06 Eerbied voor Gods Huis

Eerbied voor Gods Huis 6

Waarom gaf God Zijn volk opdracht om een heiligdom te bouwen? Exodus. 25: 8 8 En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun
midden wonen.

Hoe, zei Hij, moesten zij deze woonplaats van God beschouwen? Leviticus. 19:30 30 Mijn sabbatten zult gij houden en voor mijn heiligdom
eerbied hebben: Ik ben de HERE.



Wat zegt de Heer van de dingen, die aan Zijn dienst gewijd zijn? Leviticus. 27:2828 Echter niets, dat verbannen is, dat iemand den HEERE zal verbannen hebben, van al wat hij heeft, van een mens, of van een beest, of van den akker zijner bezitting, zal verkocht noch gelost worden; al wat verbannen is, zal den HEERE een heiligheid der heiligheden zijn.

Toen God Mozes bij het brandende braambos ontmoette, waarom liet God hem toen zijn schoenen uittrekken? Jozua 5:15 Exodus. 3:515 En de vorst van het heer des HEREN zeide tot Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed dit.

5 Daarop zeide Hij: Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilige grond.

Wat vond er plaats in de oude tijd, toen het tabernakel opgericht was? Exodus. 40:34 /2 Kronieken. 5:1334 En de wolk bedekte de tent der samenkomst, en de heerlijkheid des HEREN vervulde de tabernakel,

13 Toen zij samen trompetten en eenstemmig een lied lieten horen, om de HERE te loven en te prijzen, en de stem verhieven bij trompetten, cimbalen en andere muziekinstrumenten, en de HERE aldus prezen: Want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, toen werd het huis, het huis des HEREN, vervuld met een wolk,


Waarom moet iedereen eerbied tonen voor het huis der gebed? Habakuk 2:2020 Maar de HERE is in zijn heilige tempel. Zwijg voor Hem, gij ganse aarde!
Hoe toonde Christus Zijn ontzag voor de heiligheid van Gods huis? Markus 11:15-17 15 En zij kwamen te Jeruzalem. En Hij ging de tempel binnen en begon hen, die in de tempel verkochten en kochten, uit te drijven en de tafels der wisselaars en de stoelen van hen, die de duiven verkochten, keerde Hij om,
16 en Hij liet niet toe, dat iemand enig voorwerp door de tempel droeg;
17 en Hij leerde en sprak tot hen: Staat er niet geschreven, dat mijn huis
een bedehuis zal heten voor alle volken?
Welke straf bracht God over Nadab en Abihu voor het offeren van vreemd of gewoon vuur in de dienst van het tabernakel? Leviticus 10:1, 2
1 En de zonen van Aaron, Nadab en Abihu, namen ieder zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij vreemd vuur voor het aangezicht des HEREN, wat Hij hun niet geboden had.
2 Toen ging er vuur uit van de HERE en dit verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht des HEREN.

Tot welk doel worden wij vermaand, genade te hebben? Hebreeën 12:28,29 28 Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehaaglijke wijze met eerbied en ontzag,
29 want onze God is een verterend vuur.
In welk geest, zei David, zou hij aanbidden? Psalm 5: 77 Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij neerbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U.
Welke aanwijzingen heeft Salomo gegeven aangaande ons gedrag in Gods huis? Prediker 5:11 Behoed uw voet, als gij naar Gods huis gaat; immers, naderen om te horen is beter dan het offeren der dwazen, want die weten niet, dat zij kwaad doen.
Hoe alom, zei God, zou hij geëerd worden? Maleachi 1:11 11 Want van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, is mijn naam groot onder de volken, allerwegen wordt mijn naam reukwerk gebracht en een rein spijsoffer, want groot is mijn naam onder de volken, zegt de HERE der heerscharen.
Voor hoe velen zou Gods huis een huis des gebed zijn? Jesaja 56:7
7 hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.

Wie is er tegenwoordig bij alle samenkomsten in de naam van Christus? Mattheus. 18:2020 Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden.