|
37
Wet-Zonde-Toorn.
In het vorige hoofdstuk hebben wij tien waarheden naar voor
gebracht aangaande Jezus. Afzonderlijk komen ze niet tot hun volle betekenis
zolang gij niet hebt kunnen begrijpen hoe het verlossingsplan werkt. Als wij
nu tot meer detaillering overgaan, zult gij zien hoe iedere waarheid nopens
Jezus een plaats inneemt in het geheel. Het resultaat zal zijn dat wij zullen
kunnen vaststellen hoezeer God ons liefheeft.
Twee belangrijke punten, die moeten in acht genomen worden:
1. Vanaf het begin moeten wij weten dat bij het
bestuderen van de Bijbel er op een additievemanier moet te werk gegaan worden.
Wij zullen lijn op lijn en voorschrift op voorschrift bouwen. Zo zullen alle
componenten met elkander in overeenstemming gebracht worden. Sommige mensen
gaan onmiddellijk over naar het Nieuw Testament om het verlossingsplan alleen
daar te bewijzen. Maar dit plan werd daar niet vastgelegd. Het werd geschreven
een ganse tijd nadat Jezus op de wereld gekomen en gestorven was. In de
Openbaring staat dat Jezus het Lam was, geslacht van de grondlegging der
aarde. De oorsprong en de vervulling van het plan van verlossing doorloopt de
ganse Bijbel, vanaf Genesis tot de Openbaring. Bij de studie moeten wij de
additieve natuur van de Bijbel in acht nemen. God openbaart altijd meer en
meer aangaande het PLAN, dat reeds bestond vóór de zonde ontstond, vóór de
mens geschapen werd. God had een eeuwig Plan om zondaars te redden.
2. De waarheid wordt ontdekt en
bevestigd als er een harmonie ontstaat uit de som van alle onderdelen. Wij
bereiken de waarheid nopens een onderwerp enkel als alle onderdelen op hun
juiste plaats terecht gekomen zijn. Het gebeurt dat gij iets ontdekt dat
anders is dan gij altijd geleerd hebt. Daar God de bron is van waarheid, daar
Hij alle dingen doelbewust doet, daar Hij beginselvast en onveranderlijk is,
moeten wij uitzoeken hoe de feiten kunnen aan elkander geknoopt worden. Om de
waarheid nopens een onderwerp te bereiken leg ik elk mogelijk gewicht in de
schaal om tot een bewijs te komen. Ik weeg de bewijzen af en ik kom
bijvoorbeeld tot het besluit dat twaalf informatieve elementen X ondersteunen
en dat twee elementen Y ondersteunen. Zolang ik X en Y niet kan verzoenen en
niet kan uitleggen, moet ik mijn toevlucht nemen tot het grootste gedeelte van
het bewijsmateriaal totdat X met de twaalf elementen kan verzoend worden met Y
en zijn twee elementen. Dat geschiedt als ik de waarheid begrepen heb. De
additieve natuur en de harmonie van alle onderdelen moogt gij niet uit het oog
verliezen als wij verder gaan in deze studie nopens hetgeen gepland was voor
de redding van de mens vóór hij gezondigd had.
Antwoord op drie Bijbelse vragen:
1. Wat is
Wet? 2. Wat i
s
Zonde? 3. Wat i s
Toorn?
1.
Wet is een regel of een stel van regels, bevelen of
statuten
Ezechiël 20:11
Ik gaf hun Mijn inzettingen en maakte hen Mijn
verordeningen bekend - de mens die ze opvolgt zal daardoor leven.
2. Zonde is een
overtreding van de wet.
1Johannes 3:4
Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid,
en de zonde is wetteloosheid.
Indien er geen wet is kan er geen
zonde zijn en indien er geen zonde is kan er geen toorn zijn. De overtreding
van de wet is zonde. De straf voor de zonde is toorn. Het verband tussen wet,
zonde en toorn is een onderwerp, dat vele christenen niet graag begrijpen.
Maar deze dingen moeten begrepen worden want spoedig zullen ze in het belang
komen te staan van 5.600.000.000. bewoners
van deze aarde.
3. Toorn is de straf voor de zonde.
Romeinen 6:23
Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood... De
toorn voor het overtreden van de wet is dood.
Wet is een verordening of een regel
Zonde is overtreding van de wet.
Toorn is de straf
voor de overtreding van de wet.
