05 Wonderen van Christus
Wonderen van Christus
Welke getuigenis legden de overpriesters en Farizeën af aangaande het werk van Christus? Johannes 11: 47
47 De overpriesters en de Farizeeën dan riepen de Raad samen en zeiden: Wat doen wij, want deze mens doet vele tekenen?
Waardoor zei Petrus op de Pinksterdag, dat het uitgekomen was, dat Christus een man van God was? Handelingen 2: 22
22 Mannen van Israël, hoort deze woorden: Jezus, de Nazireeër, een man u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw midden verricht heeft, zoals u zelf weet,
Door welk middel zei Christus dat Hij de duivelen uitwierp? Matheus 12: 28
28 Maar indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen.
Op welke grond berustte het geloof van Nikodemus, dat Christus een van God gezonden leraar was? Johannes 3:2
2 deze kwam des nachts tot Hem en zei tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijd als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is.
Nadat Hij de blinde genezen had, waardoor trachtten sommigen de Farizeën te bewijzen, dat Christus niet uit God was? Johannes 9: 16
16 Sommige dan van de Farizeeën zeiden: Deze mens komt niet van God, want Hij houdt de sabbat niet . Anderen zeiden: Hoe kan een zondig mens zulke tekenen doen? En er was verdeeldheid onder hen.
Welke vraag deden anderen in tegenspraak daarvan? Johannes 9: 16
16 Sommige dan van de Farizeeën zeiden: Deze mens komt niet van God, want Hij houdt de sabbat niet . Anderen zeiden: Hoe kan een zondig mens zulke tekenen doen? En er was verdeeldheid onder hen.
Wat was de uitkomst van de wonderwerken, die Christus bij zijn eerste paasfeest deed? Johannes 2: 23
23 En terwijl Hij te Jeruzalem was, op het paasfeest, geloofden velen in zijn naam, doordat zij zijn tekenen zagen, die Hij deed;
Welke vraag werd door veel mensen gesteld, die deze wonderwerken zagen?
Johannes 7: 31
31 En uit de schare kwamen velen tot geloof in Hem en zij zeiden: Zal de Christus, wanneer Hij komt, soms meer tekenen doen dan deze gedaan heeft?
Waardoor werden er velen tot Christus aangetrokken? Johannes 6: 2
2 En Hem volgde een grote schare, omdat zij de tekenen zagen, die Hij aan zieken verrichtte.
Wat zeiden de mensen, toen zij al deze dingen zagen? Markus 7: 37
37 En zij waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: Hij heeft alles wel gemaakt, ook de doven doet Hij horen en de stommen spreken.
Welke soorten van kwalen en ziekten genas Jezus? Matheus 4: 23 / 12: 15
23 En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk.
Wie werden tot Hem gebracht om genezen te worden? Matheus 4: 24
24 En het gerucht van Hem drong door tot in geheel Syrië; en men bracht tot Hem allen, die ernstig ongesteld waren, gekweld door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen en maanzieken en verlamden, en Hij genas hen.
Wat zei Christus tot de vrouw, die Hem aangeraakt had, dat haar had gezond gemaakt? Matheus 9: 22
22 Maar Jezus keerde Zich om, zag haar en zei: Houd moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was behouden van dat ogenblik af
Wat zei Hij tot de twee blinden, toen Hij hen genas? Matheus 9: 29
29 Toen raakte Hij hun ogen aan en zei: U geschiede naar uw geloof.
Wat zei Hij Christus tot een ander, aan wie Hij het gezicht gegeven had?
Lukas 18: 42
42 En Jezus zei tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden.
Welke les wilde Christus dat er geleerd zou worden door de genezing van de geraakte? Lukas 5: 24
24 Maar, opdat u mocht weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven, zei Hij tot de verlamde: Tot u zeg Ik, sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis.
Welke uitwerking hadden Christus wonderen op degenen, die genezen werden, en het volk, dat er getuige van was? Lukas 18: 43/ 13: 17
43 En terstond werd hij ziende en hij volgde Hem, God lovende. En al het volk zag het en gaf God lof.
17 Toen Hij dit zei, schaamden zich al zijn tegenstanders, en de gehele schare verheugde zich over al de heerlijke dingen, die door Hem geschiedden .
Welke boodschap zond Christus aan Johannes de Doper, terwijl die in de gevangenis was tot sterking van zijn geloof? Matheus 11: 4-6
4 En Jezus antwoordde en zei tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes wat u hoort en ziet:
5 blinden worden ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden worden opgewekt en armen ontvangen het evangelie.
6 En zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt.
Door welk wonderwerk voerde Christus Zijn werk op aarde tot het toppunt? Johannes 11: 43, 44
43 En na dit gezegd te hebben, riep Hij met luider stem: Lazarus, kom naar buiten!
44 De gestorvene kwam naar buiten, de voeten en de handen gebonden met grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gezicht gebonden. Jezus, zijde tot hen: Maakt hem los en laat hem heengaan.
