|
||
You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index | ||
E.G. White "Jezus, de vriend voor Jong en Oud" "NEEMT
DEZE DINGEN VAN HIER WEG" De
volgende dag ging Jezus in de tempel. Drie jaren geleden had Hij mannen in het
voorhof gevonden, die daar kochten en verkochten. Hij had hen bestraft en uit
het voorhof verdreven. Nu
Hij weer in de tempel kwam, zag Hij dat dezelfde handel er nog steeds gedreven
werd. Het voorhof was vol koeien, schapen en gevogelte. Deze werden verkocht aan
hen, die ze wilden hebben als offeranden voor hun zonden. Afpersing
en diefstal werden door hen begaan, die deze onheilige handel dreven. Zó groot
was het lawaai in het voorhof, dat het de aanbidders daar binnen erg stoorde. Jezus
stond op de trap van de tempel en nogmaals wierp Hij een doordringende blik over
het voorhof. Aller ogen keerden zich naar Hem. De stemmen der mensen en het
geluid van het vee verstomden. Allen zagen met verbazing en ontzag naar de Zoon
van God. Het Goddelijke van Jezus scheen door het menselijke heen en gaf Hem een
majesteit en heerlijkheid, die Hij nooit tevoren vertoond had. De stilte werd
bijna ondragelijk. Eindelijk
sprak de Heiland op duidelijke toon, en met een kracht, die het volk als een
riet deed beven: "Er
is geschreven: En Mijn huis zal een bedehuis zijn, maar gij hebt het tot een
rovershol gemaakt." Luc. 19 : 46. Met
nog groter gezag dan Hij drie jaar tevoren vertoond had, beval Hij : "Neemt
deze dingen van hier weg!" Eenmaal
tevoren waren de priesters en de overheid van de tempel op het geluid van Zijn
stem weggevlucht. Daarna schaamden zij zich, dat zij dit gedaan hadden. Zij
wilden niet weer op zo'n wijze weglopen. Toch
werden zij nu met nog meer schrik vervuld en haastten zich meer dan tevoren om
Zijn bevel te gehoorzamen; zij vluchtten de tempel uit, hun vee voor zich uit
drijvende. Het
voorhof van de tempel werd bijna onmiddellijk gevuld met degenen, die hun zieken
en lijdenden brachten om door Jezus te worden genezen. Sommigen waren stervende.
Deze ongelukkigen voelden hun treurige nood. Zij
vestigden hun ogen smekend op het gelaat van Jezus, vrezende daar de
gestrengheid te zien, welke de kopers en verkopers uitgedreven had. Maar zij
bemerkten op Zijn gezicht alleen liefde en teder medelijden. Jezus
ontving de zieken vriendelijk, en ziekte en lijden verdwenen bij de aanraking
van Zijn hand. Hij nam de kinderen in Zijn armen, stilde hun geschrei, bevrijdde
hun lichaam van ziekte en pijn en gaf ze blozend en gezond aan hun moeder terug.
Welk
een toneelontmoette de blik van priesters en overheden, toen zij behoedzaam naar
de tempel terugkeerden! Daar hoorden zij de stemmen van mannen, vrouwen en
kinderen, God lovende. Zij zagen de zieken genezen, de blinden ziende, de doven
horende en de kreupelen van vreugde hup~ pelen. De
kinderen juichten het luidst. Zij herhaalden de hozanna's van de vorige dag en
wuifden met palmtakken voor de Hetland heen. De tempel weergalmde van hun
gejuich : "Hozanna
de Zoon van David !" "Gezegend
is Hij, die komt in de naam des Heren!" Mat th. 21 : 9. "Ziet,
uw Koning zal u komen, rechtvaardig en Hij is een Heiland!" Zach. 9 : 9. De
overheden trachtten het gejuich der gelukkige kinderen te doen ophouden, maar
allen waren vol vreugde en lof over de wonderlijke werken van Jezus, en wilden
niet zwijgen. De
overheden keerden zich toen tot Jezus, hopende dat Hij hun zou bevelen op te
houden. Zij zeiden tot Hem : "Hoort
Gij wel, wat deze zeggen ?" Jezus antwoordde: "Ja; hebt gij nooit
gelezen: Uit de mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof
toebereid?" Zach. 9 : 9. Het
heerlijke voorrecht van de geboorte van Jezus bekend te maken en Zijn werk op
aarde te bevorderen was van de hand gewezen door de trotse overheden van het
volk. Zijn lof moest uitgeroepen worden; nu koos God de kinderen uit om dat te doen. Indien men de stemmen van de juichende kinderen tot zwijgen had gebracht, zouden de pilaren van de tempel zelf in lof over de Heiland uitgebroken zijn |
||