Er bestaat een verschil
tussen
het staan onder de
verplichting
van de wet
het staan onder de
veroordeling
van de wet.
Als God de mens schiep,
plaatste Hij hem onder de
verplichting van de wet en
hij was niet onder de veroordeling
van de wet zolang hij niet gezondigd had.
Wet, zonde en toorn worden behandeld
in de eerste bladzijden van de Bijbel. Er moet dus onderzocht worden hoe er
een verband kan gelegd worden tussen Genesis en het besluit dat te vinden is
in het boek Openbaring, want wet, zonde en toorn zijn onmiddellijk in relatie
met de vervulling van de geschiedenis in de openbaring, zoals in de laatste
plagen. (Openb.15 en 16) De toorn van God is voltooid in de zeven laatste
plagen en is wettelijk verantwoord. Hij komt in de eindtijd op een wereld
zoals nu, die de wet opzettelijk overtreedt.
Wij moeten de oorsprong van wet, zonde en toorn
kennen om de voltooiing van wet, zonde en toorn te verstaan.
Op de derde dag van de
schepping schiep God verschillende soorten bomen, die Hij in
het midden van de hof van Eden plaatste.
Genesis 2:9
9. Ook deed de Here
God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te
zien en goed om van te eten; en de
boom des levens in
het midden van de hof,
benevens de
boom der kennis van goed en kwaad.
Jezus deed drie belangrijke
dingen op de zesde dag van de schepping,
nadat hij Adam geschapen had.
1. Jezus plaatste Adam onder de wet, onder de
verbintenis van de wet.
Genesis 2:16,17
16. En de Here God legde de
mens het gebod op : Van alle bomen in de hof moogt gij
vrij eten, 17. maar van den boom der kennis van
goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage,
dat gij daarvan eet,
zult gij voorzeker
sterven.
God legde de wet vast aan Adam vóór Eva geschapen
werd. Hij mocht van alle vruchten eten, ook van de boom des levens, de boom
die hem eeuwig in leven hield. Maar de wet zegt: "gij zult niet
eten." Dan volgt de straf voor de overtreding van de
wet, de dood.
Adam werd door Zijn Schepper, Jezus op de hoogte
gebracht van de wet.
2. Adam kreeg de verantwoordelijkheid
om de kennis van de wet kenbaar te maken aan zijn familie, die zou tot stand
komen. Dat wordt bewezen doordat Jezus alleen "de man" inlichtte nopens de wet
en Hij deed het vóór Eva geschapen werd.
3. Jezus plaatste Adam en allen die zouden volgen
onder de verplichting van de wet.
Dit betekent dat Adam onder de wet
was vanaf de eerste dag van zijn leven, niet als een middel tot redding want
Hij moest niet gered worden toen, hij leefde in de hof van Eden. Hij was onder
de verplichting van de wet, maar niet onder de veroordeling van de wet, daar
hij niets verkeerd gedaan had.
Adam had voorwaardelijke
onsterfelijkheid gekregen. Hij moest altijd gehoorzaam zijn. Adam en Eva waren
niet onsterfelijk geschapen. Indien zij van de boom van de kennis van goed en
kwaad aten zouden zij zekerlijk sterven. Het was: Gehoorzaam en leef of wees
ongehoorzaam en sterf.
Jezus maakte het hem zeer duidelijk,
dat hij het eeuwig leven zou verliezen, indien hij van de verboden vrucht at.
Adam was als een volmaakt wezen geschapen en hij werd in een volmaakte wereld
geplaatst. Hij was ook op een natuurlijke wijze getrokken naar wat
rechtschapen was in de ogen van de Schepper. Als Adam geschapen werd, legde
God een aantrekkingskracht in zijn hart om te doen wat rechtschapen was. Het
was een magneet, die hem trok naar het goede. Nadat de mens gezondigd had
verloor hij deze predispositie en inplaats daarvan waren zij en al hun
nazaten, zoals Kain getrokken naar het kwaad. Adam was oorspronkelijk
geschapen naar het beeld van Zijn Schepper.
Op de zesde dag van de
schepping, werd de wet geschapen.
Gehoorzaamheid werd vereist van de ganse mensheid.
Adam kon niet gezondigd hebben indien er geen wet
bestond, want zonde is een overtreding van de wet.
Het feit dat Adam gezondigd heeft, bewijst dat de
mens onder de verplichting van de wet geplaatst was vanaf het begin.
Romeinen 5:12
12. Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en
door zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen
gezondigd hebben.
