7. Een wereldwijd conflict

 

Shakespeare heeft eens gezegd: “Er is een lijn die wij niet zien en die het pad van ieder mens kruist; dat is de verborgen grens tussen Gods geduld en Zijn toorn.”

“Een grote crisis staat Gods volk te wachten. Ook de wereld staat voor een crisis. De belangrijkste strijd van alle tijden staat voor de deur.”

 

“Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek beschreven wordt bevonden.” Dan.12:1.

 

Als de grote waarschuwing uit Openb.14:9 en 10 tegen het ontvangen van het merkteken van het beest zijn werk heeft gedaan, zal de genadetijd eindigen. Over Gods volk is de Heilige Geest in rijke mate uitgestort - “de verkoeling van het aangezicht des Heren.” Ze worden voorbereid op de beproeving die hen te wachten staat. Ze zijn verzegeld met het “zegel van de levende God.” De goddelozen worden tenslotte overgelaten aan de meester die ze gekozen hebben. Ze hebben Gods barmhartigheid verworpen, Zijn tedere liefde veracht en Zijn wet overtreden. Nu hebben ze geen bescherming meer tegen de krankzinnige woede van Satan en staan bloot aan zijn macht. Hij zal de hele wereld dompelen in één grote laatste strijd, waarover in Daniël 12 wordt gesproken. Gods toorn, die over deze opstandige planeet zal worden uitgegoten, zal komen in de vorm van de zeven laatste plagen, waarover in Openb.16 wordt gesproken. Evenals de tien plagen in Egypte gericht waren tegen de goden en hun aanbidders, zullen de zeven laatste plagen met name gericht zijn tegen het beest en zijn beeld en hun aanbidders.

Bij het bestuderen van dit overweldigend onderwerp en het pogen een overzicht te krijgen van het geheel, ontdekken we dat God zo eerlijk, zo liefdevol is en dat zij op wie deze plagen vallen, zo ongehoorzaam en afstotend zijn, dat niemand in het universum, die dit gadeslaat, God ooit zal kunnen beschuldigen van oneerlijkheid. Na de eerste drie vernietigende plagen zegt een engel:

 

“Rechtvaardig zijt Gij, Gij Heilige dat gij dit oordeel hebt geveld. Omdat zij het bloed der heiligen en der profeten vergoten hebben, hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; zij hebben het verdiend!” Openb.16:5,6.

 

De wet, die God uitdaagt, is uitgevaardigd en Zijn gehoorzaam volk is vervolgd, bespot en ter dood veroordeeld - en nu “hoorde ik een luide stem uit de tempel zeggen tot de zeven engelen: Gaat heen en giet de zeven schalen van de gramschap Gods uit op de aarde. En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden”. Openb.16:1,2.

 

Kunt u zich voorstellen wat dat betekent - zweren over het gehele lichaam?Let wel dat alleen zij, die het merkteken van het beest hebben en die zijn beeld aanbidden, door deze stinkende, pijnlijke zweren worden getroffen. Hoe zal het zijn als dit gebeurt? Kunt u zich voorstellen hoe tijdens de avonduitzending van het nieuws het schokkende bericht van deze enorme epidemie wordt meegedeeld? Duizenden mensen die het merkteken hebben ontvangen met het doel hun werk te behouden en zich te verzekeren van de gemakken van het leven komen tot de ontdekking dat dit alles verdwenen is.

 

In plaats van zich te bekeren en God om vergiffenis te vragen, maken deze rottende zweren dat ze God lasteren en op hun tongen kauwen van pijn. God weet dat ze zich niet zouden veranderen, al gaf Hij hen nog een miljoen jaar langer de kans. Als de plagen komen, weet u dat ieders lot voor eeuwig is beslist. De medische wetenschap zal dan machteloos staan. Kunt u zich indenken hoe de wachtkamers van de artsen en de apotheken overvol van schreeuwende, boze en huilende slachtoffers zullen zijn? Welke geneesmiddelen zullen de kloppende, bijtende pijnen verlichten?

