|
||
You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index | ||
In
Openbaring 11 wordt gesproken over de tempel in de hemel. Duizenden jaren
geleden bevrijdde God het volk Israël uit de slavernij van Egypte. Hij leidde
hen naar het schiereiland sinaï om hen met zijn plan bekend te maken. Het was
niet Gods bedoeling om zijn plan alleen maar te beperken tot de Israëlieten.
Hij wilde hen gebruiken als voorbeeld. Door hen wilde Hij zijn verzoenende
.liefde aan heel de wereld tonen. Gen. 12:1-3; 22:18; Ps. 105:42-45. In
Egypte hadden de Israëlieten heel wat heidense gewoonten en gedachten
overgenomen. Hun onkunde bracht God er toe om tot Mozes te zeggen. Laten ze een
heiligdom voor Mij bouwen, zodat Ik in hun midden kan wonen.» Ex. 25:8. In de
diensten van het heiligdom liet God zien hoe Hij dat tot stand wilde brengen.
Het heiligdom dat door de Israëlieten was gebouwd, was een eenvoudig en toch
schitterend bouwwerk. Een Voorhof omgaf het eigenlijke gebouw. In de Voorhof,
vlak voor de ingang van het gebouw, stond een altaar waarop de priesters
verschillende dieren offerden aan God. Ex. 27: 1-8; 38: 1, 2. Tussen dit altaar
en het heiligdom bevond zich een wasvat, waarin de priesters hun handen wasten
voordat zij offerden. Ex 30: 17-21. Het heilig. dom had twee vertrekken. Het
eerste, het Heilige, besloeg tweederde van het gebouw. In het Heilige stonden
drie voorwerpen; een altaar waarop wierook werd gebrand, een kandelaar die het
heiligdom verlichtte en een tafel waarop broden lagen. Ex 30:1-10; 25:23-40. Het
binnenste vertrek van het heiligdom, .het Heilige der Heiligen ". bevatte
slechts één enkel voorwerp, een kist of ark. waarin de stenen tafelen lagen.
waarop God zijn wet had geschreven. Naar deze wet zullen alle mensen geoordeeld
worden. Een gouden deksel, bekend als het verzoendeksel, bedekte de ark. Boven
de ark openbaarde God zijn tegenwoordigheid in de vorm van een wolk. bekend als
de Shekinah. De diensten. verbonden met het heiligdom. omvatten een dagelijks en
een jaarlijks ritueel. De dagelijkse dienst beelde de lessen van vergeving en
verzoening af. Elke morgen en elke avond offerden de priesters dieren op het
altaar in de Voorhof. Zij brandden wierook op het wierookaltaar in het Heilige.
Deze diensten. en de persoonlijke offers van de Israëlieten. leerden het volk
dat zij de straf van de zonden niet zelf hoefden te dragen. God was bereid voor
hun zonden een plaatsvervanger te aanvaarden. Elke dag toonde God aan Israël
zijn verzoenende liefde, zijn verlangen om hun zonden te vergeven en de eenheid
tussen Hem en hen weer te herstellen. Elke
dag droegen ze hun zonden over op onschuldige dieren, en via deze dieren op het
heiligdom. Door dit te doen, toonden ze dat ze Gods voorziening aanvaardden.
Maar eens per jaar, op Yom Kippur, de Grote Verzoendag, namen alle Israëlieten
deel aan een speciale dienst, waardoor de zonde weggenomen werd. Op deze dag
richtten ze hun aandacht op het Heilige der Heiligen van het heiligdom, waar de
Hogepriester een speciaal ritueel verrichtte. Voor
Israël was de grote Verzoendag een oordeelsdag. Op die dag ging alleen de
Hogepriester het Heilige der Heiligen binnen. Hij hield in zijn hand een schaal
met het bloed van een geit, die speciaal voor deze gebeurtenis was geslacht.
