Het Spiritisme
gaat samen met de Kerk
Zowel de Bijbel als de
Geest der Profetie beschrijven een drievoudige eenheid die in de
eindtijd samenwerkt. De Bijbel noemt dit trio de draak, het beest en de
valse profeet. “En ik zag uit de bek van de draak en uit de bek van het
beest en uit de mond van de vals profeet drie onreine geesten komen, als
kikvorsen; want het zijn geesten der duivelen die tekenen doen.” (Openb.
16:13,14). Sommige studenten in de Bijbel hebben deze machten de `satanische
drieëenheid’ genoemd. Ook de Geest der Profetie geeft een identificatie
van deze drie machten.
“Satan zal de mensen
verleiden door twee grote dwalingen; de onsterfelijkheid van de ziel en
de zondagsheiliging. Terwijl de eerste dwaling de grondslag is van het
spiritisme, brengt de tweede een vriendschapsband tot stand met Rome. De
protestanten van de Verenigde Staten zullen de eersten zijn om het
spiritisme over de kloof de hand te reiken. Ze zullen zich over de
afgrond buigen om de handen ineen te slaan met de macht van Rome. Onder
invloed van dit drievoudig verbond zal Amerika in het voetspoor van Rome
lopen en de gewetensvrijheid aan banden leggen.” (De grote Strijd,
p.543)
Adventistische
verklaarders zijn het eens met de identificatie van de `draak’, het
`beest’ en de `valse profeet’ als het moderne spiritisme of het
heidendom, het pausdom en het afvallig protestantisme. Dit drietal of
deze drieëenheid van godsdienstige machten vormt tezamen het `grote
Babylon’ van de eindtijd.
We zien hier een
verbazingwekkende ontwikkeling. We hebben gemerkt hoe het pausdom en de
Verenigde Staten een samenwerking aangaan die aanleiding is voor een
wereldwijde ondersteuning van het beest. Satan zal zowel het pausdom als
de Verenigde Staten (bij het `spreken als de draak’) gebruiken om de
zondagsviering een duw in de rug te geven in het schenden van Gods
wet. Maar nu - in de laatste dagen - zal de satan zelf betrokken zijn
in de grote strijd. Van de wonderen van het spiritisme wordt gezegd dat
het `tekenen’ zijn. De duivel zal ze gebruiken om aan zijn valse
boodschap een gedaante van waarheid te geven en bij te dragen aan de
macht en het gezag van zijn valse godsdienstig stelsel.
De derde kikvors van
Openbaring 16 is het spiritisme. Hier is satan op dramatische wijze aan
het werk.
Wij hebben al gezien hoe
de samenwerking van het pausdom en de Verenigde Staten leidt naar de
zondagswet. Het bewijs is overweldigend dat alles gereed is voor een
dergelijke actie. Maar past het spiritisme ook in dit beeld? Inderdaad.
Het is nu reeds aan het werk.
Herinnert u zich nog dat
het spiritisme een belangrijke rol zal spelen in de pressie om in te
stemmen met het vereren van de zondag? De duivel zal werken door `hen
die gestorven zijn’, `door boze geesten’, `door apostelen’, en tenslotte
`in eigen persoon’. Als het einde nabij is, zouden we nu reeds het begin
van het spiritisme moeten zien.
Er zijn letterlijk
honderden boeken over het thema The New Age geschreven. In feite
bestaat het grootste gedeelte van de theologische afdeling van
boekenzaken, uit materiaal over de New Age. Een aantal van zulke
boeken, zoals Dave Hunts, The Seduction of Christianity is over
dit thema geschreven, alsook de aanvaarding ervan door vele christelijke
groeperingen.
In de hoofdstukken 31 tot
34 van De Grote Strijd wordt over dit onderwerp geschreven.
“Satan heeft zich lang voorbereid op zijn laatste poging om de wereld te
misleiden. Het fundament van zijn werk werd gelegd toen hij Eva in de
hof van Eden verzekerde: Gij zult geenszins sterven. Ten dage dat gij
daarvan eet, zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God zijn,
kennende goed en kwaad. (Gen.3:4,5). Stap voor stap heeft hij de weg
gebaand voor zijn meesterstuk van misleiding: het spiritisme.
Hij heeft zijn plannen nog niet helemaal uitgevoerd, maar dat zal wel
gebeuren wanneer zijn tijd bijna helemaal voorbij is. De profeet heeft
gezegd: `En ik zag... drie onreine geesten komen, als kikvorsen... Het
zijn geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de
koningen der gehele wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de
grote dag van de almachtige God’ (Openb.16:13,14). De gehele wereld zal
verstrikt raken in de netten van deze misleiding, maar zij die bewaard
worden door de kracht van God en door het geloof in zijn Woord zullen
ontkomen. De mensen laten zich snel in slaap sussen door een gevoel van
zekerheid. Dit zal hun noodlottig worden en ze zullen pas uit hun slaap
wakker schrikken wanneer Gods gramschap wordt uitgestort.” (De grote
Strijd, p.516,517)
Ellen White wijst in deze
door God gezonden waarschuwing op de grote ervaring die satan heeft en
op zijn plannen om deze dwaling te propageren. Zij begint hoofdstuk 32
met de woorden:
“De grote strijd tussen
Christus en satan die nu al bijna zesduizend jaar duurt, zal binnenkort
afgelopen zijn. Satan verdubbelt echter zijn inspanningen om het
werk van Christus ten gunste van de mensen tegen te werken. Hij wil
zielen in zijn strikken vangen en de mensen in duisternis en
onboetvaardigheid houden tot het hogepriesterlijk werk van Christus
voorbij is en er geen verzoening meer mogelijk is voor de zonde.” (Id.
p.477)
`Stap voor stap’ zal satan
vooruitgang boeken. Nu is overal om ons heen het spiritisme duidelijk
aan het werk - in televisieadvertenties en programma’s en in de
bioscopen. Webster definieert spiritisme als `een geloof dat geesten
van doden communiceren met de levenden’. Deze veronderstelde
communicatie vindt heden ten dage plaats. Maar behalve het personifiëren
van de doden (vroeger levende mensen) gebruikt de duivel ook boze
engelen om heilige engelen en tenslotte Jezus zelf te personifiëren. En
de duivel zal dit spiritistisch verschijnsel gebruiken om het pausdom
en het afvallig protestantisme samen te brengen met de gehele wereld.
Wij zien momenteel het begin van deze laatste acte van satan.