 

Niet iedereen zal door deze zweren getroffen worden. Zij die tot voor kort zijn vervolgd en bespot, zijn nu veilig. Gods engelen beschermen hen. Ze hebben hun Heer liefgehad en zijn Hem trouw gebleven tot aan de dood, en nu is Jezus heel dicht bij hen. Hoewel ze ter dood veroordeeld zullen worden, zullen ze niet sterven. Jezus zal tussenbeide komen om hen te redden. Terwijl de goddelozen omkomen door pestziekten en hongersnood, is Gods volk veilig onder Zijn bescherming. Plotseling wordt bekend gemaakt: “Het water is veranderd in bloed.” “En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee, en zij werd als van een dode, en alle levende wezens, die in de zee waren, stierven.” Openb.16:3. Tijdens de derde plaag wordt ook het water in de rivieren veranderd in bloed.

 

Hebt u ooit het bloed van een dode gezien? Het rot en klontert samen tot een gelei-achtige massa. Zij, die Gods volk hebben gehaat, hebben getracht hun bloed te vergieten. Stel u voor hoe ze, om de pijn van hun koortsachtige gezwellen te verzachten de kraan opendraaien om verlichting te vinden, om te ontdekken dat er bloed ‘als van een dode’ uitstroomt!

 

“En ik hoorde het altaar zeggen: Ja, Here God, Almachtige, uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.” Openb.16:7.

Kijk eens naar de stranden! Deze mensen zijn bang. Waar moeten ze drinkwater vinden? Ze hebben getracht het bloed van onschuldigen te vergieten, en nu hebben ze bloed om te drinken.

 

Nu gebeurt er iets ongelooflijks. “En de vierde engel goot zijn schaal uit over de zon en haar werd gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd door de hitte en zij lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.” Openb.16:8,9.

 

De goddelozen ervaren nu een verschrikkelijke pijn. De combinatie van verzengende hitte en open zweren is niet om uit te houden!

Er zullen tal van wonderen plaats vinden, net als in de dagen van Mozes; sommige van God, andere van Satan. De goddelozen zullen niet beseffen dat de duivel de gaven van de Geest heeft nagebootst. Velen die wonderen hebben verricht en wonderwerken hebben gedaan, hebben Gods Sabbat vertreden en hen, die de dag eerbiedigden, vervolgd. Ze voelden zich zeker van Gods gunst. Nu zijn ze razend. Van de ongelovigen heeft Jezus gezegd: “Niet een ieder die tot Mij zegt: ‘Here, Here’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil Mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd, en in Uw naam boze geesten uitgedreven, en in Uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.” Matt.7:21-23. Nu wordt hun ware aard openbaar. Ze lasteren God en bekeren zich niet.

Airconditioning installaties zullen niet in staat zijn de intense hitte te verminderen. De gebouwen zullen op ovens lijken. Voor de goddelozen is nergens verlichting te vinden.Deze plaag is precies aangepast aan de zonden van de mensen. Ze hebben de ‘dag der zon’ geëerd overeenkomstig de overleveringen van mensen - en nu geeft God hun zon! Een andere vertaling zegt, dat de mensen vreselijk verbrand zullen worden tijdens de vierde plaag. In die dagen zullen velen verlangen naar de bescherming van Gods barmhartigheid, die ze zo lang hebben veracht.

 

Gods volk zal zich nog steeds verbergen in woeste plaatsen, maar Hij, die Elia voedsel verschafte in de woestijn, zal voor hen zorgen. Terwijl de goddelozen sterven aan pestziekten, zullen de engelen Gods getrouwe volk beschermen en in hun behoeften voorzien. God heeft beloofd: “De ellendigen en de armen zoeken naar water, maar het is er niet; hun tong verdroogt van dorst; Ik, de Here, zal verhoren, Ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten.” “Zijn brood is gewis, zijn water verzekerd.” Jes.41:17; 33:16.

 

Terwijl de ongehoorzamen schreeuwen van pijn, badend in het zweet, terwijl hun versmachte kelen rauw zijn van dorst, luidt Gods belofte aan Zijn volk: “De Here is uw Bewaarder, de Here is uw Schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts.” Ps.121:5,6.

