Inleiding
Bestaat er zoiets als
"De Illuminatie"? Past dit in onze verlichte tijd? Sommigen vinden de
gedachte alleen al belachelijk, maar in de navolgende hoofdstukken zal
een fascinerend panorama worden onthuld.
Zijn woorden als "Illuminisme"
of "de Illuminatie" nieuw voor u? Dat is niet verwonderlijk, want
vandaag de dag zijn deze begrippen onbekend voor miljoenen mensen,
zelfs voor goed ontwikkelden. Dit komt voort uit het plan om die
enorme samenzwering onder de dekmantel te houden, opdat ze altijd
geheim zal blijven.
"De grote kracht van
onze orde ligt in haar verborgenheid," verklaarde Adam Weishaupt,
stichter van deze nieuwe orde in 1776. "Laat haar nooit, in welke
plaats dan ook, verschijnen onder haar eigen naam, maar altijd onder
de bedekking van een andere naam en andere bezigheden."
(Robinsons: "Proofs of a Conspiracy", p. 195)
Deze wereldwijde
verborgenheid is zo knap volgehouden door de eeuwen heen, zelfs
gedurende duizenden jaren, dat de meeste mensen geen idee hebben van
haar bestaan.
Deze samenzwering gaat
terug tot de tijd van Nimrod, dat boosaardig genie dat begonnen is met
de afvallige godsdienst in het oude Mesopotamië. Ofschoon elke
zondagsschoolleraar wel iets weet van de Toren van Babel, zijn er maar
heel weinigen die zich realiseren dat de principes en filosofie van
die beweging uit de verre oudheid vandaag de dag een huiveringwekkend
grote rol spelen in ons politieke en godsdienstige leven.
In dit boek, "De
Illuminatie", zijn vele verbijsterende, haast ongelooflijke feiten
bijeengebracht. Laten wij, voordat wij dieper op deze zaken ingaan, in
het kort aandacht schenken aan onze bronnen. Wij zijn heel dankbaar
voor boeken, zelfs voor die met de inhoud waarvan wij het niet eens
zijn, want zij tonen ons het denken van andere schrijvers. Maar andere
boeken, zoals dat vijf en zeventig jaar oude klassieke werk van
Alexander Hislop, "The Two Babylons", openen voor ons een
uitgestrekt gebied van denken en kennis. Wij zijn ons er wel van
bewust hoe andere geleerden tegen het werk van Hislop aan kijken. Hun
houding laat echter alleen zien hoe bedroevend onwetend zij zijn
betreffende de zaken waar het werkelijk om gaat. Anderen, zoals Neal
Wilgus in "The Illuminoids", werpen veel modern licht op de
zaak, ook al gaat hij niet verder op de idee zelf in.
Uiteraard kunnen wij
niet verwachten dat Hislop in zijn tijd op de hoogte was van vele
dingen die wij nu pas weten. Die waren toen nog niet ontdekt en wij
vragen ons af wat hij zou schrijven als hij dat heden ten dage kon
doen. De meest waardevolle bijdrage die hij heeft geleverd is altijd
geweest de hoeveelheid geschiedenis die hij heeft ontsloten voor een
echte onderzoeker.
Het meest betrouwbare
boek waarover wij beschikken is natuurlijk het boek der boeken: de
Bijbel.
Wij zullen veel
schrijvers citeren, maar het Woord van God zullen wij blijven zien als
het uiteindelijke licht der waarheid. Zowel in het Oude - als het
Nieuwe Testament wordt veel aan het licht gebracht waardoor wij de
samenzwering die het onderwerp van dit boek vormt, duidelijk kunnen
identificeren. In twee van Paulus' krachtigste brieven spreekt hij
over twee grote verborgenheden: in de eerste plaats "de verborgenheid
der Godzaligheid" -in zijn woorden "God geopenbaard in het vlees",
waarmee hij zonder twijfel Jezus Christus bedoelt (l Tim. 3:16). In 2
Thes. 2:7 en 3:4 beschrijft Paulus de "verborgenheid der
ongerechtigheid", die hij noemt "de mens der zonde, de zoon des
verderfs", die "zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of
als God geëerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een god zal
zitten, zichzelven vertonende dat hij god is."