Herhaling van de voornaamste
punten:
1. Jezus legde de wet op aan een
volmaakt mens. Vanaf de eerste dag dat Adam geschapen werd, was hij geplaatst
onder de verplichting van de wet. Hij werd duidelijk ingelicht dat
ongehoorzaamheid (zonde) toorn (straf) als gevolg zou hebben. God had de straf
vooraf bepaald, de onmiddellijke dood.
Ten dage, dat gij daarvan eet,
zult gij voorzeker
sterven.
De boom des levens gaf een kracht tot eeuwig
leven. Het feit dat Adam en Eva, nadat zij uit de hof van Eden verbannen waren
zolang geleefd hebben en dat hun eerste nageslacht ook lang geleefd heeft,
getuigt voor de verreikende kracht van de boom des levens. Hij leefde 930
jaar. Hij had gegeten van de boom des levens. Vanaf de dag dat hij afgesneden
werd van deze boom, begon hij langzaam te sterven. Hij moest sterven op de dag
zelf waarop hij gezondigd had, maar Jezus plaatste zich ervoor en stopte de
uitvoering van de doodstraf.
2. Jezus plaatste Adam onder de wet vóór Eva
geschapen werd. Dit toont aan dat Adam de verantwoordelijkheid had Eva en hun
nageslacht nopens het bestaan van de wet in te lichten. 3. De Godheid heeft
vooraf vastgesteld dat onmiddellijke dood de straf was voor de zonde v66r de
mens gezondigd had. Het feit dat God een groot gevolg gaf aan de overtreding
van de wet, toont aan hoe belangrijk wet was in Zijn oog. Dit is het geval
voor de ganse wet
4. God is doelbewust en vastberaden
in alles wat Hij doet. Daarom openbaart het opleggen van wet en de straf van
de wet op de aarde twee voorname dingen nopens God:
Ten Eersten: God
zal van Zijn
schepsels niets minder aanvaarden dan volledige harmonie met Zijn wet Die
overeenkomst met de wet komt natuurlijkerwijze als iemand een zondeloze natuur
heeft--die Adam en Eva hadden vóór zij zondigden.
Ten tweeden:
God legde de wet op Zijn schepselen om hun geloof
op de proef te stellen.
4.
Toen zeide de Here tot Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten
regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig
is, opdat Ik het op de proef steile, of het al dan niet wandelt naar mijn wet.
God zal alleen Zijn schepselen eeuwig
laten leven op voorwaarde dat zij Hem volledig vertrouwen.
Volledig vertrouwen wordt
slechts bewezen door volmaakte gehoorzaamheid.
Zelfs de engelen werden
geschapen met een voorwaardelijke onsterfelijkheid. Indien zij onsterfelijk
waren zoals God konden zij niet gedood worden.
Waarom moeten Gods schepselen Hem
volledig vertrouwen?
Eerste probleem.
Er ontstaat een enorm
probleem als men
"in de nabijheid leeft"
van een
oneindige God, die in één dag zoveel kan doen, waarvoor Zijn schepselen meer
dan 7000 jaar nodig hebben om het te kunnen begrijpen.
Veronderstel dat een
schepsel in de hemel leeft. Als God iets doet dat hij niet begrijpt of waar
hij niet van houdt en als God Zijn plannen en doeleinden vanaf het begin niet
uitlegt, wat moet hij doen zelfs indien hij Zijn wegen niet begrijpt?
Vertrouwen en gehoorzamen.
A onderzoeken Z
I I
Tijd >
Indien God iets doet op punt, A dat
maar kan begrepen worden zeven duizend jaar later op punt Z, wat zult gij doen
in de tussentijd, terwijl gij onderzoekt? Er is maar één ding dat gij kunt
doen: "Vertrouwen en gehoorzamen".
Gans het universum is gebaseerd op
dit eenvoudig princiep van vertrouwen. Het is goed vragen te hebben en de
dingen te onderzoeken, maar wij hebben geen onmiddellijk antwoord. Wij moeten
wachten tot de tijd voor het antwoord gekomen is. Intussen beproeft God ons
geloof om te zien of wij verder ons vertrouwen in Hem zullen stellen en Hem
volledig zullen gehoorzaam zijn.
Tweede probleem.
God zegt dat Hij rechtvaardig is en dat alles wat Hij
doet juist is. God zegt dat Hij liefde is.