Doordat de mensen verkozen hebben het beest te eren en zijn “merkteken” te ontvangen inplaats van God te eren en zijn “zegel”, hebben zij de duisternis verkozen. Opnieuw geeft God hun wat zij zelf gekozen hebben. “En de vijfde engel goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk is verduisterd, en zij kauwden hun tong van pijn, en zij lasterden de God des hemels vanwege hun pijnen en vanwege hun gezwellen, en zij bekeerden zich niet van hun werken. ” Openb.16:10,11.

 

Kunt u zich zoiets voorstellen? Ik denk dat de menselijke geest niet in staat is de verschrikkingen te bevatten waardoor de maatschappij getroffen zal worden. Mensen uit de hoogste kringen, rijken, geleerden, evenals de onwetende massa, zullen verlamd zijn door pijn, haat en paniek.Heel de maatschappij zal één grote chaos zijn. Over deze gesel zegt de Bijbel: “De aardbodem treurt, want het koren is verwoest... de oogst van het veld is verloren gegaan... alle bomen des velds zijn verdord. Voorwaar, de blijdschap is beschaamd van de mensenkinderen weggevlucht.” “Hoe kreunt het vee! De runderkudden dolen rond, want er is voor hen geen weide...” Joël 1:10-12,17-20. Als de mensen slechts ingegaan waren op Gods grote liefde. Zijn armen zijn steeds in liefde uitgestrekt geweest. Maar nu is het te laat!

 

De ongehoorzamen hebben een besluit uitgevaardigd dat zij, die Gods zegel hebben ontvangen, niet kunnen kopen of verkopen. Nu komen ze zelf om van de honger en dwalen rond in de duisternis. Deze bovennatuurlijke duisternis is een gepast zinnebeeld van de dichte duisternis waarin zij zich bevinden, die zich hebben afgewend van het licht der waarheid.

 

Gods volk verbergt zich nog steeds. Al wekenlang zijn zij zonder werk, zonder huis, en zijn op de vlucht voor waanzinnige mensen, aangepord door de godsdienstige leiders en de boze engelen. Ze hebben alles prijs gegeven voor Christus. Ze hebben gezien hoe de goddelozen zijn omgekomen, terwijl Gods engelen hebben gezorgd dat zij eten hadden. Aan de gehoorzamen zijn Gods beloften gegeven: “Hun brood wordt hun gegeven, hun water is gewis.” “Al vallen er duizend aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken; slechts zult gij het met uw ogen aanschouwen, en de vergelding der goddelozen zien... Geen onheil zal u treffen en geen plaag zal uw tent naderen.” Ps.91:3-10

 

Als de vijfde plaag komt, is de hele goddeloze wereld werkelijk razend. Ze hebben beslist dat degenen, die de Sabbat van de Bijbel eren, de oorzaak zijn van de verschrikkelijke omwentelingen in de natuur, en ze hebben zich voorgenomen hen van de aardbodem te verdelgen!

Er wordt een datum vastgesteld. Als de klok op een bepaalde dag het middernachtelijk uur aangeeft, zal Gods gehoorzaam volk ter dood worden gebracht. Naar het zich laat aanzien is de ondergang van Gods volk niet af te wenden. Dag en nacht roepen ze tot God om bevrijding. Heeft God hen in de steek gelaten? Juist deze ervaring bereidt Gods volk voor op de heerlijkheid van de hemel, zoals niets anders dit kan doen.

Te midden van die chaos giet de zesde engel zijn schaal leeg.

 

“En de zesde engel goot zijn schaal uit op de grote rivier, de Eufraat, en zijn water droogde op, zodat de weg bereid werd voor de koningen, die van de opgang der zon komen. En ik zag uit de bek van het beest en uit de bek van de draak en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen; want het zijn geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen der gehele wereld om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de Almachtige God... En zij verzamelden hen op de plaats, die in het Hebreeuws genoemd wordt Harmágeddon.” Openb.16:12-14,16.

Hier bereiden de geesten van duivelen door hun wonderen de oversten en volken der wereld voor om zich te verzamelen en te strijden tegen God en Zijn volk. Dit is de wereldwijde strijd. Dit is de slag van Harmágeddon. Het is de laatste strijd op aarde tussen goed en kwaad. Allen hebben hun houding bepaald. De goddelozen zijn in de meerderheid en hebben zo te zien grote voordelen - net als David en Goliath.

