You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index > Christus en Zijn Gerechtigheid
 
God geopenbaard in het vlees

"Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond" (Joh. 1:14)

Er zijn geen woorden die duidelijker konden aantonen dat Christus zowel God als mens was. Oorspronkelijk was Hij alleen maar Goddelijk, toen naam Hij de menselijke natuur op Zich, wandelde onder de mensen als een gewone sterveling, behalve op de momenten dat Zijn Goddelijkheid naar buiten scheen, zoals gebeurde bij de reiniging van de tempel, of toen Zijn brandende woorden van pure waarheid zelf zijn vijanden ertoe dwong te bekennen dat "nooit iemand sprak als deze man."

De vernedering die Christus vrijwillig op Zich nam, wordt het best uitgedrukt door Paulus aan de Philippenzen: "Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als roof heeft geacht maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen en mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als mens bevonden heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot den dood. Ja tot den dood des kruises. (Phil.2:5-8). (Vergelijk de oude vertaling hiermee.)

De bovenstaande vertaling maakt deze tekst veel duidelijker dan hij in de gewone vertaling is. Dit is de gedachte: alhoewel Christus in de gestalte Gods was en de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen" (Hebr.1:3), in het bezit van alle Goddelijke eigenschappen, Heerser van het universum, en de Ene die alle hemelen in blijdschap eren, toch vond Hij niet dat iets van deze dingen te verkiezen was zolang de mensheid verloren en krachtloos was. Hij kon geen vreugde scheppen in Zijn glorie terwijl de mens een buitengestotene was en zonder hoop. Daarom ontledigde Hij Zichzelf, ontdeed Zich van al Zijn Rijkdommen en Zijn heerlijkheid, en nam de natuur der mensen op Zich om hen te kunnen verlossen. Op deze wijze kunnen we Christus’ eenheid met de Vader rijmen met de tekst "Mijn Vader is meer dab IK."

Het is voor ons onmogelijk om te begrijpen hoe Christus, als God zich kon vernederen tot de dood aan het kruis; het is meer dan zinloos voor ons om erover te speculeren. Alles wat we kunnen doen is de feiten, zoals ze ons in de Bijbel worden voorgelegd, aan te nemen. Indien de lezer het moeilijk vindt om bepaalde teksten in de bijbel, over de natuur van Christus, met elkaar te doen overeenstemmen, dan moet hij eraan denken dat het onmogelijk is om in woorden uit te drukken die ons beperkte verstand volledig kunnen begrijpen. Net als het enten van de heidenen in de stam Israël tegennatuurlijk is, zo is veel van de Goddelijke stelsel een paradox voor het menselijke begrip.

Andere teksten die we zullen aanhalen, zullen ons het feit van de mensheid van Christus en de betekenis ervan voor ons, duidelijker maken. We hebben al gelezen :"Het woord is vlees geworden"; we zullen nu lezen dat Paulus over de natuur van dat vlees zegt: "Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zone veroordeeld in het vlees, opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest." (Rom. 8:3-4).

Even nadenken zal genoeg zijn om iedereen te laten zien, dat, als Christus de gelijkheid der mensen op zich naam om de mens te verlossen, Hij aan de zondige mens gelijk moest worden, omdat Hij kwam om de zondige mens te verlossen. De dood kon geen macht hebben over een zondeloos mens zoals Adam in Eden; hij zou geen enkele macht over Christus gehad kunnen hebben, als de Here niet de verkeerdheid van ons allemaal op Hem gelegd had.

Het feit dat Christus het vlees op Zich naam – niet van een zondeloos wezen maar van de zondige mens, dat het vlees dat Hij aannam alle zwakheden en zondige neigingen, waarvan de menselijke natuur is onderworpen, wordt ons bovendien getoond in de tekst dat Hij "gesproten uit het geslacht van David naar het vlees" was. David bezat alle hartstochten van de menselijke natuur. Hij zegt over zichzelf: Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder ontvangen" (Ps. 51:7). Het volgende citaat uit het boek de Hebreeën is wat dit betreft erg duidelijk: "Want over de engelen ontfermt Hij zich niet, maar Hij ontfermt zich over het nageslacht van Abraham. Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen." (Hebr.2:16-18)

Indien Hij in alen dingen gelijk werd aan Zijn broeders, dan moet Hij alle zwakheden ondergaan hebben en onderworpen zijn geweest aan alle verzoekingen van Zijn broeders. Nog enkele teksten die deze zaak zeer nadrukkelijk stellen zullen voldoende duidelijkheid geven over dit punt. We citeren eerst 2. Cor.5:21: "Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem." Dit is veel nadrukkelijker dan de tekst "in een vlees, aan dat der zonde gelijk." Hij werd voor ons "tot zonde gemaakt."

Dit is hetzelfde mysterie als dat de Zoon van God zou sterven. Het vlekkeloze Lam van God, dat geen zonde kende, werd tot zonde gemaakt. Zonder zonde, en toch niet alleen tot zondaar gerekend, maar daadwerkelijk de zondige natuur op zich nemend Hij werd tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtvaardigd. Zo zegt Paulus tot de Galaten: "…..heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen." (Gal. 4:4-5).

"Want doordat Hij zich zelf in verzoeking geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulpen komen." (Hebr. 2:18).

Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd." (Hebr. 4:15-16).

Nog een punt dan zijn we in staat de les, die we moeten leren volledig te bevatten. De les namelijk dat "het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoonnd. "Hoe was het mogelijk, dat Christus zo "omvangen met zwakheid" kon zijn (Hebr. 5:2) en toch geen zonde kende? Enkelen hebben terwijl ze dit lazen, misschien gedacht dat we het karakter van Christus in waarde doen dalen, door Hem tot het niveau van de zondige mens te verlagen. Niets is minder waar; wij verheerlijken eenvoudig de "Goddelijke macht" van onze dierbare Heiland, die zich vrijwillig verlaagde tot het peil van de zondige mensheid, opdat Hij de mens kon verhogen tot Zijn eigen vlekkenloze reinheid, die Hij onder de meest ongunstige omstandigheden behield. Zijn menselijkheid verborg slechts Zijn Goddelijke natuur, waardoor Hij onafscheidelijk verbonden was met de onzichtbare God. Daardoor was Hij met succes in staat de zwakheden van het vlees volledig te weerstaan.

Gedurende Zijn hele leven bestond uit strijd Het vlees had de neiging om te zondigen, ertoe aangezet door de vijand van alle gerechtigheid, maar toch koesterde Zijn Goddelijke natuur geen moment een zondig verlangen of wankelde Zijn Goddelijke macht een ogenblik. Nadat Hij in het vlees geleden had wat de mens maar kan lijden, keerde Hij naar de troon van Zijn Vader terug – netzo vlekkeloos als toen Hij de hemelse hoven boven verliet. Toen Hij in het graf lag, onder de macht van de dood, was het niet mogelijk "dat Hij door hem werd vastgehouden", want Hij kende geen zonde" (Hand. 2:24, 2.Cor. 5:21).

Maar sommigen zullen zeggen, "Ik zie hierin voor mij geen enkele troost; weliswaar heb ik een voorbeeld, maar ik kan het niet volgen, want ik heb de macht niet die Christus had. Hij was God – zelf hier op aarde. Ik ben maar een mens." Ja maar als u wilt, kunt u dezelfde macht bezitten die Hij bezat. Hij werd "omvangen met zwakheid" en toch heeft Hij geen zonde gedaan, doordat de Goddelijke macht voortdurend in Hem woonde. Luister nu eens naar de geïnspireerde woorden van apostel Paulus om te leren welk voorrecht wij hebben:

Zo buig ik dan mijn knieën voor den Vader, naar wien elk geslacht in den hemel en op de aarde genoemd wordt, dat Hij u naar den rijkdom zijner heerlijkheid geve door zijn Geest krachtig versterkt te worden naar den inwendigen mens; zodat Christus door het geloof in uw harten woont, daar gij in de liefde geworteld en gegrond zijt. Zo zult gij met al de heiligen in staat zijn te begrijpen, welke de breedte, de lengte, de hoogte en de diepte is, en de liefde van Christus kennen, die alle begrip te boven gaat; opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods." (Eph.3: 14-19)
We zou om nog meer kunnen vragen? Christus, in wie de gehele volheid der Godheid lichamelijk woont, wil in ons hart wonen, opdat wij vervuld mogen worden met alle volheid van God. Wat een heerlijke belofte. Hij kan "meevoelen met onze zwakheden." Omdat Hij geleden heeft onder alle zondige neigingen en verzoekingen, die het zondige vlees door overerving bezit, weet Hij daar alles vanaf. Hij vereenzelvigt zich nauw met Zijn kinderen dat alles wat hen bedrukt Hem netzo bedrukt. Hij weet hoeveel Goddelijke kracht nodig is om weerstand te bieden en als we ernstig verlangen "goddeloosheid en wereldse lusten" te verloochenen, dan is Hij bij machte en vol verlangen ons kracht te geven "uitermate overvloedig, boven bidden en denken." Als de macht die Christus van nature woonde, kan in ons door genade wonen, want Hij schenkt het ons voor niets.

Laten daarom de zwakke, bevende, met zonde beladen zielen moed vatten. Laten ze vrijmoedig tot de troon der genade komen", waar ze zeker genade zullen vinden, als hulp in tijd van nood, omdat deze behoefte juist in de tijd van nood dor onze Verlosser gevoeld wordt. Hij kan "meevoelen met onze zwakheden." Als Hij alleen maar 1800 jaar geleden had geleden, dan zouden we angst kunnen hebben, dat Hij bepaalde zwakheden was vergeten; maar dat is niet zo, juist dié verzoeking die u benauwt, raakt ook Hem. Zijn wonden blijven vers, en Hij leeft om te allen tijde voorsprak voor u te doen. Wat een heerlijke mogelijkheden stan de christenen ter beschikking! Welk een hoogten der heiligheid kan hij bereiken! Hoe hard Satan ook tegen hem strijd voert en hem aanvalt, waar het vlees het zwaks is, hij mag rusten in de schaduw van de Almachtige en vervuld worden met de volheid van Gods kracht. De Ene die sterker is dan Satan kan blijvend in zijn hart wonen; dan kan hij zeggen, terwijl hij als vanuit een sterke burcht Satans aanval bekijkt, "ik vermag alle dingen door Christus die mij sterkt."