|
||
You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index | ||
E.G. White "Jezus, de vriend voor Jong en Oud" DE
GEBOORTE VAN Jezus In
de kleine stad Nazareth, gelegen tussen de heuvels van Galilea, was het tehuis
van Jozef en Maria, die later bekend stonden als de aardse ouders van Jezus. Jozef
stamde uit het geslacht van David. In zijn tijd vaardigde de keizer een gebod
uit, dat al het volk belastingplichtig zou worden gemaakt. Hierdoor werd Jozef
genoodzaakt om te gaan naar Bethlehem, de stad Davids, om te worden
ingeschreven. Dit
was een vermoeiende reis, want de weg liep door heuvelachtig land en werd te
voet afgelegd. Maria, die haar man vergezelde, was zeer afgemat, toen zij de
heuvel bestegen, waarop Bethlehem gebouwd was. Hoezeer verlangde zij naar een
plaats om te kunnen rustenl De herbergen waren echter overal vol. Voor de rijken
en voornamen was goed gezorgd, maar deze eenvoudige mensen moesten onderdak
vinden in een ruw gebouw, dat voor beestenstal diende. Jozef
en Maria waren niet rijk in aardse goederen. God had hen echter lief en dat
maakte hen tevreden en gelukkig. Zij waren kinderen van de hemelse Koning, die
op het punt stond hun een grote eer te verlenen. Engelen
hadden hen begeleid terwijl zij op reis waren. Nu de nacht aanbrak en zij zich
ter ruste begaven, bleven deze ook over hen waken. Hier,
in deze nederige stal, werd Jezus, onze Heiland, geboren en in een kribbe
gelegd. In deze ruwe wieg lag de Zoon des Allerhoogsten, -Hij, Wiens
tegenwoordigheid de hemelen met heerlijkheid had vervuld. V
óór Hij naar deze wereld kwam, was Jezus het hoofd van de Engelenscharen. De
schitterendste en meest verheven engelen hadden Zijn heerlijkheid bezongen bij
de schepping. Zij sluierden hun aangezichten voor Hem, als Hij op Zijn troon
zat. Zij wierpen hun kronen voor Zijn voeten en jubelden als zij Zijn grootheid
aanschouwden. Dit
verheven Wezen nu had de zondaren lief, nam de gestalte van een dienstknecht
aan, om voor hen te kunnen lijden en sterven Jezus
had, als Hij het gewild had, aan de zijde van Zijn Vader kunnen blijven en de
koninklijke kroon dragen en het vorstelijk gewaad, maar terwille van ons
verwisselde Hij de rijkdom van de hemel voor de armoede van deze wereld. Hij
verliet Zijn hoge plaats en waardigheid en verwisselde de aanbidding van engelen
voor de spot en de mishandeling van goddeloze mensen. Gedreven door liefde voor
ons nam Hij op Zich een leven van ontbering en stierf een smadelijke dood. Dit
alles heeft Jezus voor ons ondergaan om ons te tonen, hoezeer God ons bemint.
Hij leefde hier op aarde, om ons een voorbeeld te geven, hoe wij God kunnen eren
door gehoorzaamheid aan Zijn wil. Door dat voorbeeld na te volgen zullen wij ook
eenmaal worden verwaardigd met Hem in het hemelse tehuis te verkeren. De
priesters en oversten der J'oden waren niet gereed om Jezus welkom te heten. Zij
wisten dat de Heiland spoedig komen moest, maar zij verwachtten Hem als een
machtig koning, die hen rijk en groot zou maken. Zij waren te trots om te
geloven, dat de Messias als hulpeloos kind zou komen. Vandaar
dat God het ook niet aan hen openbaarde, toen Jezus geboren was. Hij zond het
blijde nieuws aan enige herders, die hun kudden bewaakten op de heuvels in de
nabijheid van Bethlehem. Deze herders waren goede mannen. Als zij des nachts bij
hun kudden waakten, spraken zij over de beloofde Zaligmaker en baden ernstig om
Zijn komst. Tothen zond God van de troon Zijner heerlijkheid engelen, om hen te
onderwijzen. "En
opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde
hen, en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Weest niet
bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten
deel vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de
stad van David. En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken
gewikkeld en liggende in een kribbe. En plotseling was er bij de engel een grote
hemelse legermacht, die God loofde, zeggende : Ere
zij God in de hoge, en vrede op aarde bij de mensen des welbehagens. En
het geschiedde, toen de engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de
herders tot elkander spraken : Laten
wij dan naar Bethlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here
is bekend gemaakt. En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het kind
liggende in de kribbe. En toen zij het gezien hadden, maakten zij bekend hetgeen
tot hen gesproken was over dit kind. En allen, die er van hoorden, verbaasden
zich over hetgeen door de herders tot hen gezegd werd. Doch Maria bewaarde al
deze woorden, die overwegende in haar hart." Luk. 2:9-19. |
||
My.AGP Community Site
You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index >