07 De dienst van goede engelen
De Dienst der Goede Engelen.
1 .Van welke geslacht spreekt Paulus in de brief aan de Efeze? Efeze 3: 14,15
14 Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader,
15 naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
2 .Bij welke naam worden de leden van dit geslacht genoemd? Job 1: 6/ 1Johannes 3: 1
6 Er was nu een dag, als de kinderen Gods kwamen, om zich voor den HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam.
1 Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent.
3 .Met welke naam benoemen wij gewoonlijk degenen, die het geslacht in de hemelen uitmaken? Openbaringen 5: 11
11 En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen,
4 .Waren er engelen voor dat er mensen gestorven waren? Genesis 3: 24
24 En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.
5 .Wie waren getuigen van het leggen der fondamenten van de aarde? Job 38: 6,7
6 Waarop zijn haar pijlers neergelaten, of wie heeft haar hoeksteen gelegd,
7 terwijl de morgensterren samen juichten, en al de zonen Gods jubelden?
6 .Hoeveel van deze wezens zag Johannes rondom de troon? Openbaringen 5: 11
11 En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen,
7 .Behoren de engelen tot een hogere orde van schepselen dan de mens? Psalm 8: 4-6
4 Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?
5 En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond?
6 Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet;
8 .Wordt Christus ooit een engel genoemd? Exodus 23: 20-23/ Handelingen 7: 38/ 1Korintiers 10: 4. Jesaja 63: 9/ Judas 8. Zie ook Daniël 12:1. en 1Thessalonissenzen 4:16.
20 Zie, Ik zend een engel voor uw aangezicht, om u te bewaren op de weg en om u te brengen naar de plaats, die Ik bereid heb.
21 Neem u voor hem in acht en luister naar hem, wees tegen hem niet weerspannig, want hij zal uw overtredingen niet vergeven, want mijn naam is in hem.
22 Maar indien gij aandachtig naar hem luistert, en alles doet, wat Ik zeg, zal Ik uw vijanden vijandig bejegenen, en benauwen die u benauwt.
38 Deze is het, die in de vergadering in de woestijn met de engel was, die tot hem sprak op de Sinai, en met onze vaderen; en hij ontving levende woorden om die u te geven.
4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen meeging, en die rots was de Christus.
9 Hij is hun redder geweest in al hun nood. Niet een bode of een engel, maar Hij heeft hen zelf gered. In zijn liefde en zijn mededogen heeft Hijzelf hen verlost. Hij heeft hen opgenomen en gedragen, in alle vroegere dagen.
9 Zelfs de aartsengel Michael heeft het niet gewaagd een smadelijk oordeel tegen de duivel uit te spreken, toen hij met hem een woordentwist had en streed om het lichaam van Mozes; hij zei slechts: ‘De Heer moge u bestraffen.’
9 .Wat wordt er gezegd over de kracht en het karakter der engelen? Psalm 103: 20
20 Prijs nu de HEER, jullie, zijn boden, die met macht zijn bevelen uitvoeren, gehoorzaam aan wat Hij jullie opdraagt.
10.Welke beschrijving wordt van Gabriël gegeven door Daniel? Daniel 10: 6
6 Zijn lichaam leek op topaas en zijn gezicht lichtte als de bliksem; zijn ogen waren vurige fakkels, zijn armen en benen glansden als gepolijst brons en zijn stem was zo luid als het geschreeuw van een menigte.
11.Wat was de gedaante van de engel, die de steen van het graf afwentelde bij de opstanding va Christus? Mattheus 28: 3
3 En zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding wit gelijk sneeuw.
12.Wat toont dat de engelen, die tot Abraham en lot gezonden werden, werkelijk wezens waren? Genesis 18: 8/ 19:3.
8 En hij nam boter en melk, en het kalf, dat hij toegemaakt had, en hij zette het hun voor, en stond bij hen onder dien boom, en zij aten.
