|
||
You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index | ||
Waarom strijd ? Is eenheid niet belangrijker ? Naar aanleiding van hetgeen we besproken hebben over de verandering van de Sabbat in de zondag, zou men kunnen vragen : Is de eenheid die Christus in Zijn hogepriesterlijke gebed geboden heeft, niet belangrijker dan dat een kleine minderheid in de kerkelijke wereld - bedoeld zijn de Christen-Sabbatvierders - vasthoudt aan de Bijbelse Sabbat op de zevende dag der week? Dit is een hoogstbelangrijke vraag, die we een ogenblik willen overdenken. Wij weten, dat het niet Christus' bedoeling was, dat Zijn Naam zou worden beleden in „vele" onderling gescheiden Kerken, want aan de vooravond van Zijn kruisiging horen wij Hem bidden voor de eenheid der gelovigen : „Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn; opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt" (Joh. 17 :21). Deze innige wens van Jezus zien wij in ons hedendaagse Christendom helaas niet verwezenlijkt en dat moest ons allen bedroeven. Hoe deze verdeeldheid is ontstaan, kan men wel historisch toelichten, maar wanneer Christus ons allen eens rondom Zich zou scharen en ons ieder persoonlijk zou vragen waarom die verdeeldheid moet voortduren, wat zou dan ons antwoord zijn? Toen Jezus, nadat velen van Hem waren afgeweken, Zijn discipelen de vraag stelde : „Wilt gijlieden ook niet weggaan?" luidde het antwoord : „Tot wie zullen wij gaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens" (Joh. 6 : 68). Deze woorden vinden weerklank in ons aller hart. Deze waarachtige Christus willen wij in alle oprechtheid navolgen. En ik zou hier willen verklaren, dat het hoofdmotief van mijn lidmaatschap van de Advent-Kerk is gelegen in het feit dat, naar mijn persoonlijk bevinden, deze Kerk in haar belijdenis zo zuiver mogelijk weergeeft wat Christus ons door Zijn leer en voorbeeld in de Heilige Schrift heeft verkondigd. De geloofsleer der Zevende-Dags Adventisten is eigenlijk niets anders dan een handhaven en navolgen van de heilswaarheden zoals die beleden werden door het vroegste Christendom. Door een voortdurend zich toetsen aan de Heilige Schrift heeft de Advent-Kerk haar belijdenis vrijgehouden van niet-christelijke wijsgerige stelsels. Uit hoofde hiervan neemt onze Kerk ten opzichte van sommige leerpunten, zoals bijv. het Sabbatvraagstuk, een uitzonderlijke positie in. Wanneer ik nu terugkom op de vraag of de eenheid der gelovigen niet belangrijker is dan bijvoorbeeld de vraag : Sabbat of zondag? dan dient men zich allereerst bij het beantwoorden van deze vraag bewust te zijn welke eenheid Christus heeft bedoeld. Is het niet z6, dat Christus wenst dat Zijn volgelingen één zullen zijn gelijk Hijzelf één was met de Vader, dus in een volstrekt aanvaarden en gehoorzamen van Gods wil? Deze eenheid bestaat dan ook niet in het vinden van de grootste gemene deler ter verkrijging van de zogenaamde Godsvrede tussen de Christelijke kerken onderling, maar bedoeld is een absolute eenheid in de navolging van de leer en het leven van Christus. Met betrekking nu tot het Sabbatvraagstuk, vraag ik mijzelf af : Kan een Christen-Sabbatvierder, zonder in zijn hart onwaarachtig te worden inde navolging van Christus, enkel ter wille van de onderlinge eenheid der Kerken, van de Sabbatviering afstappen en met de overgrote meerderheid der gelovigen zondag gaan vieren? Wij hebben reeds breedvoerig gesproken over de zondagviering. Wij hebben deze traditionele instelling der Kerk getoetst aan de Bijbel en we hebben gezien dat ze in strijd is met de leer der Heilige Schrift in het algemeen en met het vierde gebod in het bijzonder. Voor gelovigen die de Bijbel beschouwen als het enige richtsnoer in geloofszaken, kan traditie niet bindend zijn. Daarom onderhouden de Christen-Sabbatvierders ook de Bijbelse rustdag overeenkomstig het vierde gebod. De onderhouding van de zevende dag der week brengt in onze maatschappij, die op zondagviering is ingesteld, moeilijkheden met zich en vraagt van de gelovigen soms offers. Maar juist deze bereidwilligheid om ter wille van een erkende heilswaarheid offers te brengen, loutert en versterkt het geloof. En ik kan met blijdschap getuigen dat ik in mijn ambtsbediening heb mogen ervaren, dat God de mensen die maatschappelijke moeilijkheden hadden ter wille van de Sabbat, op bijzondere wijze heeft geleid en boven verwachtig heeft gezegend. Wanneer het hier nu ging om een of andere ondergeschikte zienswijze, dan zou het verschil van mening in deze niet zo gevaarlijk zijn, maar het gaat hier om de naleving van een van Gods geboden. En daarom is het zo nodig, dat we met klem opmerkzaam maken om terug te keren tot de voorschriften van Gods Woord. Nu moet u niet denken dat, naar aanleiding van hetgeen wij reeds hebben overdacht, hier sprake is van een wettische werkheiligheid. Men wordt evenmin zalig door het vieren van de Sabbat als dat men dat wordt door het houden van de zondag. Wij geloven dat het eeuwige leven „een genadegift Gods is door Jezus Christus, onze Here", en het is voor ons ten enemale ondenkbaar als zoude wetsbetrachting de zaligheidskoopprijs zijn. De onderhouding van Gods Geboden is de vrucht van onze bekering; geloofsgehoorzaamheid wordt geboren uit liefde voor hetgeen Jezus voor ons heeft gedaan. De Zevende-Dags Adventisten heiligen de zevende dag en houden op zaterdag hun kerkdiensten, niet omdat zij zo gaarne een aparte kerk willen vormen, maar om de eenvoudige reden, dat in de Bijbel nergens over zondagsheiliging en zondagsrust wordt gesproken, en omdat Christus de navolging van Zijn geboden het bewijs noemt van waar discipelschap : „Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden" (Joh. 14 : 15). GEBED Trouwe Vader in de hemel. Wij komen tot U in het besef dat w uit onszelf niet kunnen voldoen aan Uw heilige eisen. Maar w weten dat onze Here en Heiland, Jezus Christus, door Zijn zondeloos leven ons weer verzoend heeft met U en ons eeuwig leven in uitzicht heeft gesteld. En nu vraagt Uw Heilig Woord ons dat wij een leven zullen leiden overeenkomstig Uw heilige wil zoals die geopenbaard is in Uw geboden. Schenk ons daartoe de hulp van Uw Heilige Geest, opdat wij Uw goede en welbehaaglijke en volmaakte wil mogen doen, en aldus bekwaam gemaakt worden voor Uw eeuwig Koninkrijk. Wij bidden U dit in de heilige Naam van Jezus. Amen |
||