 

Het woord ‘Harmágeddon’ bestaat uit twee Hebreeuwse woorden, “Har” en “Megiddon”. Dit is geen plaatselijke slag die in het dal van Megiddo wordt uitgevochten. Het woord ‘har’ betekent ‘berg’. “Harmágeddon” is een woord om de universele slag aan te duiden waarin de goddelozen zich keren tegen God en Zijn getrouwe volk. Dit is een wereldwijde slag. De Nationale Zondagswet van de VS heeft zich uitgebreid tot alle volken op aarde. De universele wet tracht op één dag een beslissende slag te slaan die de gehate sekte van de aardbodem zal wegvagen.

 

Als de grote corrupte christelijke coalitie op aarde zover komt dat ze (temidden van wonderen en satanische verleidingen) de leiders (‘de koningen der aarde’) ertoe brengt een besluit uit te vaardigen om hen, die geen speciaal identiteitsbewijs hebben, en die weigeren het ‘merkteken’ te ontvangen, ter dood te brengen, voert ze de wereld naar de plaats, waar haar noodlot wordt bezegeld.

 

Gods volk, waarvan sommigen in gevangenissen zitten en anderen zich verbergen in wouden en in bergen, pleit nog steeds om Gods bescherming, terwijl groepen mensen, die gewapend zijn en aangespoord worden door boze engelen, zich gereed maken om het doodvonnis te voltrekken. Nu, in dit donkere uur, zal de God van Israël tussenbeide komen om Zijn getrouwe volk te bevrijden.

 

Het tijdstip is vastgesteld om een verpletterende slag toe te brengen, waardoor de gehate sekte van de aarbodem zal worden weggevaagd. Te middernacht treedt dit bevel in werking. Maar het is te middernacht, dat de almachtige God des hemels en der aarde tussenbeide zal komen om Zijn volk te redden.

Let eens op wat er gebeurt:

 

“En de zevende engel goot zijn schaal uit in de lucht en er kwam een luide stem uit de tempel, van de troon, zeggende: Het is geschied.

En er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen en er geschiedde een grote aardbeving, zo groot als er geen geweest is, sedert een mens op aarde was; zo hevig was deze aardbeving, zó groot. En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden der volken stortten in. En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om daaraan de beker met de wijn van de gramschap Zijns toorns te geven. En alle eilanden vluchtten weg en bergen werden niet meer gevonden. En grote hagelstenen, een talent zwaar, vielen uit de hemel op de mensen, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag daarvan was zeer groot.” Openb.16:17-21.

 

HET GROTE BABYLON - DE MOEDER DER HOEREN had alle volken doen drinken van de wijn van haar mengsel van christelijke en heidense gebruiken. Nu drinkt ze de wijn van Gods gramschap.

 

Satans streven om het doodvonnis tegen Gods volk te bekrachtigen is het laatste hoogtepunt van zijn duivelse praktijken. Nu komt God tussenbeide om Zijn volk te redden. En wat voor redding!

 

Alles in de natuur raakt overhoop. De bergen gaan heen en weer als riet in de wind. De goddelozen zijn verlamd van afschuw en schrik en zien vol verbazing naar dit schouwspel, terwijl de getrouwen met plechtige blijdschap zien naar de tekenen van hun bevrijding. Grote rotsblokken worden in alle richtingen weggeslingerd. De zee wordt hoog opgezweept. De aarde verheft zich en daalt neer. De oppervlakte breekt open. Bergketenen zinken weg. Eilanden verdwijnen. Goddeloze steden, die aan Sodom gelijk zijn geworden, worden door vloedgolven verzwolgen. Grote hagelstenen, elk een “talent” zwaar, veroorzaken enorme schade. Een talent is ruim 30 kg. U kunt zich voorstellen dat deze als kanonskogels de goddeloze steden tot puin maken.

 

Prachtige gebouwen, door rijken gebouwd met geld dat aan de armen ontstolen is, vallen voor hun ogen in puin. Muren van gevangenissen storten in en Gods ootmoedig volk, dat om hun geloof gevangen was gezet, wordt bevrijd.

