21 - DE LEUGEN VAN DE ONSTERFELIJKE ZIEL
DE LEUGEN VAN DE ONSTERFELIJKE ZIEL
"Schatten verwerven met bedrieglijke tong is een verwaaiende nevel, dodelijke valstrikken." Spreuken 21:6
De eerste leugen die satan Eva vertelde in Eden was: "Gij zult de dood niet sterven." Dit was de eerste preek, die ooit is gehouden over de onsterfelijkheid van de ziel. Deze preek werd met succes bekroond en de gevolgen hiervan waren rampzalig. De geest van vele mensen heeft hij er toe gebracht deze preek voor waarheid aan te nemen en er zijn predikers, die deze leer verkondigen d.m.v. preek, gezang of gebed.
Na de val, heeft satan zijn engelen geboden, zich in het bijzonder in te spannen om deze valse leer over 'de onsterfelijkheid van de ziel' in te prenten. Als zij het volk zouden hebben verleid om deze dwaling aan te nemen, dan zouden zij hen er vervolgens toe brengen om te geloven dat de overleden zondaar in een eeuwige ellende voort zou moeten leven. Nu stelt de vorst der duisternis, die door zijn engelen of mensen werkt, God voor als een wraakzuchtig tiran, Die verklaart, dat Hij al degenen, die Hem mishagen, in de hel zal werpen, om hen daar in eeuwigheid Zijn toorn te laten voelen.
Voor een grote groep mensen, is deze leer van eeuwige pijniging een gruwel, en wordt zo in de tegenovergestelde richting gedreven, waar ook alleen maar dwaling is. Zij is er van overtuigd, dat de Schrift ons God toont, als een wezen van liefde en medelijden. Daarom kan zij niet geloven, dat Hij Zijn schepselen zou veroordelen tot het vuur van een eeuwigbrandende hel. Maar wanneer zij blijft geloven in de onsterfelijkheid van de ziel, dan blijft er voor hen niets anders over dan te geloven dat uiteindelijk iedereen gered zal worden. Velen beschouwen de bedreigingen die in de Bijbel voorkomen alleen nodig om de mens uit vrees tot gehoorzaamheid te brengen. Zij zien ze niet als feiten die letterlijk in vervulling zullen gaan. Op die manier kan de zondaar zijn leven van zelfzuchtig genot voortzetten zonder aan Gods eisen te voldoen. En toch de verwachting koesteren, dat Hij uiteindelijk aangenomen zal worden.
God heeft aan de mensen Zijn karakter, en de wijze waarop Hij met de zonde handelt, getoond. "Hij verdelgt alle goddelozen...?" (Ps.145:20). Toch zal blijken dat zijn gerechtvaardigde vergelding volkomen in overeenstemming is met het barmhartige, lankmoedige en liefdevolle karakter van God.
Allen, die een juist begrip hebben van deze goede eigenschappen zullen Hem liefhebben, omdat zij tot Hem worden getrokken uit bewondering voor Zijn karakter.