In de tijd dat de
apostel dit schreef zei hij: "Want de verborgenheid der
ongerechtigheid wordt alrede gewrocht." (Nieuwe vertaling : "Want het
geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking..."). Het was in zijn
dagen reeds in werking, maar hij voorspelde dat er een nog grotere
manifestatie van satanische macht zou komen. Deze zou worden
geruggesteund door "alle kracht en tekenen en wonderen der leugen"
(vers 9).
Spoedig na de dood van
de apostel begon de kerk, die tientallen jaren zo krachtig getuigenis
had gegeven van de macht van God door wonderen en in het bijzonder
door de bekering van duizenden mensen tot het eenvoudige evangelie, af
te glijden, precies zoals Paulus had voorspeld in 2 Thessalonicenzen.
De elementen van misleiding waren reeds zichtbaar, in het bijzonder
toen Filippus een machtig werk aan het doen was in Samaria - We vinden
deze geschiedenis in Hand. 8:5-12. Daar lezen we:
"En de scharen hielden
zich eendrachtig aan hetgeen door Filippus gezegd werd, dewijl zij
hoorden en zagen de tekenen die hij deed" (vers 6). Dan verschijnt er
ten tonele "een zeker man met name Simon", die van tevoren "was in de
stad, plegende toverij en verbijsterde de zinnen van het volk van
Samaria" (vers 9). Deze man werd ook gedoopt en de Schrift zegt dat
"hij gedurig bij Filippus bleef en zich ontzette, ziende de tekenen en
de grote krachten die er geschiedden" (vers 13). Het is zonder meer
duidelijk dut deze man meer geïnteresseerd was in de wonderen dan in
de wonderbaarlijke bekeringen van de mensen.
Toen het nieuws het
hoofdkwartier in Jeruzalem bereikte werden Petrus en Johannes erheen
gezonden die baden voor de pas bekeerden dat ook zij de doop van Gods
Geest mochten ontvangen, want tot dan toe was de Geest nog op geen van
hen gekomen. Nadat de apostelen voor hen hadden gebeden en hen de
handen hadden opgelegd ontvingen ook zij de Heilige Geest in kracht.
De man Simon keek
nauwkeurig toe wat daar werd gedaan. Toen ging hij naar Petrus en
Johannes toe en zei: "Geef ook mij deze macht, opdat zo wien ik de
handen opleg, hij den Heiligen Geest ontvange." En hij bood hun geld
aan. Maar de apostelen zagen dat er iets ontbrak in zijn leven en dan
komt wellicht de scherpste verwerping uit de hele Bijbel: "Uw geld zij
met u ten verderve, omdat gij gemeend hebt dat de gave Gods door geld
verkregen wordt! Gij hebt geen deel of lot in dit woord, want uw hart
is niet recht voor God."
Wie was nu deze Simon?
De Schrift maakt duidelijk dat hij een Samaritaanse misleider was die
aan zelfverheerlijking leed: "...plegende toverij, en verbijsterende
de zinnen van het volk van Samaria, zeggende van zichzelven dat hij
wat groots was; welken zij allen aanhingen, van den kleine tot den
grote, zeggende: Deze is de grote kracht Gods. En zij hingen hem aan,
omdat hij een langen tijd met toverijen hunne zinnen verbijsterd had"
(Hand. 8:9-11).
De Samaritanen waren
geen Israëlieten; ze waren Babyloniërs die in dat land waren geplaatst
door de koning van Assyrië (2 Kon. 17:24,25). Zij waren in de steden
van Samaria gehuisvest in plaats van de kinderen van Israël en zij
bezaten Samaria en woonden in de steden "maar zij vreesden de Here
niet". Deze mensen waren heidenen in alle opzichten. In Hastings "Dictionary
of the Apostolic Church" lezen we: "De vermenging van heidendom en
Christendom ...was wel heel duidelijk in het Simonische Systeem" (blz.