 

Het is onmogelijk om de ontzetting en de wanhoop te beschrijven van hen, die Gods heilige geboden hebben overtreden. De vijanden van Gods wet, zowel voorgangers als leken, hebben een nieuw begrip van wat waarheid is. Te laat ontdekken ze de ware aard van de namaaksabbat die door de Roomse kerk werd binnengebracht, alsook de wankele basis waarop ze hebben gebouwd. Velen beseffen nu dat ze verloren zijn. Ze hebben de gemakkelijke, populaire weg gekozen - en hebben het merkteken van het beest ontvangen. Ze hebben de godsdienstige leiders gevolgd in plaats van het duidelijke Woord van God. Zij zijn ertoe gebracht te geloven dat de meerderheid wel gelijk moest hebben. Nu vallen ze hun voorgangers aan en verwijten hen in bittere bewoordingen hun wanhopige toestand.

 

De wereldwijde strijd heeft de weg gebaand voor de komst van Christus en Zijn machtige engelenschaar tijdens de laatste plaag.

 

Aan de hemel verschijnt een wolk die de komst van de “Koning der Koningen en de Here der Heren” aankondigt. In plechtig zwijgen ziet Gods volk toe hoe deze wolk dichterbij komt naar de aarde. Hij wordt steeds lichter en heerlijker, tot het een grote witte wolk is, met de heerlijkheid van verterend vuur. Jezus komt als de machtige overwinnaar. “En de heerscharen die in de hemelen zijn, volgden Hem.” Openb.19:11,14. Heel de hemel lijkt vol stralende gedaanten - tienduizend maal tienduizend en duizendmaal duizenden.

 

Het is met geen pen te beschrijven. De menselijke geest is niet in staat het fantastisch en heilig schouwspel te bevatten. Terwijl de levende wolk steeds dichterbij komt, ziet ieder oog de lieflijke Jezus. Op dat heilig voorhoofd is geen doornenkroon, maar nu rust op Zijn heilig hoofd een kroon van heerlijkheid. Zijn gelaat blinkt helderder dan het licht van de zon. “En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij geschreven de Naam: Koning der koningen en Here der Heren.” Openb.19:16.

Terwijl de Koning der heerlijkheid neerdaalt op de wolk in ontzagwekkende majesteit, gehuld in vlammend vuur, beeft de aarde. De grond rijst en daalt en de bergen maken zich los van hun grondvesten. “Onze God komt en zal niet zwijgen, vuur verteert voor Zijn aangezicht, rondom Hem stormt het geweldig. Hij roept tot de hemel daarboven, en tot de aarde om Zijn volk te richten.” Ps.50:3,4. “En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, Die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van Zijn toorn is gekomen en wie kan bestaan?” Openb. 6:15-17.

 

Er worden geen grappen meer gemaakt. Lasterende, liegende lippen zwijgen. Temidden van hun ontzetting horen de goddelozen de stemmen van Gods volk dat vol vreugde uitroept: “Zie, Deze is onze God van Wie wij hoopten dat Hij ons zou verlossen.” Jes.25:9.

 

Terwijl de aarde wankelt als een dronkaard, roept de stem van Gods Zoon, temidden van de verschrikkingen van de donder en de omwentelingen in de natuur, Zijn getrouwen van alle tijden uit de graven. “Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank van een bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht en zó zullen wij altijd met de Here wezen.” 1 Thess.4:16.17. Gods nog levende volk wordt veranderd “in een ondeelbaar ogenblik.” 1 Kor.15:51,52. Zij, die uit de vier hoeken der aarde zijn opgewekt, en de levenden, die zo juist zijn veranderd, worden opgenomen om de Here in de lucht te ontmoeten. Engelen vergaderen de uitverkorenen uit de vier winden, van het ene uiterste der aarde tot het andere uiterste. “Kleine kinderen worden door heilige engelen gedragen naar de armen van hun moeders. Vrienden die lang door de dood zijn gescheiden, worden herenigd, om nooit meer te scheiden, en onder blijde lofzangen stijgen ze op naar de stad van God.”

 

Wat een bevrijding! Wat een Zaligmaker!