Nadat hij het bloed had gesprenkeld op het wierookaltaar en op het Verzoendeksel
van de ark, waarin de wet lag, vroeg de priester aan God om het volk van zonden
te reinigen. Zij begonnen als het ware met een schone lei. Hoewel de Israëlieten
gezondigd hadden, konden ze door te geloven in de plaatsvervangende dood van het
onschuldige dier, met God verzoend worden. Leviticus 16. Ze waren
nu vrij van het oordeel. Door
de Grote Verzoendag toonde God dat Hij van plan was om een einde te maken aan de
zonde en aan de scheiding die daarvan het gevolg was. De plechtigheden van die
dag eindigden met een gereinigd heiligdom en een gereinigd volk. Na deze dag
begon het volk een nieuw jaar. Zoals Daniël 9, Jesaja 53, en het boek Hebreeën
laten zien, is Jezus de grote werkelijkheid op Wie het heiligdom en zijn
diensten heen wezen. Door zijn verzoenende dood voor de mens maakte Jezus een
einde aan de offerdienst in de aardse tempel. Hij was het ware Lam, de
Onschuldige, die vrijwillig de zonde van de mens op zich nam. Bij het aanvaarden
van de schuld nam Hij de gevolgen op Zich -de dood, de scheiding van zijn Vader.
Zo droeg Hij onze zonde. Als priester en als onschuldig slachtoffer bood Hij
zijn leven aan voor de gevallen mens. Jezus
verrees uit het graf als Overwinnaar over de zonde, die de scheiding tussen de
mens en God veroorzaakte. Toen steeg Hij op naar het ware heiligdom in de hemel
om dienst te doen als onze Middelaar om in de tegenwoordigheid van zijn Vader
voor ons te bemiddelen. Zijn werk voor ons bestaat in twee fasen. We kunnen dit
leren uit de diensten van het Joodse heiligdom. Bij zijn Hemelvaart, na zijn
opstanding, begon Hij het eerste deel van zijn werk. Hij bracht vergeving en
verzoening aan hen die in Hem geloofden. De tweede fase begon op de door God
bestemde tijd, volgens Daniël 8: 14. Toen begon het oordeelswerk waarbij de
eeuwige bestemming van alle mensen wordt bepaald. De Bijbel geeft een overvloed
van aanwijzingen dat er verband bestaat tussen de reiniging van het heiligdom en
het laatste oordeel. Zie b.v. Leviticus 16; Jesaja 4:3, 4; Jeremia 31 :34;
50:20; Daniël 7:9-14; 8:14, Joël 2;15-32; Zacharia 3:1-7; Malachi 3:1-4;
Handelingen 3:19-20; 1 Timotheus 5:24: Hebreeën 9:24 en 1 Petrus 4:17. Van al
deze beschrijvingen in de Bijbel over het oordeel verschaft het boek de
Openbaring de meeste informatie. Openbaring 14 laat duidelijk zien dat het
oordeelswerk kort vóór de weder. komst van Christus begint. Wanneer Christus
terug komt naar deze aarde zal zijn middelaarzwerk voltooid zijn. Het probleem
van de zonde zal dan opgelost zijn. Hebr. 9:28; Openbaring 22:11, 12. Bij zijn
komst zal Christus de beslissingen van het oordeel uitvoeren. Hij schenkt eeuwig
leven aan hen die geloven, terwijl zij, die zijn liefde hebben verworpen,
vernietigd zullen worden. Eerst moet het onderzoek plaatsvinden (onderzoekend
oordeel) , daarna volgt de tenuitvoerlegging van het vonnis. Voordat
Jezus wederkomt moet de boodschap, het eeuwig evangelie, aan heel de wereld
worden gepredikt. Openbaring 14:6,7, 14. Paulus zei: .Zo is er dan nu geen
veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn.» Romeinen 8: 1. Overal ter
wereld zullen mannen en vrouwen dit goede nieuws geloven en tot Christus komen.