In onze tijd schijnt de
gedachte te overheersen dat wij alleen maar een liefdesverhouding met
Jezus moeten ontwikkelen. Uit wat ik in de Bijbel en in de boeken van de
Geest der Profetie heb bestudeerd is de `enige’ manier om aan de duivel
in deze laatste grote strijd weerstand te bieden een `Aldus zegt de Here’
en `Er staat geschreven’.
U moet uw Bijbel kennen om
stand te kunnen houden! bijbelteksten als bewijs zijn belangrijk! Bij
voorbeeld te weten wat de Bijbel leert over de toestand van de mens in
de dood biedt ons bescherming tegen de laatste spiritistische
bedriegerijen van satan.
De bijbelse leer
over de toestand
van de mens in de dood
Adventisten geloven dat
de mens bij de schepping een voorwaardelijke onsterfelijkheid kreeg.
Dat wil zeggen dat hij, zolang hij Gods geboden gehoorzaamde, toegang
zou hebben tot de boom des levens en zo kon blijven leven. Sinds de
zondeval van de mens hebben we echter niet langer toegang tot de boom
des levens en zijn wij `onderworpen aan de dood’. Onze hoop op eeuwig
leven ligt in Christus. Hij onderging voor ons `de tweede dood’; daarom
is voor ons de dood alleen maar een slaap. Bij de wederkomst van
Christus zal er een algemene opstanding plaatsvinden van de
rechtvaardigen, die door alle eeuwen heen hebben geleefd. Zij zullen
opstaan tot een nieuw leven - tot onsterfelijkheid - om voor eeuwig met
Christus te leven.
Talloze boeken zijn
geschreven over christelijke antropologie - de studie van de menselijke
natuur. Maar hier zullen we onze aandacht vestigen op de `tussenstaat’
tussen de natuurlijke dood en de opstanding.
Het boek Bijbellezingen
voor het Huisgezin wijdt negen hoofdstukken aan christelijke
antropologie. Het boek is grotendeels geschreven in de vorm van vraag
en antwoord, waarbij de antwoorden als bijbelteksten worden gegeven. Het
volgend uittreksel zal de lezer helpen inzien dat de Bijbel duidelijk is
wat betreft dit onderwerp, en dat de leer ervan ons geloof en begrip
vorm moet geven.
WAT IS DE DOOD?
Door welk beeld stelt
de Bijbel de dood voor?
“Doch wij willen u niet
onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen zijn, opdat gij
niet bedroefd zijt zoals de andere mensen, die geen hoop hebben.” (1
Thess.4:13; zie ook 1 Kor.15:18,20; Joh.11:11-14)
Noot - Als iemand gewoon
slaapt is hij volkomen onbewust van alles om zich heen; de tijd gaat
zonder het te weten voorbij en in die toestand is er geen mentale
bezigheid werkzaam.
Waar slapen de doden?
“En velen die in het stof
der aarde slapen, zullen ontwaken.” (Dan.2:2; zie ook Pred.3:20; 9:10)
Hoelang zullen ze daar
slapen?
“Zo legt een mens zich
neer en staat niet weer op; totdat de hemelen niet meer zijn, ontwaken
zij niet en worden niet wakker uit hun slaap.” (Job 14:12)
GEDACHTEN EN
GEVOELENS
VAN DE DODEN
Wat weet iemand in deze
toestand over zijn gezin?
“Zijn zonen mogen tot ere
komen, maar hij weet het niet; of komen zij tot lage staat, hij bemerkt
niets van hen.” (Job 14:21)
Wat gebeurt met de
gedachten van de mens als hij sterft?
“Gaat zijn adem uit, dan
keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.”
(Ps.146:4)
Weten de doden iets?
“De levenden weten
tenminste dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets.” (Pred.9:5)
Nemen zij deel aan
aardse zaken?
“Zowel hun liefde als hun
haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel
aan iets dat onder de zon geschiedt.” (vs.6)
Noot - Als iemands
bewustzijn blijft bestaan na de dood, zou hij weten van de promotie of
oneer van zijn zonen; maar in de dood gaan alle eigenschappen van de
geest verloren - liefde, haat, naijver, enz. Het is duidelijk dat zijn
gedachten zijn vergaan en dat hij niets meer van doen heeft met de gang
van zaken in de wereld. Maar als, zoals sommigen zeggen, de vermogens
van de mens om ook nog na de dood te denken, voortduren, leeft zo
iemand; en als hij leeft, moet hij ergens zijn. Waar is hij dan? In de
hemel? In de hel? Als hij naar een van deze plaatsen gaat bij de dood,
wat voor zin heeft dan een toekomstig oordeel, of een opstanding, of de
wederkomst van Christus? Als de mensen bij de dood hun beloning
ontvangen, voordat het oordeel plaats vindt, komt hun beloning vóór de
beslissing!
Hoeveel weet iemand van
God als hij dood is?
“Want in de dood is Uwer
geen gedachtenis.” (Ps.6:6)
Noot - Zoals we reeds
hebben gezien, stelt de Bijbel overal de dood voor als een slaap, met
zelfs geen gedachtenis aan God. Als ze in de hemel of in de hel waren,
zou Jezus dan hebben gezegd: “Lazarus, onze vriend slaapt?” (Joh.11:11).
Als dat het geval zou zijn geweest, betekende zijn opwekking dat hij
beroofd werd van de heerlijkheid des hemels die hem terecht toekwam.
De gelijkenis van de rijke man en Lazarus (Luc.16) leert niet dat er in
de dood wetenschap is, maar dat rijkdom in het oordeel niets baat en dat
armoede iemand niet buiten de hemel sluit.”
(Bijbellezingen voor
het Huisgezin, p.567,568)
Momenteel maken leiders in
Israël plannen voor een grote viering gedurende het jaar 2000 van de
3000ste verjaardag van de 40-jarige regering van koning David. Petrus,
die wist hoe de joden over David dachten, noemt hem twee keer in zijn
rede op het Pinksterfeest. Hij zei: “Mannen broeders, men mag vrijuit
tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij čn gestorven čn begraven
is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag.” “Want David is niet
opgevaren naar de hemelen.” (Hand.2:29,34). Omdat de doden volgens de
Bijbel slapen en niets weten, is het zo dat iemand, die beweert met de
doden te spreken, liegt of met de duivel spreekt! Want zoals Paulus
heeft gewaarschuwd: “Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en
vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de
wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse
gewesten.” (Ef.6:12)
Predikanten maken
de mensen klaar voor bedrog
De kerk, waar de mensen
geestelijke wijsheid, hulp en bescherming verwachten te vinden, wordt
door de duivel gebruikt om de mensen te leren dat ze moeten openstaan
voor het spiritisme. Adventisten begrijpen dat de Bijbel de bewuste
toestand van de mens in de dood NIET leert. De Katholieke Kerk en
tegenwoordig vele protestantse kerken leren echter de dwaling dat de
mens van nature onsterfelijk is en op een of andere wijze voortbestaat
na de dood - hetzij in Gods tegenwoordigheid, in het vagevuur (om te
worden gezuiverd) of in de pijniging van de hel.