Maar hoe kunnen Gods schepsels weten dat God
werkelijk de waarheid zegt indien zij Hem geen voldoende tijd gunnen om de
kwaliteiten van Zijn karakter te bewijzen?
God is bestendig bezig wonderbare
dingen te scheppen die een groot mysterie uitmaken voor schepsels. Hij nodigt
hen uit zijn handelingen te bestuderen. Als
zij dit
doen beginnen zij
de grote wijsheid van God te doorgronden en
Zijn goddelijke eigenschappen beter te begrijpen, waardoor zij meer opgevoed
worden, meer verfijnd, edeler en meer toegewijd in de dienst voor anderen. Hoe
meer wij weten nopens God, hoe meer Zijn eigenschappen ons eigen worden, des
te meer zullen wij beginnen te verstaan wat liefde en begrip is. Het ligt in
de menselijke natuur alles voor zichzelf te veroveren op een zelfzuchtige
wijze. In gans Gods universum met uitzondering van deze kleine aardbol heeft
opvoeding, verfijning en edelheid van het schepsel een grote dienaar gemaakt.
Dit verschilt zo met hetgeen wij heden zien in de wereld. Bij het ontdekken
van nieuwe waarheid nopens God staat hij in eerbied voor Zijn wijsheid en Zijn
werk. Hij staat in bewondering voor de liefdevolle interesse die Hij heeft
voor Zijn schepselen. Zijn hart wordt gedrongen tot dieper liefde voor God.
Maar er ontstaat een onvermijdelijk probleem in de
tegenwoordigheid van God als de atmosfeer niet vervuld is met vertrouwen en
goedwilligheid.
Veronderstel dat God iets mysterieus doet en dat de
hemel vervuld is met verdenking en kwaadwilligheid. Veronderstel dat leugens
en onaangename laster nopens God verspreid worden en dat er niets op dit
ogenblik Gods karakter kan in eer houden, dan kan 1. God in deze
omstandigheden als kwaadaardig voorkomen
2. Opstand tegen Hem kan als verantwoord aanzien
worden in een atmosfeer van verdenking.
Lucifer deed zulk een atmosfeer
ontstaan door vragen te stellen nopens God, die Hem als kwaadaardig lieten
schijnen. Op dit ogenblik waren de omstandigheden niet geschikt om God te
verdedigen. Maar de tijd komt, na de duizend jaar dat God in eer hersteld
wordt. In die atmosfeer van verdenking verantwoordde Lucifer opstand tegen God
en Zijn wet. Een derde van de engelen liet zich verleiden door zijn
spitsvondigheid. De Bijbel zegt dat de duivel op het einde oorlog zal voeren
tegen Christus bij Zijn Wederkomst. Hij zal de mens ertoe leiden oorlog te
voeren tegen zijn Schepper.
In deze context van verdenking zijn
de kwade gevoelens losgebarsten tot een grote confrontatie, vóór de wereld
geschapen was, tussen de volgelingen van Satan en deze die getrouw gebleven
zijn aan God. Er ontstond oorlog in de hemel vóór Gods wijsheid en Zijn
karakter volledig kon geopenbaard worden. Een derde van de engelen koos de
zijde van Lucifers verdenking en in die omstandigheden konden ze hun opstand
tegen God verantwoorden. Deze geschiedenis zal onderzocht worden in het vierde
hoofdstuk.
Het is belangrijk te begrijpen dat
Gods eindige schepsels(hetzij engelen of mensen) een onwrikbaar geloof
in God moeten in stand houden vanaf het ogenblik dat zij Zijn raadselachtige
handelingen zien tot op de dag dat zij Zijn plannen en doeleinden kunnen
begrijpen. Dit vertrouwen wordt bewezen door gehoorzaamheid. De Heer Jezus
zegde tot Adam: "Vertrouw op Mij. Eet niet van deze vrucht. De dag dat gij
ervan eet zult gij sterven. Vertrouw Mij op Mijn woord. Deze boom bevat de
kennis van goed en kwaad."
Als de tijd gekomen is om Gods wegen
te begrijpen, als de waarheid in haar volheid geopenbaard is, dan wordt geloof
in God omgevormd tot vast vertrouwen. Deze bevinding leidde Jakob, Mozes,
David en Paulus, Jezus de Rots, de vaste Rots te noemen.
