24 - DE DOOD VERSLONDEN TOT OVERWINNING
DE DOOD VERSLONDEN TOT OVERWINNING
"Want wij, die nog in een tent wonen, zuchten bezwaard, omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven worde verslonden." 2 Corinthiers 5:4
De Levengever zal komen om de boeien van het graf te verbreken. Hij zal de gevangenen bevrijden uit hun graf en zal verkondigen; "Ik ben de opstanding en het leven."
Er staat nergens in de Heilige Schrift, dat de rechtvaardigen hun loon en de onrechtvaardigen hun straf zullen ontvangen, wanneer zij sterven. De patriarchen en de profeten hebben ook niet een dergelijk getuigenis nagelaten. Christus en Zijn apostelen hebben daar geen aanwijzing voor gegeven. De Bijbel leert duidelijk, dat de doden niet onmiddellijk naar de hemel gaan.
Zij worden voorgesteld als slapende en blijven in die toestand tot aan de opstanding. Wanneer de mens sterft vergaan al zijn gedachten. Zij, die in het graf afdalen, zijn zonder bewustzijn. Zij weten niets van wat onder de zon geschiedt. Welk een gezegende rust voor de vermoeide rechtvaardigen! De tijd, hoe lang of kort ook, het is voor hen slechts een ogenblik.
Zij slapen! Zij worden opgewekt door Gods bazuin om met de heerlijke onsterfelijkheid bekleed te worden. "...want de bazuin zal klinken en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden." "Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen... dan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning!" (1 Cor.15:52)
Als ze uit hun diepe slaap geroepen worden, zullen ze beginnen te denken vanaf het punt, dat hun gedachtengang ophield. De laatste ervaring die ze meemaakten was de prikkel van de dood. De laatste gedachte die ze hadden was die van de dood. Wanneer zij uit het graf oprijzen, zal hun eerste blijde gedachte weerklinken in het overwinnend geschal: "O, dood waar is uw prikkel? O, graf waar is uw overwinning?" (1 Cor. 15:55).
Wanneer zij ontwaken is de angst en de pijn die zij voelden toen zij stervende waren, geheel voorbij. De poorten van Gods stad nodigt de verlosten uit om binnen te treden om zich in de rijen van de Cherubijnen en de Serafijnen te scharen. Christus heet hen welkom en geeft hun Zijn zegen. "Wel gedaan, gij goede en trouwe dienstknecht, ga in, in de vreugde uws Heren" (Matth. 25:21).