Drie heel duidelijke
uitspraken van Gods boodschapper aan het overblijfsel onderstrepen dit
probleem.
- 1 - “De
populaire geestelijkheid kan het spiritisme niet met succes bestrijden.
Ze hebben niets om hun kudden te beschermen tegen de schadelijk invloed
ervan. Veel van de trieste gevolgen van het spiritisme rust op de
geestelijkheid, want zij hebben de waarheid met de voeten getreden en in
plaats daarvan fabels verkozen. De predikatie die satan tot Eva heeft
gehouden over de onsterfelijkheid van de ziel - gij zult de dood niet
sterven - hebben zij herhaald vanaf de kansels, en de mensen hebben dit
als zuivere bijbelse waarheid aanvaard. Het is de grondslag van het
spiritisme. Gods Woord leert nergens dat de ziel van de mens
onsterfelijk is. Onsterfelijkheid is een eigenschap die alleen God
bezit. (1 Tim.6:16). `Die alleen onsterfelijkheid heeft en een
ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien
kan. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen!’” (Testimonies for the Church,
vol.1, p.344)
- 2 - “Het
spiritisme staat op het punt de wereld gevangen te nemen... De
grondslag voor het succes van het spiritisme is gelegd in de beweringen
die vanaf de kansels in ons land zijn gedaan. De predikanten hebben
leugens als bijbelse waarheden verkondigd. Leugens, die hun oorsprong
hebben in de aartsbedrieger. De leer van bewustzijn na de dood, van de
geesten der doden die spreken met de levenden, heeft geen grondslag in
de Bijbel, en toch wordt deze theorie als waarheid bevestigd. Door deze
valse leer is de weg gebaand voor de geesten van duivelen om de mensen
te bedriegen, door zich voor te doen alsof zij de overledenen zijn.
Satanische werktuigen personifiëren de doden en leiden op deze wijze
mensen in slavernij.” (Ellen White, Signs of the Times, 28 mei, 1894)
Deze uitspraken die
veel inzicht geven laten zien hoe satan de wereld, zelfs de belijdende
christelijke kerken, erop heeft voorbereid om door zijn spiritistische
streven te worden misleid.
- 3 - “De
leer dat de mens na de dood een bewust leven leidt en vooral het geloof
dat de geesten van de doden terugkeren om de levenden te dienen, heeft
de weg bereid voor het moderne spiritisme. Als de doden in de
tegenwoordigheid van God en van de heilige engelen worden toegelaten en
oneindig meer weten dan vroeger toen ze nog op aarde waren, waarom
zouden ze dan niet naar de aarde kunnen terugkeren om de levenden te
onderrichten? Als de geesten van de doden rondom hun vrienden op aarde
zweven, zoals de populaire theologen beweren, waarom zouden ze dan niet
met hen in contact mogen treden om hen te waarschuwen voor het kwaad of
om hen te troosten in hun verdriet?” (De grote Strijd, p.505)
Deze drie uitspraken gaan
nu letterlijk in vervulling. De profetie gaat precies in vervulling
zoals was voorzegd - het bewijs dat deze geschriften inderdaad
geďnspireerd zijn. Laten we met bovenstaande uitspraken in gedachten
eens zien naar enkele huidige gebeurtenissen voor een juiste
vergelijking.
Mijn onderzoek heeft
dramatische bewijzen geleverd dat de laatste werkingen van satan door
het spiritisme op het punt staan te beginnen. De vervullingen zijn heel
precies. Terwijl ik op de nationale conferentie van De Katholieke
Campagne voor Amerika was, liep ik door de tentoonstellingsruimte om
te kijken naar de diverse materialen en diensten die beschikbaar waren.
Omdat ik wist dat ik een deel van het materiaal, wat ik dat weekend zag,
in dit boek zou verwerken, hield ik mijn ogen open voor het daartoe
geschikte materiaal. Tijdens die bijeenkomst abonneerde ik me op het
tijdschrift Inside the Vatican. Ik bezocht ook de stand van
Our Sunday Visitor. Our Sunday Visitor (onze zondagsgast) is zowel
een uitgeverij als een tijdschrift - zoiets als de Review and Herald
Publishing Ass. en het tijdschrift met een soortgelijke naam. De stand
had diverse boeken en andere publicaties voor de verkoop, maar het meest
opvallende van de stand was het laatst verschenen nieuwe boek,
Messengers, met als ondertitel After Death Appearances of
Saints and Mystics.
Op het moment dat ik de
stand bezocht, was het boek Messengers uitverkocht, maar ik
abonneerde me op het weekblad Our Sunday Visitor. Ik kreeg tevens
een exemplaar van de jongste catalogus van 48 pagina’s van boeken en
materialen, verkrijgbaar bij de Our Sunday Visitor uitgeverij. Op
de omslag van de catalogus werd het boek Messengers afgebeeld.
Dit boek wordt heel erg gepropageerd! In het nummer van 7 januari 1996
van Our Sunday Visitor stond een gehele pagina advertentie over
Messengers. De tekst van deze advertentie luidde: “Hemelse boden
openbaren verborgenheden uit de hemel. - Vanaf de tijd van het Oude
Testament zijn heilige doden naar de aarde gezonden als Gods hemelse
koeriers... Dit uitstekende nieuwe werk zal de lezers fascineren en
intrigeren met zijn indringende ogenblikken in de werkelijkheid van het
leven na de dood, en tevens het geloof van de lezer doen toenemen in
God, die ieder van ons persoonlijk liefheeft.”
Later kocht ik de gebonden
editie van 352 pagina’s in een katholieke boekwinkel. Veel van de
misleidende rooms-katholieke theologie en leer komt in dit boek naar
voren. Bij voorbeeld:
“Heiligen verschijnen ook
nu nog na hun dood - dat wil zeggen, in welk jaar u dit boek ook ter
hand neemt. Zulke verschijningen zijn ook niet nieuw. Getuigen, die St.