Welk gevolg had dit grote wonder? Johannes 11: 45
45 Vele der Joden dan, die tot Maria gekomen waren en aanschouwd hadden wat Hij gedaan had, geloofden in Hem
Wat zeiden de Farizeën, toen zij de belangstelling zagen, welke dit wonder wekte? Johannes 12: 19
19 De Farizeeën dan zeiden tot elkaar: Gij ziet voor uw ogen, dat u niets bereikt; zie, de gehele wereld loopt Hem na.
Wat legde Jezus aan de mensen vóór als een grondslag van vertrouwen in Hem? Johannes 10: 37-38 / 14: 11
37 Indien Ik de werken mijns Vaders niet doe, gelooft Mij niet.
38 doch indien Ik ze doe en u Mij toch niet gelooft, gelooft dan de werken, opdat u weten en erkennen mocht, dat de Vader in Mij is en Ik in de Vader.
11 Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf.
Gebruikte Jezus ooit alledaagse middelen bij het doen van Zijn wonderen?
Johannes 9:6-7/ Markus 7: 33-35/ 8: 23-25/ 2Koningen 5: 1-14
6 Na dit gezegd te hebben, spuwde Hij op de grond en maakte slijk van dit speeksel en Hij legde hem het slijk op de ogen
7 en zei tot hem: Ga heen, was u in het badwater Islam, wat vertaald wordt door: uitgezonden. Hij dan ging heen, wies zich en kwam ziende terug.
23 En Hij zei tot hen: Gij zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld .
24 Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik het ben, zult gij in uw zonden sterven.
25 Zij dan zeiden tot Hem: Wie zijt Gij? Jezus, zei tot hen: Wat spreek Ik eigenlijk nog met u?
Waarom zijn de wonderwerken van Christus door de Bijbelschrijvers te boek gesteld? Johannes 20: 30-31
30 Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen zijner discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek,
31 maar deze zijn geschreven, opdat u gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat u, gelovende, het leven hebt in zijn naam.
Wonderen
van Christus |
Matheus |
Markus |
Lukas |
Johannes |
|
|
|
|
|
Twee
blinden genezen |
9:
27-31 |
|
|
|
Een
stomme duivelbezetene genezen |
9:
32-33 |
|
|
|
Geldstuk
in de mond van een vis |
17:
24-27 |
|
|
|
Doofstomme
genezen |
|
7:
31-37 |
|
|
Een
blinde genezen |
|
8:
22-26 |
|
|
Ongezien
door een menigte heengegaan |
|
|
4:
28-31 |
|
Wonderbare
visvangst |
|
|
5:
1-11 |
|
Opwekking
van de zoon van de weduwe |
|
|
7:
11-17 |
|
Genezing
van een vrouw met een kwaal |
|
|
13:
11-17 |
|
Waterzuchtige
genezen |
|
|
14:
1-6 |
|
Tien
melaatsen genezen |
|
|
17:
11-19 |
|
Het
oor van Malcus geheeld |
|
|
22:
50-51 |
|
Water
in wijn veranderd |
|
|
|
2:
1-11 |
Genezing
van een zoon van de edelman |
|
|
|
4:
46-54 |
Een
lamme genezen |
|
|
|
5:
1-16 |
Blindgeborene
genezen |
|
|
|
9 |
Lazarus
opgewekt |
|
|
|
11:
1-46 |
Wonderbare
visvangst |
|
|
|
21:
1-11 |
Genezing
van de knecht van hoofdman |
8:
5-13 |
|
7:
1-10 |
|
Blinde
duivelbezetene genezen |
12:
22-30 |
|
11:
24-26 |
|
Syro-Phoenicies
meisje genezen |
15:
21-28 |
7:
24-30 |
|
|
Spijziging
van de vier duizend |
15:
23-39 |
8:
1-9 |
|
|
De
vijgenboom |
21:
17-22 |
11:
12-14 |
|
|
Duivelbezetene
in de synagoge genezen |
|
1:
23-28 |
4:
33-37 |
|
Een
melaatse genezen |
8:
2-3 |
1:
4o-42 |
5:
12-13 |
|
Petrus
schoonmoeder genezen |
8:
14-15 |
1:30-31 |
4:
38-39 |
|
Het
bedaren van de storm |
8:
23-27 |
4:
34-41 |
8:
22-25 |
|
Vele
duivelen uitgeworpen |
8:
28-34 |
5:
1-20 |
8:
26-37 |
|
Een
geraakte genezen |
9:
1-8 |
2:
3-12 |
5:
18-26 |
|
Vrouw
van bloedvloeiing genezen |
9:
20-22 |
5:
25-34 |
8:
43-48 |
|
Jaïrus'
dochter opgewekt |
9:
18-26 |
5:
22-43 |
8:
41-56 |
|
Man
met verdorde hand genezen |
12:
10-13 |
3:
1-5 |
6:
6-10 |
|
Het
wandelen op de zee |
14:
22-33 |
6:
48-51 |
|
6:
16-21 |
Duivelbezeten
jongeling genezen |
17:
14-21 |
9:
14-29 |
9:
38-42 |
|
De
blinde Bartimeüs genezen |
20:
30-40 |
10:
46-52 |
18:
35-43 |
|
Spijziging
van de vijf duizend |
14:
15-21 |
6:
35-44 |
9:
12-17 |
6:
5-14 |
|
|
|
|
|