Christus en zijn Gerechtigheid 

 

"en dit is zijn naam. waarmede men hem zal noemen: de Here onze gerechtigheid." Jer. 23:6.

 

"Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing." 1 Cor. 1:30.

 

In het eerste vers van het derde hoofdstuk van Hebreeën vinden we een aansporing, die alle opdrachten die ooit aan de christenen gegeven zijn samenvat. Het is deze: "Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op den apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus, die getrouw is jegens Hem, die Hem  heeft aangesteld"…… Als  we dit doen, zoals de Bijbel opdraagt, als we ons voortdurend en bewust op Christus richten en bedenken hoe Hij is. dan zal dit ons veranderen in een volmaakt christen, want "door aanschouwen worden we veranderd".

De dienaren van het evangelie hebben een bezielende opdracht om het thema "Christus" de mensen voortdurend voor ogen te houden en de aandacht op Hem alleen te richten. Paulus zei tot de Corinthiërs, "Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en dien gekruisigd" (1 Cor. 2:2) en er is geen reden te veronderstellen dat zijn prediking aan de Corinthiërs in welk opzicht dan ook verschillend was van zijn prediking elders. Hij zegt ons trouwens dat, toen God Zijn Zoon aan hem openbaarde, dit geschiedde opdat hij Hem zou verkondigen onder de heidenen (Gal. 1:15-16); en het was zijn vreugde dat hem genade was geschonken om "aan de heidenen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus te verkondigen." (Eph. 3:8)

 

Maar ook al hadden de apostelen Christus als hoofdthema van hun predikingen, is dat niet onze enige volmacht om Hem te verheerlijken. Zijn Naam is de enige naam onder de hemel den mensen gegeven, waardoor wij gered kunnen worden. (Hand. 4:12),

 

Christus zelf verklaarde dat niemand tot den Vader kan komen dan door Hem (Joh. 14:6). Tegen Nicodemus zei Hij: "En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven nebbe." (Joh. 3:14-15). Dit "verhogen" van Jezus, dat in de eerste plaats betrekking heeft op Zijn kruisiging, omvat meer dan een louter historisch feit; het betekent dat Christus "verhoogd" moet worden door allen die in Hem geloven, als de gekruisigde Verlosser, wiens genade en heerlijkheid voldoende zijn om te voorzien in de grootste behoefte van de wereld; het betekent dat Hij "verhoogd" moet worden in al Zijn uitzonderlijke lieflijkheid en macht als "God met ons", opdat Zijn Goddelijke aantrekkings­kracht ons op deze wijze allen tot Hem moge trekken. Zie Joh. 12:32.

 

De oproep om op Jezus te zien, en de reden daartoe, zijn gegeven in Hebr. 12:1-3; "Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen allen last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding den wedloop lopen, die vóór ons ligt. Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, den leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van den troon Gods. Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt."

 

Alleen wanneer wij voortdurend en onder gebed op Jezus zien, zoals Hij geopenbaard is in de Bijbel, kunnen wij er voor behoed worden nalatig te worden in het goeddoen en het achterblijven op de weg. Bovendien zouden we op Jezus zien omdat in Hem "al de schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn." (Col. 2:3). Ieder die wijsheid tekort komt krijgt de opdracht deze aan God te vragen, die aan alle mensen overvloedig schenkt en dat niemand verwijt. Hij heeft beloofd dat Hij het hem zal schenken; maar de wijsheid waarnaar we verlangen, kan alleen verkregen worden in Christus. De wijsheid die niet voortkomt uit Christus, en die dientengevolge niet tot Hem leidt, is alleen maar dwaasheid; want God, als de bron van alle dingen, is de schepper der wijsheid; miskenning van God is de ergste soort dwaasheid (zie Rom. 1:21-22); en alle schatten van wijsheid en kennis zijn verborgen in Christus; hij, die alleen de wijsheid van deze wereld kent, weet in werkelijkheid niets. Alle kracht in hemel en op aarde is aan Christus gegeven en daarom verklaart apostel Paulus dat Christus "de kracht Gods en de wijsheid Gods" is. (1 Cor. 1:24). Er  is echter één tekst, die  in het kort alles noemt wat Christus voor de mens is, en die zeer duidelijk de reden samenvat waarom wij op Hem zouden zien. Het is 1 Cor. 1:30: "Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing." Wij zijn onwetend, goddeloos, verloren; Christus is voor ons wijsheid, gerechtigheid, heiliging en verlossing. Wat een scala! Van onwetendheid en zonde tot gerechtigheid en verlossing. De hoogste aspiraties en behoeftes van de mens kunnen niet de grenzen bereiken van wat Christus en Hij alleen voor ons is. Voldoende reden waarom de ogen van allen op Hem gevestigd zouden moeten zijn.