Franciscus van Assisi hebben bespied tijdens zijn bidden, hebben meer
dan eens dode heiligen gezien - waaronder Petrus, Paulus en Johannes -
die met hem spraken. Verschijningen na de dood der heiligen gaan in de
westerse traditie in feite terug tot het begin van het christendom en
vroeger nog in het Judaďsme. Tenslotte waren het twee dode heilige
joodse mannen die aan Jezus verschenen op de berg der verheerlijking.”
(Patricia Treece, Messengers, p.14)
Al eerder hebben we
opgemerkt dat Petrus op de dag van het Pinksterfeest vermeldde dat
koning David in zijn graf rustte en nog niet naar de hemel was
opgevaren. Toen David op sterven lag, zei hij tegen Salomo dat hij de
weg van alle vlees ging. Dat wil zeggen dat hij evenals iedereen tot de
opstanding in zijn graf zou rusten. De Bijbel zegt: “Toen de dagen van
Davids sterven naderden, gebood hij zijn zoon Salomo: Ik sta op het punt
de weg der gehele aarde te gaan, wees gij nu sterk en toon u een man.”
(1 Kon.2:1,2). De Bijbel leert heel duidelijk dat de drie grootste
patriarchen, Abraham, Izak
en Jakob, samen met hun vrouwen Sara, Rebekka en Lea begraven werden in
de spelonk van Makpela, waar ze wachten op de Levengever. (zie
Gen.49:29; 50:14).
Als iedereen in de normale
(sterfelijke) gang van zaken tenslotte sterft en begraven wordt en
wacht op de opstanding, zullen de enige mensen die in de hemel zijn,
diegenen zijn die de Bijbel specifiek bij name noemt, als uitzonderingen
op de regel. Bijvoorbeeld Henoch werd opgenomen naar de hemel, zoals
staat in Genesis 5:24. Elia werd ook voor de ogen van Elisa naar de
hemel opgenomen, zoals we lezen in 2 Koningen 2:1-15. Mozes stierf en
werd door God zelf begraven in een plaats die niemand wist.
(Deut.34:5,6). Later kwam Christus, wekte het lichaam van Mozes op en
nam hem mee naar de hemel. (Judas 9). Daarnaast vermeldt Matthéüs
27:52,53 dat een groep mensen werd opgewekt in verband met de dood en
opstanding van Christus. Nogmaals, dit wordt in de Bijbel aangegeven als
een uitzondering op de regel van rust in het graf tot de algemene
opstanding.
De Bijbel noemt dus
de uitzonderingen. De Bijbel is heel specifiek. Ik herhaal, iedereen
die sterft, zelfs Abraham, Izak,
Jakob en David rusten allen in hun graf in een staat van
bewusteloosheid. De uitzonderingen op deze natuurwet worden specifiek
genoemd als Henoch, Elia en Mozes. Ik noem dit alles om te laten zien
dat de Bijbel ons niet in het onzekere laat wat betreft deze zaak. Als
Ellen White deze verheerlijking beschrijft, zegt ze:
“Mozes kwam in de macht
van de dood, maar hij zou niet in het graf blijven rusten. Christus zelf
riep hem ten leven. Satan, de verleider, had aanspraak gemaakt op het
lichaam van Mozes, omdat hij gezondigd had, maar Christus de Verlosser
riep hem uit het graf te voorschijn. (Judas 9). Mozes was op de berg der
verheerlijking een getuige van Christus’ overwinning over de zonde en de
dood. Hij is een beeld van hen die bij de opstanding van de
rechtvaardigen uit de graven zullen komen. Elia, die zonder de dood te
zien in de hemel is opgenomen, stelt hen voor die op aarde leven bij de
wederkomst van Christus... Op de berg was het toekomstig koninkrijk der
heerlijkheid in miniatuur voorgesteld, Christus als Koning, Mozes als
vertegenwoordiger van hen die opstaan, en Elia als vertegenwoordiger
van de verheerlijkte gelovigen.” (De Wens der Eeuwen, p.351)
Op bijbelse basis is het
gemakkelijk om een antwoord te geven op de dwaalleer in de paragraaf van
de eerder aangehaalde Messengers. De Bijbel is consequent. Een
eenvoudige studie van de Bijbel geeft een helder beeld over dit
onderwerp. De auteur van Messengers, Patricia Treece, zegt
verder:
“Alle geestelijke
tradities (later zegt ze dat andere `geestelijke tradities naast het
christendom ook boeddhisten, moslims, Amerikaanse indianen, chassidische
joden en hindoes omvatten) maken ruimte voor belangrijke verschijningen
van de doden... de gedachte dat de doden terugkeren om Gods werk te doen
is geen onwerkelijke katholieke gedachte, maar een universeel geloof.” (Messengers,
p.14)
Als Treece later
beschrijft dat een heilige naar de aarde zou kunnen terugkeren,
openbaart ze de fundamentele `werk-theologie’ van het katholieke
stelsel.
“Vanzelf worden allen, die
in de hemel zijn, rechtmatig heiligen genoemd, hetzij dat zij de
zuiverheid gedurende het leven hebben verkregen door goed te leven,
dan wel dat zij door een werk na de dood (het vagevuur) zijn gezuiverd.”
(Id. p.15)
Als ze het heeft over
Maria, de moeder van Jezus, zegt ze:
“Als een katholiek
schrijft over heiligen, komt steeds de vraag naar boven: Hoe zit het met
de verschijningen van de Maagd Maria? Ik geloof, na vele verslagen te
hebben bestudeerd, dat er na Jezus niemand is zoals zijn moeder. De
bezoeken van de vrouw, die de Bijbel aanhaalt als doende de profetische
uitspraak `alle geslachten zullen mij zalig prijzen’, zijn in de
negentiende en twintigste eeuw heel veelvuldig, zowel aan groepen als
aan enkelingen.” (Id.p.16)
Aan wie verschijnen de
doden? Treece zegt dat zij in de eerste plaats verschijnen aan
familieleden en bekenden. Echter “zijn dode heiligen net als engelen
geestelijk toegerust om dienst te doen als zuivere, liefdevolle
boodschappers aan ieder tot wie God hen zendt. Dus kunnen heiligen naast
de bovengenoemde verschijningen (tal van verschijningen aan
familieleden en bekenden) ook verschijnen aan (1) mensen die ze nooit
hebben gekend; (2) mensen die nooit van hen hebben gehoord; of (3) hen
van wie zij gescheiden zijn door brede kloven van cultuur, eeuwen en
natuurlijk - de dood.” (Id. p.24)
Hoe weet iemand of het
bezoek van de doden authentiek is, dat wil zeggen, van de hemel? Treece
geeft een lijst van `vruchten’ die een bezoek authentiek maken. Zij
zegt: “Gelukkig zijn er nawerkingen die spreken van authenticiteit van
een verschijning van een overledene, of deze werkelijk door God is
gezonden. Deze `vruchten van de verschijning’ zoals ze worden genoemd,
vooral waar de eerlijkheid en stabiliteit van de eiser vast staan,
vormen een sterk groeiend vertrouwen, dat iets bovennatuurlijks hier
werkelijk plaats vindt. Deze mogelijke vruchten zijn:
1. Fysieke genezing van
ernstige, zelfs dodelijke ziekte.
