2 - MIJN STERKTE IN VERZOEKING
MIJN STERKTE IN VERZOEKING
"Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige." Psalm 119:11
Als wij wensen niet door dwaling en valsheid te worden verleid, moet het hart vervuld zijn met de waarheid. Het Woord van God zal de geest voorzien van de wapenen die goddelijke kracht bezitten om de vijand te verslaan. Gelukkig is de mens, die in geval van verzoeking, een ziel heeft die rijk is aan kennis van de Schrift, en die een toevlucht vindt onder Gods beloften. De Psalmist zegt: "Ik berg Uw Woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige."
Dit Woord moet altijd in onze harten bewaard blijven en op onze lippen zijn. "Er staat geschreven" moet ons anker zijn. Degenen, voor wie Gods Woord hun raadsman is, zijn zich bewust van de zwakheid van het menselijk hart en van de macht van de genade van God om elke ongeheiligde opwelling te bedwingen. Hun harten zijn steeds vol gebed, en zij staan onder bescherming van heilige engelen. Wanneer de vijand komt gelijk een vloed, heft de Geest van God voor hen het vaandel op, tegen hem. Er is vrede in het hart, want de kostbare, machtige invloed van de waarheid heerst daar.
Het Woord van God is een kanaal tot gemeenschap met de levende God. Degene die zich voedt met het Woord zal vrucht dragen in alle goede werken. Hij zal rijke mijngroeven ontdekken, waarin waarheden verborgen liggen, die hij moet opdelven als een schat. Als hij door verzoekingen omringd wordt, zal de Heilige Geest hem de juiste woorden ingeven, om de verzoeking te weerstaan, op het ogenblik zelf, dat dit het meest nodig is, en zo kan hij deze woorden doeltreffend aanwenden.
Wij moeten beter bekend worden met onze Bijbel. Wij zouden de deur naar vele verzoekingen kunnen afsluiten, als wij gedeelten van de Bijbel uit het hoofd zouden leren. Laten wij satans verzoekingen tegemoet treden met een: "Er staat geschreven." Wij zullen conflictsituaties tegenkomen die ons geloof en onze moed zullen toetsen, maar die zullen ons sterker maken als wij overwinnen door de genade die Christus wil geven. Maar wij moeten geloven; wij moeten zonder te twijfelen Zijn beloften aangrijpen.