3 En hij hield bij hen zeer aan, zodat zij tot hem inkeerden, en kwamen in zijn huis; en hij maakte hun een maaltijd, en bakte ongezuurde koeken, en zij aten.
13.Welke reden geeft Paulus als een aanmoediging om vreemdelingen te herbergen? Hebreeen13: 2
2 Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.
14.Wat zag Jacob in zijn droom te Bethel? Genesis 28: 12
12 Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie, engelen Gods klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder.
15.Aan wiens gezag zijn de engelen onderdanig? 1Petrus 3: 21,22
21 Dit was een voorafbeelding van het doopwater, waardoor gij nu gered wordt. De doop beoogt niet de verwijdering van lichamelijke onreinheid, maar de verbintenis met God van een goed geweten, krachtens de opstanding van Jezus Christus,
22 die ten hemel gevaren zetelt aan Gods rechterhand, nadat engelen en machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.
16.Met welk werk houden de engelen zich bezig? Hebreeën 1: 14
14 Wat zijn zij anders dan dienende geesten, uitgezonden ten behoeve van hen voor wie het heil is weggelegd?
17.Welke tekst toont aan, dat ieder kind van God een begeleidende engel heeft? Mattheus 18: 10
10 Ziet toe, dat gij niet een dezer kleinen veracht. Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is.
18.Hoe wordt de wacht, welke zij over Gods volk houden, uitgedrukt? Psalm 34: 8
7 De engel des Heren strijkt neder, legt zijn wacht rondom wie God vrezen.
19.Door middel waarvan werden de Joodse mannen beschermd, toen zij in de vurige oven waren? Daniel 3: 25-28
25 Hij zeide: Zie, ik zie vier mannen vrij wandelen midden in het vuur, en zij hebben geen letsel, en het uiterlijk van de vierde gelijkt op dat van een zoon der goden!
26 Toen trad Nebukadnessar op de deur van de brandende vuuroven toe; hij nam het woord en zeide: Sadrak, Mesak en Abednego, gij dienaars van de allerhoogste God, treedt naar buiten en komt hier! Toen kwamen Sadrak, Mesak en Abednego uit het vuur.
27 En de stadhouders, de oversten, de landvoogden en de raadsheren van de koning kwamen bijeen; zij zagen, dat het vuur geen macht had gehad over de lichamen van deze mannen, dat hun hoofdhaar niet was geschroeid, dat hun mantels ongeschonden gebleven waren, ja, dat er zelfs geen brandlucht aan hen gekomen was.
28 Nebukadnessar hief aan en zeide: Geloofd zij de God van Sadrak, Mesak en Abednego! Hij heeft zijn engel gezonden en zijn dienaren bevrijd, die zich op Hem hebben verlaten, het bevel van de koning hebben overtreden, en hun lichamen prijsgegeven, omdat zij geen enkele god willen vereren of aanbidden dan alleen hun God.
20.Hoe zei Daniel, toen hij in de leeuwenkuil geworpen was, dat hij van de dood verlost was? Daniel 6: 23
23 Uitermate verheugd gaf de koning het bevel om Daniël uit de kuil te trekken. Daarop werd Daniël uit de kuil getrokken. Hij had geen verwondingen opgelopen omdat hij op zijn God vertrouwd had.
21.Wat zei Elisa, toen hij omringd was van het Heil der Syriers, en waar bad hij om, opdat zijn angstige dienstknecht bemoedigd zou worden? 2Koningen 6: 16,17
16 En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn.
17 En Elisa bad, en zeide: HERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa.
22.Wat zegt de psalmist van de wagens Gods? Psalm 68:18
18 Gij zijt opgevaren naar den hoge; Gij hebt gevangenen meegevoerd; Gij hebt gaven in ontvangst genomen onder de mensen, ja ook van weerspannigen; om daar te wonen, o HERE God.