Op het einde van de 7000 jaar, zullen allen zien dat
God rechtvaardig en niet zelfzuchtig is. Ieder knie zal buigen en zeggen dat
in God alles gerechtigheid en sterkt is. (Jes.45:23) Hoe kan een eindig
schepsel in de nabijheid van God leven gedurende miljoenen jaren?
Alleen
door een onwrikbaar
vertrouwen in Zijn gerechtigheid en
kracht
te handhaven.
Hoe wordt een onwrikbaar vertrouwen bekomen? Door
geloof dat door gehoorzaamheid teweeg gebracht wordt.
Vertrouw op God en gehoorzaam Zijn verordeningen.
Het verschil tussen geloof en
dwaasheid.
Geloof neemt God op Zijn Woord wat leidt tot
gehoorzaamheid.
Dwaasheid trekt het Woord van God in twijfel en
minimaliseert het belang van opstandigheid. De zondige natuur is geneigd tot
deze dwaasheid.
Romeinen 8:7,8
7. De gezindheid van
het vlees is vijandschap tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet
Gods, trouwens het kan dat ook niet:
8. Zij, die in het
vlees zijn kunnen Gode niet behagen.
In onze natuurlijke toestand zijn wij vijandig tegen
God en Zijn wetten. Een zondeloze natuur is geneigd gehoorzaam te zijn.
Romeinen 8:5
Zij die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van
de Geest. (want de Heilige Geest verlang
gehoorzaamheid)
1 Johannes 5:3
3. Want dit is de liefde Gods, dat
wij Zijn geboden bewaren. En Zijn geboden zijn niet zwaar. Jezus zegt,
indien gij Mij bemint zult gij Mijn geboden onderhouden. De geboden van God
zijn zwaar voor deze die aan hun zondige natuur toegeven. Voor hen, die
herboren zijn door het mirakel van de Heilige Geest, die in hun hart gekomen
is, is Gods wet volmaakt, de ziel bekerend. Hoe meer dat begrepen wordt hoe
schoner de wet van God wordt.
Herboren mensen kennen de strijd
tussen de twee naturen omdat zij deze beide naturen bezitten. Maar de dag komt
dat deze zondige natuur weggenomen wordt uit allen, die wedergeboren zijn. Tot
dan zal God hen kracht geven om te overwinnen. Laat Jezus in uw hart komen en
zeg Hem: Ik geloof Heer, dat Gij mij de kracht zult geven om te overwinnen,
omdat Gij mij de kracht geeft om gehoorzaam te zijn aan uw geboden.
Zelfs al begrijpen wij niet waarom
God die wetten maakt, die Hij gemaakt heeft, zelfs al begrijpen wij niet WAT
God aan het doen is op een bepaald ogenblik, met de tijd zal de
schoonheid en het nut van al Zijn geboden en handelingen in hun waar daglicht
komen te staan.
Het was nodig dat het geloof van Adam
en Eva op de proef gesteld werd. Voor hen was de test de boom van kennis
van goed en kwaad.. Er is dus sprake van een boom van kennis. Adam en Eva
kenden geen verschil tussen goed en kwaad want de kennis van deze beide dingen
vereist bevinding zowel van goed zowel als van kwaad. Ik stel mij voor
dat Adam de vraag gesteld heeft: "Heer wat is goed en wat is kwaad? " De Heer
zal geantwoord hebben: "Goed zijn de dagen van uw leven zonder kwaad." Dan
vroeg hij: "Wat is kwaad?" Jezus zal geantwoord hebben: "Gij kunt geen kwaad
begrijpen. Kwaad kan niet beschreven worden, want er is niets in uw bevinding,
waar Ik kwaad kan mede vergelijken of in tegenstelling plaatsen." "Daarom, "
zegde Jezus, "zoek de kennis van goed en kwaad niet. Zulk een kennis zal u
vernietigen." Hoe kunt gij de blauwe kleur aan iemand beschrijven die nooit
geen gezicht gehad heeft?
De duivel poogde in gesprek te komen met Eva bij de
boom van kennis over het mysterie van goed en kwaad.
Zie hoe sluw hij te werk ging.
Genesis 3:5
5. Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet,
uw ogen geopend zullen worden, en gij als
God zult zijn, kennende
goed
en kwaad.
De duivel vertelde de waarheid. Zij zouden zoals God
de kennis hebben van goed en kwaad. Maar de duivel zette dit in een breder
context van leugen.