 

Ik geloof met heel mijn hart dat u onmogelijk deze verbazingwekkende waarheden van Gods Woord kunt lezen zonder het diepe verlangen te koesteren Christus te volgen tot het einde en deel te hebben in Zijn heerlijk koninkrijk. Ik weet dat u dit heel ongewone boek beslist niet zo ver zou hebben gelezen als u niet echt belangstelling had om de waarheid te leren kennen en Jezus te volgen tot het eind.

 

U heeft enkele van Satans werkwijzen leren kennen, en hoe hij de wereld ertoe zal brengen om in deze strik te vallen. U hebt geleerd hoe u er aan kunt ontkomen, dat het merkteken van het beest aan u wordt gegeven, en u hebt iets ontdekt van Gods grote liefde en genade in Zijn waarschuwing aan ons.

Nu ziet u dat de corrupte vrouw uit Openbaring 17, die “Babylon” wordt genoemd, het grote geheel van gevallen christendom is, dat een mengsel is geworden van waarheid en zon-aanbiddende praktijken uit het oude Babylon. U kunt nu zien dat als God in Openb.18:4 zegt: “Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen,” Hij u roept. Het is een oproep uit liefde. U kunt inzien dat het Gods laatste oproep is tot alle gelovigen die wedergeboren zijn, om zich los te maken van organisaties, hoe vriendelijk en voorkomend de leden daarvan ook mogen zijn, wanneer ze niet volledig Jezus gehoorzaam zijn en niet al Gods geboden bewaren.

 

Binnen heel korte tijd zullen allen gekozen hebben voor het ‘zegel van God’ of voor het ‘merkteken van het beest.’ Het gaat hier niet om twee verschillende dagen, maar om aanbidding, om trouw, hetzij aan God, hetzij aan het beest.

 

Omdat Jezus Zijn kostbaar bloed voor mij aan het kruis op Golgotha heeft vergoten, verkies ik, door Gods genade, Hem te volgen tot het einde, om al Zijn geboden te bewaren, waaronder de Sabbat, en “het zegel van de levende God te ontvangen.” Hoe staat het met u? Wilt u ook niet kiezen om trouw te zijn aan Hem? Ik wil graag met Hem leven als Hij komt, u niet? Hij zegt: “Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat zij recht hebben op de boom des levens en door de poorten mogen ingaan in de stad.” Openb.22:14.

 

In onze tijd zijn er velen die hongeren en dorsten naar de waarheid. Mensen die eerlijk zijn, zijn niet langer tevreden met een waterig mengsel. Ze wensen de zuivere waarheid. Dwalingen die vanaf de kansel worden gepredikt, gaan niet langer aan hen voorbij. Ik geloof van harte dat u oprecht naar waarheid zoekt, anders zou u beslist niet zover hebben gelezen bij het zoeken naar de wil van God. Er zijn nog andere belangrijke vragen die in ons opkomen: Hoe zit het met het duizendjarig rijk van Christus? Wat is de onvergeeflijke zonde? Hoe worden we vrij van schuldgevoelens en krijgen we innerlijke vrede? Waarom zijn er zoveel kerkelijke richtingen?

 

Er is geen ruimte in dit boekje om deze andere vragen, die u wellicht heeft, te beantwoorden. Daarom wijs ik u op een ander boek, getiteld: “De Grote Strijd.” Dit intrigerend boek zal deze en ander vitale vragen helpen beantwoorden om ons te sterken ons gereed te maken voor de wederkomst van Jezus. In “De Grote Strijd” zult u lezen “Waarom zonde en lijden werden toegelaten” en “Wie zijn de engelen.” Meer van Satans listen zullen ontmaskerd worden. U zult kunnen ontdekken of er al dan niet een organisatie is die werkelijk voldoet aan de eisen die gesteld worden aan “het overblijfsel” uit Openb.12:17. U zult geboeid lezen over het uitstorten van de Heilige Geest. Bij de uitgevers van dit boek kunt u bovengenoemd boek bestellen.

 

Moge God u rijkelijk zegenen, ook uw verwanten, als u doorgaat met het bestuderen van Zijn wonderbaar Woord. “De genade van onze Here Jezus Christus zij met u allen. Amen.”