23.Door welk middel werden de apostelen uit de gevangenis verlost? Handelingen 5: 19
19 Maar de engel des Heren opende des nachts de deuren der gevangenis en leidde hen uit, en zeide:
24.Hoe werd Petrus later verlost? Handelingen 12: 7-10
7 En zie, een engel des Heren stond bij hem en er scheen licht in het vertrek, en hij stootte Petrus in zijn zijde om hem te wekken en zeide: Sta snel op! En de ketenen vielen van zijn handen.
8 En de engel zeide tot hem: Omgord u en bind uw sandalen aan. En hij deed aldus. En hij zeide tot hem: Sla uw mantel om en volg mij.
9 En hij volgde hem naar buiten en hij wist niet, dat het werkelijkheid was, wat door de engel gedaan werd, maar hij meende een gezicht te zien.
10 Toen zij langs de eerste en de tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidde, welke vanzelf voor hen openging. En buiten gekomen, gingen zij een straat ver en terstond daarna verliet de engel hem.
25.Hoe werd Elia, toen hij gereed stond om een afstand van veertig dagen en nachten te gaan, voor deze reis gesterkt?
1Koningen 19: 7,8
7 Doch wederom, ten tweeden male, raakte de engel des HEREN hem aan, en zeide: Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn.
8 Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb.
26.Hoe werd Christus gesterkt na veertig dagen gevast te hebben in de woestijn? Mattheus 4: 11
11 Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem.
27.Hoe werd Christus bij Zijn lijden in de hof van Gethsemane gesterkt? Lukas 22: 43
43 En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven.
28.Stellen de engelen belang in het verlossingsplan? 1Petrus 1: 12
12 Maar hun werd geopenbaard, dat zij deze boodschap moesten beheren voor u, niet voor zichzelf. En nu is die boodschap bij monde van de evangeliepredikers openlijk aan u verkondigd, in de kracht van de heilige Geest, die van de hemel is
neer gezonden. Dit zijn geheimen waarin zelfs engelen verlangen door te dringen.
29.Stellen zij belang in de bekering der mensen? Lukas 15: 10
10 Zo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert
30.Voor het aangezicht van wie wordt er gezegd, dat wij spreken? Prediker 5: 4, 5
5 Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt.
6 Laat uw mond niet toe, dat hij uw vlees zou doen zondigen; en zeg niet voor het aangezicht des engels, dat het een dwaling was; waarom zou God grotelijks toornen, om uwer stemme wille, en verderven het werk uwer handen?
31.Waar moeten de mensen in het oordeel rekenschap van geven? Mattheus 12:36/ Prediker 12: 13, 14.
36 Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels
13 Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.
14 Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.
32.Volgens wat zullen zij geoordeeld worden? Openbaring 20: 12
12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit wat in de boeken geschreven was, naar hun werken.
33.Wat bewijst, dat de daden van de mensen te boek worden gesteld? Maleachi 3: 16/ Jesaja 65:6/ Jeremia 2:22.
16 Dan spreken zij die de HERE vrezen, onder elkaar, ieder tot zijn naaste: De HERE bemerkte het toch en hoorde het en er werd een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven, ten goede van hen die de HERE vrezen en zijn naam in ere houden.
34.Hoeveel engelen dienen God in het oordeel? Daniel 7: 10
10 Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken werden geopend.
35.Wat belooft Christus aan de overwinnaars? Openbaringen 3: 5
5 Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam helemaal niet uitdoen uit het boek des levens, en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
36.Welke bescherming heeft God aan Zijn volk tijdens de zeven laatste plagen beloofd? Psalm 91: 10-12
10 geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen;
11 want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen;
12 op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot.
37.Wanneer Christus komt, wie zullen er dan met Hem komen, en wat zullen zij doen? Mattheus 16:27/ 24:31
27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en dan zal Hij een iegelijk vergelden naar zijn doen
31 En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere.
38.Waar zullen de heiligen dan heen gaan? 1Thessalonicenzen 4: 17
17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen tesamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Here tegemoet, in de lucht; en zo zullen wij altijd met den Here wezen.