2. Emotionele genezing,
vaak met zichtbare radicale verbetering van de persoonlijkheid.
3. Geestelijke groei van
egoďsme naar groter altruďsme.
4. Redding in een
levens-bedreigende situatie uit een natuurramp, zoals brand of
overstroming, of door mensen veroorzaakt onheil zoals vijandelijke
troepen, of zelfvernietiging.
5. Een nieuwe
levensrichting, vooral wat betreft een roeping.
6. Nieuwe aanvaarding -
zelfs vreugde - bij het dragen van lasten.
7. Een ontknoping van
geestelijke vragen of moeilijkheden.” (Id.p. 28)
In deze lijst wordt het
werk van God door de Heilige Geest en de engelen overgedragen aan de
dode heiligen. Omdat deze zogenaamde `bezoeken’ van de doden in
werkelijkheid van de duivel zijn, zal ik geen aanhalingen doen uit de
honderden verhalen en ervaringen die in dit boek worden genoemd. De
conclusie van de auteur is echter veelbetekenend voor de strekking van
dit boek. In feite zegt zij dat deze bezoeken van de doden
(spiritistische verschijnselen) tenslotte heel de mensheid tezamen
brengen zal. Treece zegt:
“Zoals ik dat zie, worden
de grote godsdiensten - het boeddhisme, hindoeďsme, christendom,
judaisme en de islam - elk verdeeld in twee kampen: `denkers’ die God
eerder vinden door beredeneren, overdenken en feitelijk `rationele’
modellen zoals St. Thomas More, en `voelers’, die God eerder zien in
tekenen, wonderen en modellen zoals Padre Pio. Ik geloof dat elke
godsdienst beide typen nodig heeft, evenals ieder mens alleen ten volle
ontwikkeld is als beide neigingen in evenwicht zijn. “Omdat ervaringen
na de dood universeel erkend worden, hoop ik dat uw geloof in de
werkelijkheid van een leven na dit leven gestaafd zal worden... Ik zie
de Heilige Geest in verschillende mate in en door alle geloven aan het
werk en aanwezig in alle mensen van goede wil...
Als ik het heb over
heiligen zoals Boeddha, Mohammed, de heiligen uit de Thora, heilige
hindoes en bepaalde shamaanse wijzen, doe ik dat gemakkelijk in de
hoop, de dag te verhaasten waarin ieder van ons (die gelooft in
bovennatuurlijke werkelijkheden en morele verplichtingen) onze wereld
zal veranderen door onze liefde voor elkaar en voor God, die, zoals de
Hindoe-priester Narasimha Bhattar van de Zuid-Californische
Hindoe-tempel zegt `EEN’ te zijn, al verschilt de vorm van ons
bidden en godsdienstig geloof.” (Id. p.288,289)
Aan het eind van haar
boek, dat zo algemeen gepropageerd wordt door de Katholieke Kerk,
overdenkt Treece:
“Bij het schrijven van
deze bladzijden heb ik mijn emmer ondergedompeld in zo’n 175 jaar van
de stroom des tijds. Haar levende wateren blijven stromen, vol van het
overvloedig leven van het universum - waaronder de verschijningen van
heiligen en mystici na hun dood. Ik hoop dat zulke bezoeken ons er niet
alleen aan doen denken dat er een belangrijker leven na dit leven is,
maar dat het Gods liefde is, die dit zo maakt en zijn boodschappers aan
ons zendt.” (Messengers, p.343)
Na het lezen van dit boek
moet ik denken aan de woorden van Jesaja:
“En wanneer men tot u
zegt: Vraagt de geesten van doden en de waarzeggende geesten, die daar
piepen en mompelen - zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de
levenden de doden vragen? Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet
spreekt naar dit woord is er geen dageraad.” Jes.8:19,20. Het is
heel gemakkelijk te zien dat het grootste laatste werk van satan door
het werk van boze engelen begint en heel veel belangstelling verwekt in
de `christelijke’ wereld. Maar het meest invloedrijke en openlijke
spiritistische verschijnsel vindt plaats met nog groter erkenning en
misleiding.
De verschijningen
van Maria
Ik wil graag dat de
lezers van dit boek van het begin af begrijpen dat de Bijbel
uitdrukkelijk leert dat evenals Abraham,
Izak, Jakob,
koning David en andere bekende personen uit de Bijbel, ook Maria, de
moeder van Jezus, heden in hun graf rusten, in een staat zonder
bewustzijn, waar ze op de wederkomst van Jezus en op de opstanding
wachten. Daarom zijn de zogenaamde verschijningen van Maria in
werkelijkheid satanische misleidingen. Bijgevolg betekenen gebeden tot
Maria, zoals in de rozenkrans, en het contact met Maria, in
werkelijkheid contact met satan, die Maria in een grote misleiding
personifieert, waarvan de ware Maria niets weet. Tenzij u onlangs over
dit onderwerp hebt gelezen, zult u verbaasd zijn te ontdekken dat het
spiritisme binnen de Katholieke Kerk en andere groeperingen snel groeit
door contacten met Maria in plaatsen over de hele wereld - waaronder de
Verenigde Staten.