Zij, die vertrouwen op het werk van Christus, zullen de Heilige Geest in rijke
mate ontvangen. Hand. 3:19; Openb. 14:12; 18:1-5. Op deze wijze zal God de
evangelieprediking laten eindigen door een machtige openbaring van zijn
goddelijke kracht. Meer
dan vijf eeuwen voor de komst van Christus toonde God de profeet Daniël een
verbazingwekkende serie visioenen. Hij gaf hem toen de opdracht zijn geschriften
te sluiten en te verzegelen. Wat Daniël op Gods bevel moest verzegelen, werd i~
de Openbaring geopend. Het boek
Daniël beschrijft hoe Nebukadnezar, de koning van Babel, het koninkrijk Juda
overwon. Hij verwoestte de stad Jeruzalem, vernietigde Gods heiligdom en voerde
veel Joden in ballingschap. Daniël was één van hen. Daniël werd later,
vanwege zijn grote wijsheid, eerste minister van het Babylonische rijk. In zijn
boek vermeldde hij vier parallellopende profetieën, die God hem toonde. De
eerste profetie van Daniël had te maken met een droom, waarin Nebukadnezar een
afbeelding van een man zag. Dit beeld had een gouden hoofd, borst en armen van
zilver, buik en dijen van koper en benen van ijzer. God toonde aan Daniël dat
elk deel van het beeld een apart rijk voorstelde. Het gouden hoofd, stelde
Babylon voor het rijk van Nebukadnezar. Na Babylon zou het rijk der Meden en
Perzen komen, daarna het Griekse Rijk en tenslotte het Romeinse Rijk, dat in
verschillende delen uiteen zou vallen. Na dit verdeelde rijk, zei Daniël, zou
God het grote beeld, een symbool van de menselijk macht, vernietigen en een
eigen rijk oprichten. Deze eerste profetie vormde de grondslag voor de latere
visioenen van Daniël. In zijn
tweede visioen zag Daniël vier dieren : een leeuw, een beer, een panter en een.
vreselijk en schrikwekkend. dier. Evenals
in het eerste visioen stelde elk symbool een verschillend rijk voor. Veel
aandacht wordt besteed aan het vierde (tier, het Romeinse rijk, dat volgens dit
visioen in tien rijken verdeeld zou worden. Uit het midden van deze rijken zou
een vreemde macht opstaan (een kleine horen), die het volk van God gedurende
1260 dagen of jaren zou vervolgen. Zie Ezech. 4:6; Openb. 11: 1, 2. Uit
de geschiedenis blijkt dat ongeveer 400 jaar na Chr. het Romeinse rijk
uiteenviel in een aantal aparte rijken. Uit deze rijken ontstonden de Europese
volken. Kort na deze ineenstorting, in het jaar 538, begon de Rooms-katholieke
kerk in West Europa de toon aan te geven. Gedurende 1260 jaar heerste het
Pauselijk Rome over de staten. Ze gebruikte haar macht om hen te vervolgen die
niet met haar leer konden instemmen. Met de komst van de protestantse hervorming
begon deze macht af te nemen. In het jaar 1198, precies 1260 jaar na 538 ontving
het Pauselijk Rome een dodelijke wonde. Openbaring 13:3. Het Franse leger nam de
Paus gevangen en daardoor kreeg de burgerlijke macht van de kerk een flinke
knauw. Daarna zag Daniël een visioen van de Zoon des Mensen, Jezus Christus,
die tot God kwam om de zaken van de mensen te regelen. Terwijl hij toekeek,
.werden tronen opgesteld en zette de vierschaar zich neder. om te oordelen. Dan.
