27 - DE OPSTANDING TEN OORDEEL
DE OPSTANDING TEN OORDEEL
"Want boosdoeners worden uitgeroeid, maar wie de Here verwachten, zullen het land beá‰árven." Psalm 37:9
Aan het einde van 'de duizend jaar' zal de tweede opstanding geschieden. Dan zullen de onrechtvaardigen uit de dood worden opgewekt en zij zullen voor God verschijnen. De schrijver van de Openbaring zegt - nadat hij de opstanding van de rechtvaardigen beschreven heeft: "Maar de overige doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaar geá‰áindigd waren" (Openb. 20:5).
Bij de eerste opstanding kwamen allen te voorschijn in de glans der onsterfelijkheid, maar bij de tweede opstanding zijn de kentekenen van het verderf aan allen te zien. De koningen en de edelen van de aarde, de ontaarden en de gewone man, de geleerden en ongeletterden komen samen uit hun graf tevoorschijn. Allen aanschouwen de Zoon des mensen. Zelfs de mensen die Hem gesmaad en bespot hebben, zij die Hem met de roede geslagen hebben, aanschouwen Hem in Zijn volledige Koninklijke majesteit. Degenen, die Hem bespuwden in het uur van Zijn beproeving, wenden zich af van Zijn doordringende blik en van de heerlijkheid van Zijn verschijning. Degenen, die de spijkers door Zijn handen en voeten sloegen, zien nu op de littekens van Zijn kruisiging. Zij, die de speer in Zijn zijde staken, zien de littekens van hun wreedheid aan Zijn lichaam toegebracht. Zij erkennen, dat Deze dezelfde is als Die zij gekruisigd en bespot hebben in Zijn doodsstrijd. Dan ontstaat er een bittere en lang aanhoudende weeklacht als van mensen in doodsnood, terwijl zij wegvluchten om de tegenwoordigheid van de Koning der Koningen en de Here der Heerscharen te ontvluchten.
Allen zoeken zij een toevlucht in de rotsen om zich te verbergen voor de ontzagwekkende heerlijkheid van Hem, die zij eens hebben gesmaad. Wanneer zij overstelpt en diep getroffen zijn door Zijn majesteit en Zijn overvloedige heerlijkheid, verheffen hun stemmen zich eensluidend en roepen duidelijk en vol ontzag: "Gezegend is Hij die komt in de naam des Heren" (Ps. 118:26).
Dan zal er vuur uit de hemel neerkomen van God, en dit zal de bozen vernietigen, met wortel en tak: satan is de wortel en de takken zijn kinderen.
Dat ze buiten de hemel worden gesloten is hun eigen vrije keuze. Hun lotsverkiezing hebben zij zelf beschikt en is van Gods zijde rechtvaardig en barmhartig.