496). Simon Magus werd kennelijk de leider van een heidens
georiënteerde sekte die wal Christelijke terminologie gebruikte, maar
in werkelijkheid anti-Christelijk was. De bedenker van dit gedoopte
heidendom was Simon Magus. Zonder twijfel heeft hij Christendom
vermengd met heidense ideeën en praktijken.
(Apostolic Christianity, vol.2, p.566).
Dit heiden-Christendom
had al gevolgen toen de apostelen nog leefden, want in 2 Corinthiers
11:3,4, lezen we Paulus' bezorgdheid: "Doch ik vrees, dat enigszins
gelijk de slang Eva door hare arglistigheid bedrogen heeft, alzo uwe
zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid die in
Christus is. Want indien degene die komt, een anderen Jezus predikte,
dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een anderen Geest
ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat
gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht."
Onder de invloed van
Satans dienaren werden Christenen veranderd in dienaren der
ongerechtigheid en velen werden misleid. De verborgenheid der
ongerechtigheid was reeds in werking en bloeide later op tot een volle
duivelse afvalligheid.
Van Simon wordt nergens
gezegd dat hij een lid was van de ware kerk - het lichaam van
Christus. Hij nam de naam van Christus aan en een paar van Zijn
leringen. Deze vermengde hij met de Babylonische mysterie - godsdienst
en "zo werd hij de leider van een afvallige sekte die misschien in
naam Christelijk was ...maar in werkelijkheid anti - Christelijk, en
waarin Simon zichzelf verhief tot de centrale positie die het
Christendom toekent aan Jezus Christus." (Hastings
"Dictionary of the Apostolic Church", vol.l,p. 497).
Simons invloed reikte
lot in Rome, volgens Justinius Martyr. Toen deze in 152 na Christus
zijn "Apologie" schreef vermeldde hij Simon vier maal als de stichter
van een geweldige beweging. Hij "kwam naar Rome in de dagen van keizer
Claudius en maakte zo'n indruk door zijn magische krachten, dat hij
werd vereerd als een god en voor hem een standbeeld aan de Tiber werd
opgericht, tussen de twee bruggen, met het opschrift: 'Voor de heilige
god Simon" (Dictionary of Christian Biology, vol.4, p.682).
Wanneer we meer bekend
raken met de oorsprong en de geschiedenis van de Babylonische mysterie
-godsdiensten zal ons dat veel meer begrip geven voor en licht werpen
op de tegenwoordige toestand in de wereld. Weinigen weten dat de
heidense godheden bekend stonden als "Peters" of "Patres" (het
Latijnse woord voor "Vaders", in het enkelvoud "Pater"; Red.) en dat
zij in de meeste van hun tempels bepaalde priesters hadden die
voortdurend "bezig waren met het bedienen van de mysteriën" (Ancient
Mythology, vol. 1, p.354).
Nog interessanter is het
feit, dat de woordstam van het woord "Peter", de medeklinkers "P T R",
betekend "uitleggen, interpreteren". Deze goden en hun priesters waren
dus de uitleggers van de mysteriegodsdiensten, ofwel de heidense
mysteriën van het oude Babylon. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
Simon Magus, de hekserijmeester uit Samaria, bekend werd als "Simon
Peter"of "Simon de uitlegger".
Mozes was kennelijk met
deze dingen op de hoogte toen hij de Pentaieuch schreef, want we lezen
in Deuteronomium 23:4 dat Bileam, de zoon van Beor van Pethor uit
Mesopotamië, was ingehuurd om Israël te vervloeken. In Numeri 22:4,5,7
lezen we dat Balak, de zoon van Zippor, koning der Moabieten, "boden
zond naar Bileam, de zoon van Beor te Pethor" en "de oudsten der
Moabieten en de oudsten der Midianieten" gingen "en hadden het loon
der waarzeggingen in hunne hand". Dan volgt hel relaas van de ezel die
weigerde langs de engel te gaan en later tot Bileam sprak.
Mesopotamië was de
bakermat van de afgoderij of "Babylonische Mysteriën". De naam Bileam
betekent in de Semitische taal "Veroveraar der volken" en daar ligt de
link met "Nimrod; deze begon geweldig te zijn op aarde. Hij was een
geweldig Jager voor het aangezicht des Heren ...En het begin van zijn
rijk was Babel en Erech en Akkad en Kalne in het land Sinear."