1:9, 10. Het oordeel eindigt met de overwinning van Christus. Daarnaast
oordeelde God over de machten van het kwaad. Ze oogsten de gevolgen van hun
eigen daden en gaan ten onder. Dan. 1; Maleachi 4:1, 3; Openbaring 14:14-20; 15;
16. Het derde visioen vindt u in Daniël 8 en 9. Het Babylonische rijk was er
toen niet meer. Hij zag twee dieren: het eerste stelde de Meden en Perzen voor
en het tweede Griekenland. Uit één van de vier delen waarin Griekenland
verdeeld zou worden, zou een kleine horen (evenals in hoofdstuk 1) opstaan, die
Gods volk zou vervolgen en zijn heiligdom zou neerwerpen. Een
hemelse bode vertelde aan Daniël dat er 2300 dagen of jaren moesten
voorbijgaan, totdat God zijn heiligdom zou reinigen, of «in rechte staat zou
herstellen». Dit greep Daniël aan. Waarom moest het zo lang duren, voordat God
met het oordeel zou beginnen en zijn koninkrijk zou oprichten ? God gaf
later aan Daniël de verklaring dat slechts een deel van het visioen betrekking
had op de joden en op de stad Jeruzalem, waar het Joodse heiligdom zich bevond.
Zie Dan. 9:24. Dit eerste gedeelte bestond uit 70 weken of 490 dagen of jaren,
die God had bepaald voor het Joodse volk. Deze werden afgesneden van de 2300
jaren en dienden als een proeftijd. Ze hadden de kans om de «overtreding te
voleindigen, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te
brengen.» Deze
twee tijdperken (490 en 2300 jaar) zouden volgens Dan. 9:25 beginnen bij de
opdracht om Jeruzalem te herbouwen. Dit bevel werd gegeven in het jaar 457 voor
Chr. . In de
laatste van de 70 weken begon de Messias zijn werk aan Israël. In het jaar 27,
het jaar door God aangeduid, ontving Jezus Christus (de naam Christus is het
Griekse woord voor Gezalfde, en betekent hetzelfde als het Hebreeuwse woord
Messias) de zalving van de Heilige Geest bij zijn doop. Hand. 10:38. Precies
drie en half jaar later (in de helft van de 70e week) in het jaar 31, stierf Hij
voor de mens en daardoor was de Joodse offerdienst niet meer nodig. Weer drie en
half jaar later in het jaar 34, begonnen de discipelen het evangelie aan de
heidenen te prediken, het goede nieuws van zijn dood en opstanding, en de
Hemelvaart naar het ware heiligdom in de hemel. Voortaan zou de strijd tussen
goed en kwaad niet meer zijn middelpunt hebben rondom het oude Jeruzalem, het
letterlijk Israël en het aardse heiligdom. De strijd tussen goed en kwaad zou
zich afspelen rondom de christenen (Gods nieuwe Israël) , het nieuw Jeruzalem
in de hemel en het werk van Christus in het hemels heiligdom. Dit heiligdom moet
aan het einde van de 2300 jaren in rechte staat hersteld worden. Het
derde visioen van Daniël richtte zich in het bijzonder op Jezus Christus, die
de reiniging van het heiligdom in de hemel zou verrichten en die Gods eeuwig
rijk zou oprichten. In zijn
vierde visioen zag Daniël een nog uitvoeriger beschrijving van Gods plan tot
herstel van zijn volk. Dan. 10: 14. Hoewel de machten van het kwaad Gods volk
dreigden uit te roeien zou «Michael. de Vorst van het verbond, hen bevrijden op
het moment dat de ondergang onvermijdelijk scheen. Vooral de derde en de vierde
profetie brachten Daniël in de war. Deze gaan over de reiniging van het
heiligdom. Hoewel Daniël sommige van de dingen, die hij in zijn visioenen zag,
niet kon begrijpen, schreef hij trouw neer wat God hem liet zien. God
verzekerde hem dat in de laatste dagen velen zijn profetieën zouden begrijpen
en daardoor een zegen zouden ontvangen. Hoofdstuk
10:11 -11:6. Johannes had na het eten van het boekje een bittere nasmaak. Veel
christenen hadden dezelfde ervaring omstreeks 1840. Ze verwachtten door hun
studie van het boek Daniël (vooral Dan. 8:14) dat Christus zou komen in hun
tijd. Deze christenen hadden behoefte aan een beter inzicht in de betekenis van
het werk van Christus in het hemelse heiligdom. Wat zou de aard zijn van de
afval gedurende de periode van de 1260 jaren, als de. heidenen. -zij die niet in
de tempel aanbaden -.de heilige stad . of Gods volk vertreden. Vergelijk Dan.
