01 De instelling van het huwelijk

De Instelling van het Huwelijk

Wat zei God, nadat Hij de mens geschapen had? Genesis 2: 1818 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past.

Wat zei God daarom, wat Hij voor hem zou maken? Genesis 2: 1818 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen blijft. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past

Kon er zulk een hulp gevonden worden onder de schepselen, die God al gemaakt had? Genesis 2: 2020 En de mens gaf namen aan al het vee, aan het gevogelte en al het gedierte, maar voor zichzelf vond hij geen hulp die bij hem paste.

4. Wat deed God daarom? Genesis 2: 21, 22
21
Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen; en terwijl hij sliep nam Hij een van zijn ribben, en sloot haar plaats toe met vlees.
22 En de HEERE God bouwde de rib, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.

5. Wat zei Adam, toen hij zijn vrouw van God ontving? Genesis 2: 23
23
Toen zeide Adam: Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente, en vlees van mijn vlees! Deze zal Mannin heten, omdat zij uit den man genomen is.

6. Welke grote waarheid wordt er daarna verklaard? Genesis 2: 24
24
Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn.

7. Met welke woorden erkent Christus het huwelijk, als van God zijnde? Mattheüs 19: 6
6
Zo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.

8. Door welke geboden heeft God de huwelijksbetrekking beveiligd? Exodus 20: 14,17
14
Gij zult niet echtbreken.
17 Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is.

9 Welke bevel wordt er in Het Nieuwe Testament aangaande het huwelijk gegeven? Hebreeën 13: 4
4 Het huwelijk zij in ere bij allen, en het bed onbevlekt; want hoereerders en overspelers zal God oordelen.

10. Welke soort van huwelijken werden er na de val door de mensen ingevoerd, die tot zeer veel kwaad leidden? Genesis 6: 1,2
1
Toen de mensen zich op den aarde begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden,
2 Zagende zonen Gods dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen

11. Welke beperking maakte God aangaande huwelijk in Israël? Numeri 36: 6
6
Dit is het woord, dat de HEERE gebied aangaande de dochters van Zelafead: zij mogen huwen met wie haar wenst, mitszij huwen binnen het geslacht van de stam van haar vader.

12. Welk verbod gaf God Zijn uitverkoren volk tegen het zich vermaagschappen met de heidenvolken rondom, hen, en waarom? Deuteronomium 7: 3,4
3
Gij zult u ook niet met hen verzwageren; gij zult uw dochters niet geven aan hun zonen, en hun dochters niet nemen voor uw zonen.
4 Want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, zodat zij andere goden zouden dienen; en de toorn des HEEREN tegen u zou ontbranden, en u weldra zou verdelgen.

13. Welk bevel wordt er in Het Nieuwe Testament gegeven betreffende het huwen met ongelovigen? 2 Korinthiërs 6: 14-16
14
Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?
15 En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige?

14. Welke opdracht gaf Abraham aan zijn dienstknecht Eliëzer, toen hij hem wegzond om een vrouw voor zijn zoon Izaäk te zoeken? Genesis 24: 40
40
En hij zeide tot mij: De HEERE, voor Wiens aangezicht ik gewandeld heb, zal Zijn Engel met u zenden, en Hij zal uw weg voorspoedig maken, dat gij voor mijn zoon een vrouw neemt, uit mijn geslacht en uit mijns vaders huis.

15. Hoelang bindt het huwelijk de beide partijen, die het aangaan? Romeinen 7: 2/ 1 Korinthe 7: 39
2
Want de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man gebonden zolang deze leeft; maar indien de man sterft, is zij vrij van de wet die haar aan die man bond.
39 Een vrouw is door de wet verbonden, zo lang haar man leeft; maar indien haar man ontslapen is, is zij vrij, om te trouwen met wie zij wil, mits in den Heere.

16. Wat alleen erkent Christus als een geldige reden voor het ontbinden van de huwelijksband? Mattheüs 19: 9
9
Maar Ik zeg u, wie zijn vrouw verlaat, om een andere reden dan hoererij, en een andere trouwt, pleegt overspel.