You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index

Een miljoenenvolk trekt door de woestijn

In onze vorige toespraak stonden we stil bij Gods genade aan het volk Israël bewezen bij de Rode Zee en bij de bittere fonteinen van Mara. Ditmaal willen we wederom bij enkele episoden van Israëls woestijnreis stilstaan en daar andermaal een bevestiging vinden van het woord van Jeremia, dat het volk Israël genade gevonden heeft „in de woestijn". De gehele vergadering der Israëlieten was voort­getrokken en gekomen in de woestijn Sin. (Zie Ex. 16). Hier kregen ze gebrek aan voedsel. Ze begonnen te klagen en te morren en prezen de vleespotten van Egypte. „Moesten we daarom uit Egypte trekken om hier in de woestijn van honger te sterven? Wat moeten we nu eten?"

Ja, de toestand was werkelijk hoogst critiek. Een miljoenenvolk zonder voedsel in een kale woestijn, denkt u zich dat eens in. Mozes bad weer tot God en wat gebeurde er? Wat had Israël van node? - Vrienden, het volk Israël had genade nodig en vond genade in die dorre woestijn. - Zij hadden tegen God en Mozes gezegd : „Gij hebt ons in deze woestijn geleid om te sterven." Maar God had ge­antwoord, dat Hij hen erheen had geleid om hun geloof te beproeven, om hen te testen of ze bereid waren in Zijn geboden en inzettingen te wandelen. Daarop zeide de Here tot Mozes, dat hij het volk moest zeggen, dat zij de volgende morgen met brood zouden verzadigd worden. Toen zij des anderen daags opwaakten en de dauwlaag rondom het kamp was opgetrokken, zie, daar lag over de woestijn iets schilferachtigs, fijn als rijm op de aarde. Bij het zien hiervan zeiden de Israëlieten tot elkander : „Wat is dit?" Niemand wist het. Maar Mozes zeide : „Dit is het brood dat de Here u tot spijze gegeven heeft." En zij noemden het Manna, d.w.z. „Wat is dit?" Zo aten de Israëlieten „Wat is dit?" gedurende veertig jaar. Iedere morgen als ze opstonden, vonden ze hun ontbijt. Is het niet wonderlijk, dat God

gedurende deze veertig jaren zo ruimschoots in de behoeften van Zijn volk voorzag? Men heeft getracht een natuurlijke verklaring te vinden voor dit Goddelijk wonder, door te zeggen, dat dit manna afkomstig was van de tarfastruiken, en ontstaat, doordat insekten de dunne takken van de tarfastruiken verwonden en dat het sap van de struik, dat uit deze wondjes treedt, opdroogt en tot geel-witte korrels wordt. En zo zijn er nog verscheidene andere verklaringen. Ik weet niet of God zich al of niet van de tarfastruik of van een ander natuur­product heeft bediend, maar wel weet ik, dat wanneer God dat ge­daan heeft, het wonder voor mij even groot blijft. Bedenkt toch eens, vrienden, er waren iedere morgen duizenden tonnen manna nodig om dit miljoenenvolk te spijzigen en het viel steeds daar, waar de Israëlieten hun tenten hadden opgeslagen. We lezen, dat het zeer regelmatig viel en bovendien, dat vrijdags een dubbele hoeveelheid viel en Sabbats niet, omdat de zevende dag Gods rustdag is. Er blijft voor mij slechts één antwoord over en dat is, dat Gods genade een Goddelijk wonder wrocht.

De Israëlieten trokken weer verder - en u zult zich herinneren, dat ze op zekere dag bedreigd werden door giftige slangen (Num. 21:4-9). Mozes bad wederom tot de Here ten gunste van het volk en de Here zeide tot Mozes : „Maak een vurige slang en plaats die op een staak. En een ieder die daarnaar ziet wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven." Waaraan hadden de Israëlieten op dat ogenblik behoefte? Hadden ze behoefte aan een preek of een leerstellige uiteenzetting van een of ander onderwerp? Welneen, zij hadden behoefte aan ge­nezing en wel aan een bovennatuurlijke genezing. En dat is het wat ze op dat ogenblik ook inderdaad ontvingen, en hiertoe was Gods genade van node. Zo kunnen wij nog uren doorgaan om de geschiede­nis van Israël te verhalen en te tonen, dat Gods genade hun datgene schonk waaraan ze behoefte hadden. De Bijbel zegt, dat ze genade hadden gevonden in de woestijn. Vrienden, ik verzeker u opnieuw, dat genade meer is dan een wijsgerig of theologisch begrip. Gods genade is een scheppende en instandhoudende kracht, die u en mij in staat stelt om in deze wereld voor God te leven. En daarom is het nodig God iedere dag bij vernieuwing te bidden om Zijn genade, om

Zijn helpende kracht, om Zijn alles-overwinnende en verlossende genade.

We lezen in Gen. 6 :8: „Maar Noach vond genade in de ogen des Heren." - Waarin bestond die genade? - In de opdracht van Godswege om een ark te bouwen. Hij vond veiligheid in de ark en hij vond redding tijdens de zondvloed. Dat was genade. En hoe kwam het dat Noach begunstigd werd boven zovelen van Zijn tijd­genoten? Hoe kwam het dat juist hij genade vond? - Leest u maar het Bijbelse antwoord op deze vraag in 2 Petr. 2 : 5. Daar staat ge­schreven, dat Noach „een prediker der gerechtigheid" was. Gerech­tigheid en genade behoren te zamen. Volgens Ps. 119 : 172 zijn Gods geboden gerechtigheid, daarom behoren Gods genade en Gods wet ook te zamen. Gods genade kan nooit in strijd zijn met Gods geboden, maar ze is het bewijs van Zijn goedgunstigheid en liefde voor elke berouwvolle zondaar. Gods genade voor het volk Israël in de woes­tijn stelde dit volk in staat om een leven te leiden overeenkomstig Gods geboden. Dat is het steeds wat Gods genade bewerkstelligt. Genade houdt in, ten eerste, dat door Jezus Christus op Golgotha voor alle mensen het recht verworven is op de hemel, op een eeuwig leven. En ten tweede houdt Gods genade in, dat ze de mens geschikt maakt voor de hemel. Begrijpt u wat ik bedoel? Christus heeft voor alle mensen het recht verworven om zalig te worden, maar Joh. 3:16 zegt, alleen die geloven, d.w.z. alleen diegenen die zich door Gods genade laten leiden en Christus navolgen in gehoorzaam­heid aan Zijn geboden, zullen dat Koninkrijk beërven. Wij moeten Jezus aannemen èn wij moeten Jezus navolgen, d.w.z. door Zijn ge­nade een leven leiden overeenkomstig Zijn wil.

GEBED

Getrouwe God en liefderak Vader in de hemel. Wij naderen in deze ogenblikken voor de troon Uwer genade om U te danken voor de onuitsprekelijke zegeningen die Gij aan verloren zondaars hebt be­wezen. Wij danken U voor die onverdiende en onvolprezen gunst en

voor die reddende kracht tot zaligheid, die Uw genade inhoudt. Mogen de voorbeelden in de geschiedenis van het oude Israël spreken tot ons aller hart en ons overtuigen van de noodzakelijkheid om dagelijks onze knieën voor U te buigen en voor iedere dag Uw genade deelachtig te worden. Schenk ons allen Uw genade om in deze wereld met haar nameloos leed en haar velerlei zonden, een leven voor U te kunnen leiden. Wij bidden U dit in de Naam van Jezus Christus. Amen.