7:7, 23. Volgens de engel zouden, tijdens de 1260 jaren, van 538 -1798, Gods
twee getuigen met zakken bekleed profeteren. Deze getuigen zijn de middelen
waardoor God zijn licht laat schijnen op de wereld. Zach. 4:1-6; 11-14. De twee
getuigen zijn, volgens vers 4, twee olijfbomen of twee kandelaren. In beide
bevindt zich olie. Olie is een zinnebeeld van de Heilige Geest. Christus werkt
in deze wereld door zijn woord en door zijn geest. De ware aanbidding wordt
gedurende 1260 jaar verhinderd of tegengewerkt. Gedurende deze tijd wierp de
Rooms-katholieke kerk. de waarheid ter aarde. en maakte bijna een einde aan de
kennis van Gods Woord. Dan. 8:11.12. De
verkondigers van de schriften werden boetepredikers, want zakken doet men ten
teken van rouw aan. Gen. 37:34; Jona 3:5; Mat t. 11 :21. Vers
7-13. Het was het grootste idee van de duivel om door middel van het Pauselijk
Rome -dat voorgeeft God op aard~ te vertegenwoordigen de Heilige Schrift buiten
het bereik van de mens te houden. God had aan Daniël beloofd dat hij tegen het
einde van de 1260 jaren zijn boek zou openen. De kennis van zijn profetieën zou
onder de mensen toenemen. Tegen
het einde van de 1260 jaren besefte Satan dat God zijn belofte waar zou maken.
Er zou een opleving onder zijn volk komen. Om dat te voorkomen haalde de grote
bedrieger een nieuwe streek uit. Hij wilde nu definitief met Gods woord
afrekenen. Verschillende gegevens tonen aan dat de verzen 7-13 van toepassing
zijn op de Franse Revolutie, Deze vond plaats in de laatste jaren van de 18e
eeuw. Zowel 'de Franse als de Russische Revolutie richtten zich tegen de greep
van de kerk op de staat. Ze leidde uiteindelijk tot een totale verwerping van
het geloof, zoals we dat zien in het atheïstisch communisme. Tijdens
deze revolutie openbaarde Frankrijk als natie dezelfde losbandigheid als Sodom
en dezelfde atheïstische uitdaging als de heerser van Egypte, die tegen Mozes
zei .Wie is de Here, naar wie ik zou moeten luisteren ? 00 Exodus 5:2, Frankrijk
is bekend in de wereldgeschiedenis als de eerste natie, die door haar
volksvertegenwoordiging het bestaan van God loochende. In
november 1793 schafte de Nationale Vergadering de godsdienst af en verbande
wettelijk de Bijbel. Geschiedkundigen noemden deze bloedige periode in
Frankrijk" het Schrikbewind ". In juni 1797, drie en halve profetische
dag of jaar nadat ze God had verworpen en de Bijbel had verboden, nam de Franse
Nationale Vergadering een wet aan, waarbij de Bijbel werd vrijgegeven. Na
1798 kwam er een grote bloei in de verspreiding van de Heilige Schrift. God
sprak weer door zijn woord. De getuigen waren niet langer met zakken bekleed. De
kennis van het boek Daniël nam toe. Gods volk werd bekend met de laatste
plannen van God. Hij liet in de Franse revolutie zien, dat ..wie Gods woord
verwerpt, ten gronde gaat. De duivel wil Gods woord vernietigen. Zijn verdere
pogingen worden beschreven in de tweede helft van de Openbaring, met name de
hoofdstukken 13, 17 en 18. De
zevende bazuin kondigt het laatste oordeel, de reiniging van het heiligdom aan,
waarover ook Daniël sprak. Terwijl
de eerste zes oordelen uit Openbaring 8 en 9 slechts een derde deel van de
mensheid troffen, is het zevende en laatste oordeel wereldwijd. Vers
15-18. God toonde Johannes eerst een samenvatting van wat er onder de zevende
bazuin zou gebeuren. Deze
bazuin heeft te maken met de oprichting van Gods eeuwig rijk. Vers 15-17.