In het najaar van 1995 was
The Thunder of Justice een der meest verkochte boeken in de
katholieke boekwinkels. In die tijd vroeg ik in een katholieke
boekwinkel in Wheaton, Maryland, aan een bediende of de kerk ook boeken
had over de eindtijd of over het boek Openbaring. De jongeman vertelde
me dat een van de oudere stafleden een specialist was op dat terrein en
deze werd geroepen om mij van dienst te zijn. De oudere heer toonde mij
een reeks boeken, wellicht een 50-tal, die handelen over de eindtijd en
over de Openbaring. Ik vertelde hem dat ik weinig tijd had om te lezen,
en dat ik het op prijs zou stellen welke van die boeken hij mij als het
beste zou aanbevelen. Snel zei hij dat The Thunder of Justice
zijn keuze zou zijn, en dat ze nauwelijks voorraden van dat boek konden
aanhouden. Hij vertelde me dat het meest opwindende gebeuren in de
hedendaagse kerk de veelvuldige verschijningen van Maria was. Hij bood
mij aan voor kaartjes te zorgen om met een aantal bussen te reizen
vanuit Washington D.C. naar Conyers, Georgie, waar op de dertiende van
elke maand `de gezegende moedermaagd’ verschijnt. Ik bedankte hem voor
het aanbod, kocht het boek en verliet de zaak. In het boek vond ik 416
pagina’s vol spiritisme. Meer dan 90 procent daarvan gaat over de
boodschappen die Maria heeft gegeven om de wereld voor te bereiden op de
wederkomst van Christus! De heer in de winkel vertelde me ook van de
bezoeken van Maria aan Gianna Talone Sullivan in de Katholieke Kerk van
St. Jozef in Emmitsburg, Maryland, niet ver van mijn woonplaats.
Sindsdien heb ik gemerkt dat op het katholiek forum op Compuserve een
wekelijkse vermelding is van de boodschappen van Maria uit Emmitsburg!
The Thunder of Justice
is geschreven door Ted en Maureen Flynn, met een inleiding, geschreven
door Malachi Martin, de jezuďet en schrijver van Keys of This Blood.
De Flynns beginnen hun boek met de woorden...
“De twintigste eeuw is
getuige van een verschijnsel dat gewoonweg te groot is dan dat een
redelijk denkend mens dit zou negeren. Elke dag opnieuw vindt er een
explosie van het bovennatuurlijke plaats... Onze Vrouwe zegt dat de
redenen voor haar waarschuwingen zijn om ons gereed te maken voor de
wederkomst van Jezus Christus. Dit wordt in duidelijke en beknopte
bewoording gezegd. De heilige drieëenheid heeft Maria, de Moeder Gods,
Moeder van de kerk, Onze Moeder, gezonden om ons te waarschuwen...
De hardheid van het
menselijk hart maakt het moeilijk om de bazuinen van de hemel te horen.
Beelden wenen menselijke tranen en bloed, de jongeren profeteren,
godsdienstige groeperingen ontstaan, boodschappers krijgen
waarschuwingen, Maria verwekt een leger van getrouwen, en vermelde
verschijningen van Maria doen zich voor met een frequentie, die nooit
eerder in de geschiedenis heeft plaats gevonden... God gebruikt
verschijningen (hemelse verschijningen) en uitdrukkingen (interne
boodschappen) omdat andere middelen hebben gefaald...
Deze verschijningen
hebben een rijkdom aan boodschappen alsmede opmerkelijke vruchten
voortgebracht: Wereldwijd vinden miljoenen bekeringen plaats - fysieke,
mentale, morele en geestelijke genezingen gebeuren - er is een
her-oriëntering van het leven ten opzichte van het geestelijke. Een
gehele cultuur ontstaat spontaan door de machtige gedeelde ervaringen
van hen, die door het onverwachte en bovennatuurlijke zijn aangeraakt.
Deze cultuur uit zich door middel van Maria-centra, uitgeverijen,
gebedsgroepen en alternatieve netwerken van de media. Velen komen daar
vandaan met de overtuiging dat zij in Gods ogen vergeving hebben
ontvangen en geliefd worden, en oneindig belangrijk zijn voor de
vervulling van de plannen van de hemel...
Door de huidige stortvloed
van verschijningen en wijzen van uitdrukken doet de gezegende maagd
Maria een oproep horen om wakker te worden... Wij zijn getuigen van het
middelaarswerk van de gezegende maagd Maria, Koningin des hemels en
waarachtig baken voor alle christenen. Nu is het een deel van Gods plan
om `de vrouw, bekleed met de zon’ (Openb. 12:1) in heel de wereld te
doen verschijnen, om de mensen een veilige haven te bieden in haar
onbevlekt hart.” (The Thunder of Justice, p.3-5)
Er zijn over heel de
wereld vele Maria-centra en heiligdommen, waar zowel de paus als de boer
gefascineerd naar toegetrokken worden. Maar om u een juist beeld te
geven van het groeiend verschijnsel, moeten we terugkeren naar het boek
van Flynn.
“De boodschappen voor de
wereld hebben hun oorsprong bij `zieners’ uit ieder deel van de
aardbol, met een enorm verschillende opvoedkundige achtergrond en
sociale klasse. De Italiaanse priester vader Stefano Gobbi bijvoorbeeld
ontvangt gedetailleerde informatie. Dit resulteerde in een
internationale Mariabeweging van priesters van ruim 55.000 leden.”