Deze Nimrod was de zoon
van Kusch en de achterkleinzoon van Noach. Hij bouwde nog meer steden,
zoals Ashur en Ninive, dat later de hoofdstad werd van het Assyrische
rijk. Nimrod wordt afgeschilderd als "een geweldig jager voor het
aangezicht des Heren", of, zoals Dr. Strong het vertaalt, tegen het
aangezicht des Heren". Hij toont aan dat het Hebreeuwse woord "paniym"
correcter vertaald kan worden met "tegen" dan met "voor". Nimrod was
een groot leider, en zijn krijgsbenden "hebben de heerlijkheid van den
onverderfelijken God veranderd in de gelijkenis van een beeld van een
verderfelijke mens en van gevogelte en van viervoetige en kruipende
gedierten" (Rom. l :23). De volgende verzen van de Romeinenbrief
handelen over het geheel van duivelse praktijken, onder andere
homoseksualiteit bij mannen en vrouwen, dat in onze dagen algemeen is
geworden, zelfs bij bepaalde religieuze groeperingen.
Nimrod was zeker
"tegen" de Here in alles wat hij zich voomam en deed. De "geweldige
jager tegen het aangezicht des Heren" heeft menigten weggeleid van de
Schepper en het fundament gelegd voor een wereldwijde samenzwering
tegen God. Dat was de gedachte die achter de Babylonische
mysterie-culten zat. Bij de Grieken is hij bekend onder de naam "Nicolaos"
hetgeen eveneens "Veroveraar der volken" betekent. Er bestaat een
theorie dal Bileam het hoofd was van een college van priesters te
Pethor, een gewijde hoogte in Mesopotamië. Vanaf die oude plaats,
dichtbij de plek waar de toren van Babel had gestaan, organiseerde hij
een naar zijn idee volmaakt geheim genootschap met de doelstelling om
te komen tot een universele wereldgodsdienst En zijn' plan is bijna
geslaagd: aan het einde van de vierde eeuw na Christus was het echte
Christendom bijna ter ziele in de plaats daarvan vond men, onder de
naam "Christendom" - om de woorden van Griffen te gebruiken" "een
corrupte hiërarchie die de volken van Europa in zijn macht had en die
de Kerk had gemaakt tot een ware poel van ongerechtigheid, geestelijk
bederf, heidense filosofie en hoererij … een dicht verknoopte klit van
door Satan geïnspireerde, machtshongere en van lust vervulde rebellen
tegen God, die, zich verbergend achter het etiket 'Christelijk', alle
Satanische verrotting van het heidense Babylon aanhingen".
("Forth Reich of the Rich", 1978,
Des Griffin, p.38).
In het jaar 323 n.Chr.
nam keizer Constantijn officieel dit Simonische Christendom aan, dat
niets meer of minder was dan "gedoopt heidendom", en maakte dat tot de
staatsgodsdienst van Rome. Op die manier werd de kerk binnengeleid in
een periode van degeneratie die vaak wordt genoemd "de duistere
Middeleeuwen". In "History of the Reformation" lezen we op blz. 17:
"De volken van de Christelijke wereld zagen niet langer op een heilige
en levende God, maar zochten hun toevlucht tot alle middelen
die een bijgelovige en
opgezweepte fantasie maar kon bedenken." En zo bleef het bijna duizend
jaar lang, tenminste tot aan de Renaissance in het begin van de 14e
eeuw, die de belangstelling voor wetenschap en letterkunde deed
herleven, gevolgd door de Hervorming in de 16e eeuw. Toen begonnen er
bepaalde dingen te gebeuren. Deel 1 van hel eerste hoofdstuk, en de
volgende hoofdstukken van dit boek, geven ons inzicht in de
achtergronden van de grote afval door de resultaten daarvan te laten
zien en de Goddelijke oproep om terug te keren tot het apostolische
geloof uit de Heilige Schrift
Roy
Allan Anderson, D.D.. F.R.G.S