Openbaring 19: 1-6; Dan. 2:44, 45: 7:27. Vers 18 geeft een meer gedetailleerd
beeld van de gebeurtenissen die betrekking hebben op de wederkomst van Jezus. Ten
eerste zullen de volken "toornig" worden. Sedert de zevende bazuin, na
1844, zijn de toestanden in de wereld verslechterd. Dan 8:14: 7:9, 10' 13, 14.
De toorn onder de volken zal zijn hoogtepunt vinden in de laatste grote strijd
Harmagedon. Openb. 16. De toorn van God komt tot uitdrukking door de zeven
laatste plagen, waardoor Hij de goddelozen kort voor de wederkomst van Jezus
straft. Openb. 15: 1. Bij zijn
wederkomst zal Christus al de zijnen " belonen" met het eeuwige leven.
Openb. 22:12. Dan,
duizend jaar later, zal hij de goddelozen straffen met de eeuwige dood. Openb.
20. De
zevende bazuin geeft dus een samenvattend beeld. Vers
19. Om Johannes te helpen
bij het begrijpen van de zevende bazuin, opent God de tempel in de hemel. Hij
laat Johannes het Heilige der Heiligen zien, waarin" de ark van zijn
verbond . bewaard wordt. In het aardse heiligdom werd deze afdeling slechts één
keer per jaar geopend en wel op de Grote Verzoendag. Het heiligdom werd dan
gereinigd en het volk werd geoordeeld. Deze jaarlijkse dienst was een symbool
van het werk van Jezus, dat Hij zou doen in het hemelse heiligdom. Hebr. 8:5:
9:23. Dit werk begon in 1844 en duurt voort tot de oprichting van Gods rijk. God
vestigt de aandacht op de ark van zijn verbond. De wet ligt daarin. De eeuwige
wet van liefde, door God vastgelegd in zijn Tien Geboden. Ex. 20; 25:16; 31:18;
Deut. 10:2, 5. Het gaat in Openbaring 12-22 om het verbond van God. De grote
strijd tussen Christus en Satan gaat over de wet, waarop dit verbond berust.
Openb. 12:l7; 14: 12. Tegenover
de wet van Gods liefde staat de wet der zonde, die door Satan, één van de
voornaamste engelen, werd ingevoerd. Deze wet tracht het schepsel te plaatsen
boven de Schepper. Hoewel deze wet vrijheid schijnt te brengen, berust ze in
werkelijkheid op leugen en bedrog. Joh. 8:44. Toen
Satan met de zonde begon, begreep alleen God wat dit zou veroorzaken. Daarom gaf
God Satan de gelegenheid om de uitwerking van de zonde te laten zien, terwijl
God op zijn beurt liet zien wat de uitwerking is van het beginsel der liefde.