Belangrijke centra in de
wereld worden jaarlijks door miljoenen `pelgrims’ bezocht. Bekend
daaronder zijn Fatima in Portugal, Garabandal in Spanje, en Medjugorje
in het vroegere Joegoslavië. Als voorbeeld het volgende:
“In Medjugorje in het
vroegere Joegoslavië hebben 6 kinderen (nu jonge volwassenen) in een
dorpje Maria dagelijks gezien en hebben boodschappen van `de gezegende
moeder’ ontvangen sinds 1981. Dat afgelegen dorp is bezocht door naar
men schat 15 miljoen pelgrims en 15.000 geestelijken. Het is een
centrum van Mariaverering in deze tijd. Terwijl Fatima de belangrijkste
verschijning was voor het eerste deel van de twintigste eeuw,
beantwoord Medjugorje de geestelijke noden van deze generatie in het
laatste deel van deze eeuw. Zijne Eminentie Joseph kardinaal Ratzinger
heeft in `The Ratzinger Report’ gezegd: Een van de tekenen van onze tijd
is dat de aankondigingen van `Maria-verschijningen’ over heel de
wereld toenemen.” (Id. p.7,8)
“In een vrij krachtige
oecumenische uitspraak, en tezelfdertijd een oproep tot Rome `geeft
Maria bij diverse verschijningen te kennen dat haar boodschappen bedoeld
zijn voor alle mensen’, en niet alleen voor katholieken. Maria zegt dat
de Katholieke Kerk de meest volledige uitdeler is van de vele gaven die
aan de mensheid zijn gegeven voor de zaligheid en de volharding in de
strijd tegen de aanhoudende listen van de duivel; maar zij is `de
moeder’ van iedereen op aarde.” (Id. p.9)
Uit hetgeen wij weten,
door de profetieën over de kleine horen en de antichristelijke macht, is
het feit, dat Maria de Katholieke Kerk steunt, inderdaad een aanwijzing
dat `zij’ werkelijk een satanische geest is. Meer nog, zij is ook een
medium voor de doden om met de levenden contact te hebben. De volgende
ervaring heeft als opschrift Vader Ramon Andreu, S.J. Jezuďetenorde)
“Vader Ramon is de
broer van de overleden vader Luis Andreu, de priester die het grote
wonder zag en later van blijdschap stierf. Vader Ramon kreeg vergunning
van zijn superieuren om Garabandal te bezoeken. Hij werd tevens
gemachtigd door de Apostolische administrateur van het diocees
Santander, bisschop Doreto Fernandez. Hij had het voorrecht getuige te
mogen zijn van meer dan 400 geestvervoeringen. Tijdens zijn bezoek aan
het dorp hield hij een gedetailleerd verslag bij in zijn aantekeningen
van alles wat hij hoorde en zag. Deze aantekeningen vormen enkele van de
heel waardevolle documentaties, te danken aan de scherpe analytische
geest van Vader Ramon. Het meest verrassende gebeuren voor Vader Ramon
was de openbaring van de zieners dat zij gesproken hadden met zijn
overleden broer, Vader Luis Andreu. Conchita’s notities in haar dagboek
(zij was een der mediums of zieners) vermeldt het volgende: Enkele dagen
na de dood van Vader Luis zei de `gezegende maagd’ ons dat wij met hem
zouden spreken... Om 8 of 9 uur ‘s avonds verscheen de `gezegende maagd’
glimlachend aan ons, zoals gewoonlijk. Ze zei tegen ons vieren: `Vader
Luis zal nu komen om met u te spreken.’ Even later kwam hij en riep ons
één voor één. Wij zagen hem helemaal niet maar hoorden alleen zijn stem.
Het was dezelfde stem, die we tijdens zijn leven hadden gehoord. Toen
hij een poosje met ons had gesproken en ons advies had gegeven, vertelde
hij ons enkele dingen voor zijn broer, Vader Ramon Maria Andreu. Hij
leerde ons enkele Franse, Duitse en Engelse woorden en leerde ons ook
bidden in het Grieks...
Aan Vader Ramon werden
nauwkeurige bijzonderheden verteld over de begrafenis van zijn broer en
details van zijn persoonlijk leven die buiten hijzelf niemand wist. Bij
een andere gelegenheid gaf Vader Luis ons een boodschap voor zijn
moeder: `Wees gelukkig en tevreden want ik ben in de hemel en zie u
dagelijks’. Een boodschap van grote blijdschap voor zijn moeder, die
het klooster inging, en een opmerkelijke openbaring over onze geliefden
die naar de hemel zijn gegaan.” (Id. p.166,167)
Dit is echt spiritisme -
precies zoals in De grote Strijd is voorzegd. De derde kikvors
doet in deze gebeurtenissen van de eindtijd geweldige sprongen.
Maria en de
eschatologie
Dikwijls heeft `Maria’
voorspeld dat wij in de laatste jaren van de wereldgeschiedenis, zoals
wij die nu kennen, leven. Zij beweert dat zij de `bode van de
wederkomst’ is. En volgend op dit decennium voorspelt zij een lange
periode van vrede. Luister als zij beschrijft hoe kort de tijd nog maar
is.
“Onze `gezegende moeder’
heeft ons door Vader Gobbi in een boodschap op 18 september 1988
meegedeeld dat wij een periode van tien jaar hebben - tien beslissende
jaren: `In deze periode van tien jaar zal de tijd der grote verdrukking,
die u in de Heilige Schrift is voorzegd voltooid worden, vóór de
wederkomst van Jezus.” (Id. p.12)
“Vele vereerders van Maria
geloven dat de openbaringen van onze Vrouwe van alle naties, ook bekend
als onze Vrouwe van alle volken, de sleutel bevat op deze vragen en de
toekomst voorzeggen die de wereld te wachten staat vóór het jaar 2000.”
(Id. p.51)
“Op 1 januari 1990 zei
Maria verder door vader Gobbi dat zij de `moeder van de wederkomst’
is... Ik wil u bij de hand nemen en u vergezellen over de drempel van
dit decennium, wat precies op deze dag aanvangt. Het is een heel
belangrijke decennium. Het is een tijdsperiode, in het bijzonder
gekenmerkt door een duidelijke aanwezigheid van de Heer in uw midden.
Tijdens dit laatste decennium van uw eeuw zullen de gebeurtenissen die
ik u heb voorzegd hun vervulling bereiken.” (Id. p.56)
In een andere heel
interessante voorzegging heeft Maria de levens van twee heel oude mensen
gebruikt als tijdgrenzen die leiden naar de wederkomst en het einde der
tijden.
“Fatima is wellicht de
sleutelverschijning van de twintigste eeuw. Vele huidige boodschappen
rondom de wereld voeren onze aandacht terug naar de gebeurtenissen in
Fatima, vooral opmerkelijke gebeurtenissen in Rusland. Maria, die
zichzelf de Koningin van de rozenkrans noemt, verscheen aan drie
herderskinderen op het platteland van Portugal in 1917. Dit was het
jaar van de Bolsjewistische revolutie, en Maria vertrouwde uiterst
belangrijke boodschappen, voor de mensen van de twintigste eeuw, toe aan
de drie kinderen Lucia, Francesco en Jacita. Vóór deze revolutie
voorspelde zij dat Rusland `haar dwalingen door heel de wereld zou
verspreiden’. Ze deelden geheimen mee aan de kinderen betreffende de
toekomst van de kerk en de mensheid. Ze vertelde aan twee van de
kinderen, Francesco en Jacinta, dat zij spoedig bij haar in de hemel
zouden zijn (ze stierven korte tijd later) maar dat Lucia de vervulling
van alle boodschappen nog zou meemaken. Opgemerkt zij, dat in de tijd
van dit schrijven (1993) Lucia midden tachtig is.” (Id. p.24)
De Flynns gaan verder met
meer details over Lucia - het enig overlevende kind van het wonder te
Fatima. “Terwijl dit wordt geschreven leeft zuster Lucia nog. Ze
ontvangt nog steeds boodschappen van onze `gezegende moeder’. Aan
Lucia is gezegd dat zij nog tijdens haar leven de vervulling van alle
boodschappen van Fatima zal meemaken. Nu (1993) is Lucia 86 jaar oud.”