Genesis 3:2,3
2. Toen zeide de
vrouw tot de slang: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten,
3. maar van de vrucht van de boom, die in het
midden van de hof staat, heeft God gezegd (aan Adam): Gij zult daarvan niet
eten noch die aanraken, anders zult gij sterven. Adam vertelde aan Eva
getrouw nopens de wet van God. Haar antwoord aan de duivel bevestigt dat. Zij
wist dat het verboden was van de vrucht te eten. Maar de duivel vertelde haar
iets, dat verschilde met wat God gezegd had.
Genesis 3:4
4.
De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins
sterven,
19
5. Maar God weet, dat ten dage, gij
daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als
God zult zijn,
kennende goed en
kwaad.
"Gij zult geenszins sterven." Is dit geen leugen?
Staat dit niet in tegenstelling met wat Jezus gezegd had?
In andere woorden: Eva, gij zult niet sterven, eerder
zult gij zo wijs worden als God zelf. Gij zult het mysterie van goed en kwaad
kennen.
Wat denkt Eva?
Genesis 3:6
6. En de vrouw zag dat de boom
goed was om
van te eten en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom
begeerlijk was om daardoor
verstandig te worden,
en zij nam van zijn
vrucht en at, en zij gaf ook aan haar man, die bij haar was, en hij at.
Beste vrienden, welk een tragedie is er ontstaan op deze dag! Satan verheugt
zich. Hij heeft anderen verzocht om tegen God te zondigen.
De duivel bekoorde Eva langs drie toegangswegen:
1. De lust van het vlees: Zij zag dat de vrucht van
de boom goed was om van te eten.
2. De lust van de ogen: de vrucht was aangenaam voor
het oog.
3. De lust voor zelfverheffing: om daardoor
verstandig te worden zoals God.
Lust
(honger): vlees, ogen en
zelfverheffing.
1 Johannes 2:16
16: Want al wat in de wereld is: de
begeerte des vlezes, de begeerte
der ogen en een
hovaardig leven is niet uit de Vader, maar
uit de wereld.
Wat belangrijk is:
1. De duivel heeft Eva verleid om de ernst van de wet
van God te minimaliseren.
2. De duivel heeft Eva beïnvloed om te zondigen met
het doel iets te winnen, dat zeer begeerlijk was: gij zult het mysterie
ontdekken van goed en kwaad.
3. De duivel ontkende dat er toorn te
vrezen was als gevolg van het eten van de vrucht. De duivel verleidt nu ook de
mensen dat zij wetteloos mogen handelen zonder te vrezen. Dit zal geopenbaard
worden als een grote leugen.
4. De duivel beloofde Eva dat haar ogen zouden
geopend worden, dat zij als God goed en kwaad zou kennen.
Het boek Openbaring voltooit deze
geschiedenis. In het begin heeft de duivel God verkeerd voorgesteld en hij
heeft Eva verleid tot zonde. In Openbaring zien wij hem hetzelfde doen. Hij
zal de wereld tot zonde leiden. Maar deze, die God liefhebben zullen
standvastig zijn. Eva heeft de duivel geloofd inplaats van God. Zij heeft de
leugens geloofd van Satan inplaats van de waarheid van God. Zij werd verleid
en heeft de vrucht gegeten. Adam zeer wel wetend, heeft de vrucht genomen en
ze vrijwillig gegeten. Hij deelde in de veroordeling van Eva. De zonde van
Adam bestond erin dat hij meer Eva lief had dan God. Hij wilde eerder mede met
Eva veroordeeld worden dan God te gehoorzamen.
Matteus 10:37
Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet
waardig, en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig.
Het grootste gebod is dat wij God beminnen met gans
ons hart, ziel en geest en de wet die erop volgt is dat wij onze naasten
beminnen als onszelf.
Voorwaardelijke onsterfelijkheid.
Genesis 3:22-24
22. En de Here God zeide: Zie,
de mens is geworden als Onzer een
door de kennis van
goed en kwaad; nu dan, laat hij
zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom der levens nemen en eten,
zodat hij in eeuwigheid zou leven.
23. Toen zond de Here God hen weg uit de hof van Eden
om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
24. En Hij verdreef de mens en Hij
stelde ten oosten van de hof van Eden de
cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot
de boom des levens te bewaken.
Dan hebben Adam en Eva de kennis van
goed en kwaad verworven en hebben al het overige
verloren. Indien wij de wereld veroveren door de wet van God te overtreden,
hebben wij feitelijk
niets gewonnen.
|
|