordt geslagen.”
Paulus zegt: “Laten we ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en
des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.” 2 Kor.7:1.
Tot onze bemoediging stelt hij ons de vrijheid voor, die de werkelijk geheiligde mens kan bezitten: “Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen,
die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar
de Geest.” Rom.8.1. Hij vermaant de Galaten: “Wandelt in de Geest, en
vervult niet het begeren van het vlees.” Gal.5:16. Hij noemt enkele van
de vormen van vleselijke lusten “afgodendienst,... dronkenschap,... en
dergelijke.” (vs. 20,21) Na het opnoemen van de vruchten van de Geest,
waaronder matigheid (is zelfbeheersing), voegt hij eraan toe: “Want wie
Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met hartstochten en begeerten gekruisigd.” vs.24.