Onze wereld werd het terrein waar de grote strijd tussen goed en kwaad zou
worden uitgevochten. Door de
verbondssluiting heeft God op zich genomen om ons te bevrijden van de macht der
zonde. Hij maakt ons tot nieuwe mensen die in staat zijn in harmonie te leven
met Hem en zijn wet. Ps. 105:8-10; 89:35; Jer. 31 :31-34; Hebr. 8; 8-10. God
maakte aan Adam en Eva bekend dat hun nageslacht de macht van de satan zou
vernietigen. God zei tot satan: " Ik zal vijandschap zetten tussen u en de
vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult
het de hiel vermorzelen.-Gen. 3:15. Toen de
aartsvader Jakob God toestond om zijn leven te leiden, gaf God hem de naam
"Israël.. .God heerst.., Gen. 32:28. Het verbond met Adam en Eva, werd
voortgezet met Israël, maar de bedoeling was dat alle mensen bij het verbond
betrokken zouden worden. De Israëlieten moesten een licht voor alle volken
zijn. Zij moesten tonen wat God met mensen kan bereiken, die zich door Hem laten
leiden. Jes. 42:6; 49:6. Maar de
Israëlieten hadden geen begrip voor Gods plan. Daarom verklaarde God tenslotte
aan de profeet Daniël dat Hij zijn volk nog een proeftijd van 490 jaar zou
geven. Aan het eind van die periode' zou de Messias komen om het verbond met
zijn volk te versterken. Op de door God beloofde tijd zond Hij zijn zoon Jezus
Christus. Hij liet zien hoe een mens behoort te leven. Gal. 4:4. De
Bijbel spreekt over twee tegengestelde wetten, de wet van de liefde en de wat
van de zonde. De macht van de zonde werd door Christus gebroken, en door zijn
leven liet Hij zien wat de wet van de liefde is. De dood van Jezus op Golgotha
stelde het karakter van God tegenover dat van satan, de wet van God tegenover de
wet van de zonde. Golgotha ontmaskerde de satan als een .leugenaar-.. en
,,-moordenaar .., die achter de dood van Jezus stond. Golgotha toonde aan dat de
mens, als hij de kans krijgt, God wil vermoorden. Joh. 8:44. Tegelijkertijd
toonde de dood van Jezus aan dat God én rechtvaardig én genadig is. De zonde
brengt scheiding tussen de mens en God, de enige Levensbron. Jes. 59:2. Zonder
God kan een mens niet leven, daarom brengt de zonde de dood. Christus
behaalde op Golgotha de overwinning op de zonde. Hij vermorzelde de kop van de
slang, satan. En dat was pas het begin. Deze overwinning over de zonde wenst Hij
iedereen toe. Daarom is Hij de Middelaar in het hemelse heiligdom van hen die
het verbond van God een kans in hun leven willen geven. Zo krijgen zij aandeel
in de overwinning die Hij behaald heeft. In het
Nieuwe Testament wordt niet alleen de Israëliet betrokken in de
verbondsrelatie, maar ook zij die buiten Israël zijn. De verbondsbeloften
worden vervuld in het leven van hen die Christus aanvaarden als hun Heer en
Hogepriester. Gal. 3:29. Voor een juist verstaan van de boodschap van de
Openbaring is het belangrijk te weten dat allen die in Christus zijn tot Israël
behoren Oud testamentische
begrippen en plaatsnamen zoals .Israël-, .de berg Sion en Babylon moeten dan
ook verstaan worden in hun verhouding tot Christus en zijn Nieuwtestamentische
gemeente. 1 Petr. 2:9, 10; Rom. 4:13; Joh. 4:21-24; Hebr. 8;1, 2; 10:19;
12:18-24. Openbaring
12-22 laat zien dat de satan alles zal doen om het plan van God te laten
mislukken. De hele wereld zal duidelijk verdeeld worden in twee kampen. De
strijd gaat om de rechtvaardigheid van God. In Openbaring 2 wordt de strijd
getoond die in Gen. 3 met Adam en Eva is begonnen. Christus is het beloofde zaad
van Eva, die de macht van satan teniet zal doen. Ook de gemeente is bij deze
strijd betrokken. De gemeente wint, .door het bloed van het Lam en door het
woord van hun getuigenis-. Zij hebben hun leven daarvoor ingezet. vs. 10. In
Openbaring 13 worden de machten beschreven die satan in de strijd zal gebruiken.
Openbaring 14 laat zien welk macht God gebruikt. De
figuren in dit drama zijn genomen uit Gen. 3. Daar wordt verteld dat de vrouw
verleid werd door de slang. In die tijd beloofde God de vrouw dat één van haar
nakomelingen verlossing zou brengen. |
||