27 Aan de onervarenen
Ik zag, dat sommigen geen levendig besef van het gewicht van de waarheid of van de uitwerking ervan hadden en handelden onder de indruk van het ogenblik of door opwinding, dikwijls hun gevoel volgen en niet letten op kerkorde. Zij schijnen te denken, dat de godsdienst hoofdzakelijk bestaat in het maken van demonstratieve luidruchtigheid. Sommigen, die nog maar onlangs de waarheid van de boodschap van de derde engel aangenomen hebben, staan klaar hen te vermanen en leren, die al jarenlang in de waarheid gevestigd zijn en die ter wille ervan geleden en de heiligende kracht ervan ondervonden hebben. Zij, die zo opgeblazen zijn door de vijand, zullen de heiligende invloed van de waarheid moeten voelen en een diep besef moeten verkrijgen van de staat waarin de waarheid hen gevonden heeft - “de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte.” Wanneer de waarheid hen begint te louteren en hun schuim op het allerreinste zal afzuiveren, wat voorzeker gebeuren zal, wanneer zij de waarheid in liefde ontvangen, dan zal de persoon, aan wie dit grote werk geschied is, niet denken, dat hij rijk en verrijkt is geworden en aan geen ding gebrek heeft.
Zij, die de waarheid belijden en denken, dat zij die geheel en al kennen, voordat zij de eerste beginselen ervan geleerd hebben en die zich op de voorgrond stellen om de plaats van de leraars in te nemen en degenen te vermanen, die reeds jaren onwrikbaar voor de waarheid gestaan hebben, tonen duidelijk, dat zij de waarheid niet verstaan en niets weten van de uitwerking ervan. Want indien zij iets wisten van de heiligende kracht ervan, dan zouden zij de vreedzame vrucht der gerechtigheid voortbrengen en vernederd worden door zijn zoete, krachtige invloed. Zij zouden vrucht dragen tot verheerlijking van God en verstaan wat de waarheid voor hen gedaan heeft en de een de ander uitnemender achten dan zichzelf.
Ik zag, dat het overblijfsel niet voorbereid is op hetgeen over de aarde staat te komen. Stompzinnigheid als een onnatuurlijke slaap, schijnt te hangen over de geest van de meesten van hen, die belijden te geloven, dat wij de laatste boodschap hebben. Mijn begeleidende engel riep met vreselijke plechtigheid uit: “Bereidt u! Bereidt u! Bereidt u! Want de hittigheid van de toorn des Heren staat op het punt van te komen. Zijn toorn zal uitgegoten worden, ongemengd met genade, en gij zijt niet bereid.
Scheurt uw hart en niet uw klederen. Er moet een groot werk gedaan worden voor het overblijfsel. Velen onder hen houden hun gedachten gevestigd op kleine beproevingen.”
De engel sprak: “Er zijn legioenen boze engelen rondom u, die trachten u in hun gruwelijke duisternis te hullen, opdat u in hun strik gevangen mocht worden. U laat uw gedachten te gemakkelijk aftrekken van het werk der voorbereiding en de hoogste belangrijke waarheden voor deze laatste dagen. En u denkt over kleine beproevingen en gaat in de fijnste bijzonderheden van kleine moeilijkheden, om ze tot bevrediging van deze of gene uit te leggen.” Urenlange gesprekken worden gehouden door betrokken partijen. En niet slechts is hun tijd verknoeid, maar de dienstknechten van God zijn gehouden te luisteren, terwijl de harten van beide partijen niet onderworpen zijn door de genade. Indien hoogmoed en zelfzucht afgelegd worden, dan zullen de meeste moeilijkheden in vijf minuten uit de weg worden geruimd. Engelen zijn gegriefd en God is ontevreden over de uren die gebruikt zijn om zichzelf te rechtvaardigen. Ik zag, dat God Zich niet wil neerbuigen en luisteren naar de lange rechtvaardigingen. Hij wil ook niet dat Zijn dienstknechten dergelijke dingen doen en op die wijze kostbare tijd verspillen, die gebruikt moest worden om overtreders de dwaling van hun weg te tonen en zielen uit het vuur te trekken.
Ik zag dat Gods volk op betoverende grond stond en dat sommigen alle besef van de tijd en de waarde van een ziel verloren hebben. Hoogmoed is binnengeslopen onder de Sabbathouders - hoogmoed in kleding en voorkomen, De engel zei: “De Sabbathouders zullen zichzelf, hun hoogmoed en hun zucht om te behagen moeten afsterven.”
Waarheid, zaligmakende waarheid, moet gegeven worden aan de van honger omkomende mensen die in duisternis zitten. Ik zag, dat velen tot God baden om hen te vernederen, Maar indien God hun gebeden zou verhoren, dan zou het door vreselijke dingen in gerechtigheid zijn. Het was hun plicht zichzelf te vernederen. Ik zag dat indien men toeliet, dat zelfverheffing binnenkwam, dit voorzeker zielen op het verkeerde pad zou leiden en indien het niet overwonnen werd, zou het hun ondergang blijken te zijn.
Wanneer iemand in zijn eigen ogen begint verhoogd te worden en denkt, dat hij iets kan doen, dan wordt de Geest van God teruggetrokken en gaat hij in zijn eigen kracht voort, totdat hij tot een val gebracht wordt. Ik zag dat één heilige, als hij recht staat voor God, de arm van God kan bewegen, maar een menigte tezamen, indien zij niet in de rechte verhouding tot God stonden, zou zwak zijn en niets kunnen uitrichten.
Velen van hen hebben harten, die niet onderworpen en niet nederig zijn. Zij denken meer over hun eigen kleine grieven en beproevingen, dan over de zielen van zondaren. Indien zij de heerlijkheid van God op het oog hadden, dan zouden zij gevoel hebben voor de verloren gaande zielen rondom hen. Wanneer zij hun gevaarlijke toestand beseften, zouden zij met geestdrift aan het werk gaan, vertrouwen op God oefenen en de handen van Zijn dienstknechten omhoog houdend, opdat zij met vrijmoedigheid, en toch in liefde, de waarheid zouden kunnen verkondigen en zielen waarschuwen om die aan te nemen, voordat de zachte stem der genade niet langer gehoord zou worden. De engel zei: “Zij, die Zijn naam belijden, zijn niet bereid.” Ik zag dat de zeven laatste plagen over de onbeschermde hoofden der goddelozen kwamen en dat zij dan, die hun in de weg gestaan hebben, de bittere verwijten van zondaren moeten aanhoren, en hun hart in hen zal besterven.
De engel sprak: “Gij houdt u bezig met nietige kleinigheden, houdt uw gedachten gevestigd op kleine beproevingen - en zondaren moeten als gevolg hiervan verloren gaan.” God is gewillig voor ons te werken in onze vergaderingen en het is Hem een genot om te werken. Maar Satan zegt: “Ik zal het werk verhinderen.” Zijn werktuigen zeggen: “Amen.” Belijdende gelovigen in de waarheid blijven denken over hun kleine beproevingen en moeilijkheden, die Satan voor hun ogen vergroot heeft. Er wordt tijd verknoeid, die nimmer ingehaald kan worden. De vijanden van de waarheid hebben onze zwakheid gezien. God is gegriefd. Christus is verwond. Satans doel is bereikt, zijn plannen zijn geslaagd en hij behaalt de overwinning. (Eerste Geschriften - E.G.White)