(Bijgevolg is ze nu, in 1996, 89 jaar!).
De andere tijdgrens is het
leven van de tegenwoordige paus, Johannes Paulus II. Conchita, één der
`zieners’ van Garabandal in Spanje, heeft gezegd: “Nadat Paus Johannes
XXIII stierf, zei onze Vrouwe tegen mij: `Na Paus Johannes zullen er nog
drie pausen komen, één zal maar heel kort regeren, en dan zal het eind
der tijden er zijn’. Toen Paus Paulus VI paus werd, noemde onze Vrouwe
mij dat weer. Ze zei: `Nu zullen er nog twee pausen komen, en dan zal
het einde van de tijd, maar niet het einde van de wereld er zijn’.” (Id.
p.170,717)
Het is interessant op te
merken dat de meeste katholieken geloven dat de wereld bij de komst van
Christus niet zal worden vernietigd maar een lange tijd van vrede
tegemoet zal gaan. Zoals de meeste lezers weten, regeerde één der beide
pausen, Paus Johannes Paulus I slechts een korte tijd, volgens de
voorzegging, van 26 augustus 1978 tot 28 september van dat jaar -
slechts 33 dagen! De huidige paus, Johannes Paulus, wordt oud en zwak -
en hij is de derde paus sedert Johannes XXIII!
Klaarblijkelijk bereidt de
duivel de wereld voor op zijn personificatie van Christus, kort voor de
echte wederkomst. Maar hoe zit het met de zondag? Zeggen Maria - de boze
geesten - iets over de dag van aanbidding wat, naar wij begrijpen, kort
voor het einde zal gebeuren? Denk eens aan de aftelling van de 10
punten! (zie hoofdstuk 9).
Maria en de dag
van aanbidding
Maria (denk er aan dat zij
werkelijk dood is, dus is het de duivel die spreekt) vertelt de mensen
dat ze de zondag als sabbat moeten eerbiedigen.
“Op zekere avond verscheen
onze Vrouw aan een plaatselijke boer, Michael O’Donnell. Ze zei tegen
hem: `Bewaar de zondag voor het gebed’. (Id. p.30)
In een reeks
verschijningen uit Lubbock, Texas, zei Maria: “Ik ben hier niet gekomen
om u voor te bereiden op het feest van mijn hemelvaart, maar om u voor
te bereiden op de komst van mijn Zoon... voor het laatste oordeel. Mijn
geliefde kinderen, luister naar mij, jullie `moeder’. (11 juli 1988).”
Terwijl ze schijnbaar een
boodschap van God brengt, zegt ze: “Ik, de Here God, zal een nieuwe maan
maken... Een nieuwe dageraad, enz. Een nieuwe sabbat. Het oude gaat
voorbij, evenals dat het geval is met hun zonden tegen Mij. De mensen
zullen Mij weer hun God noemen en ze zullen weer de Mijne zijn... en Mij
weer aanbidden. (1 aug. 1988)” (Id. p.367)
En in een laatste
hoofdstuk sommen de Flynns de centrale punten op van de verzoeken van
Maria. Zij zegt: “Dit is de plaats waar wij veel van de kernproblemen
zien. Het is het gebod: Heiligt de sabbat. In het Oude Testament was het
onteren van deze dag één der verschillende zonden die met de dood werden
gestraft. Hoewel wij niet leven onder de wet van het Oude Testament, is
er een wijd verbreid misbruik in heel de christelijke cultuur wat
betreft de sabbat... Dus zijn onze problemen zo toegenomen dat wij zelfs
niet meer weten waar wij de oplossing voor onze kwalen kunnen vinden.
Gods bedoeling met de
sabbat was een rustdag om God te eren door aanbidding, conversatie,
onderricht en lof. Nu is het zo, dat als iemand er nauwelijks aan denkt
naar de kerk te gaan, de zondag een litanie is van recreatie, televisie,
atletiek, winkelen en het doen van boodschappen.” (Id. p.389)
De pausen en Maria
Op 1 november 1950
verklaarde paus Pius XII ex cathedra in zijn apostolische
Munificentissimus Deus dat “de onbevlekte Moeder Gods en
altijddurend Maagd Maria aan het eind van haar leven naar werd
aangenomen naar lichaam en ziel in de hemel was.” Dave Hunt zegt als
commentaar hierop:
“In de Constitutie
beweerde de paus dat het dogma van de hemelvaart eenstemmig in de kerk
was geloofd van het begin af en dat dit ten volle door de Schriften werd
ondersteund. In feite was dit dogma bij de eerste christenen onbekend en
wordt het nergens door de Schrift ondersteund. Zulke pauselijke
verklaringen gaan eenvoudigweg in op de populaire gevoelens van
katholieken en dragen bij aan de groeiende cultus van Maria.” (Dave
Hunt, A Woman Rides the Beast, p.444)
Maar hoe staat het met de
huidige paus? “Niemand is vaster overtuigd van de betrouwbaarheid van de
verschijningen te Fatima dan de huidige paus. Ook is niemand meer
toegewijd aan Maria. Johannes Paulus II, die `zichzelf en zijn
pontificaat heeft toegewijd aan onze Vrouwe,’ draagt de M voor Maria in
zijn wapen; zijn persoonlijk motto, geborduurd aan de kant van zijn
gewaden in het Latijn, luidt: `Totus tuns sum Maria’ (Maria, ik behoor u
geheel toe) . De paus heeft verschillende persoonlijke redenen voor deze
speciale toewijding. De aanslag op zijn leven vond plaats op 13 mei
1981, de verjaardag van naar men aanneemt de eerste verschijning van `de
maagd’ op 13 mei 1917 in Fatima, Portugal. In een visioen tijdens zijn
herstel zei ze tegen hem dat ze zijn leven had gespaard voor een
speciale zending die hij moest vervullen om vrede te brengen.
Terug in het Vaticaan na
zijn herstel bad Johannes Paulus II bij de graven van zijn onmiddellijke
voorgangers en zei: `Er had nog een graftombe kunnen zijn, maar de
`gezegende maagd’... heeft het anders gewild.’ Hij voegde er dankbaar en
eerbiedig aan toe: `Voor alles wat mij op die dag is overkomen, voelde
ik die buitengewone moederlijke bescherming en zorg, die sterker bleek
te zijn dan de dodelijke kogels.’ Waarom, zo vraagt Hunt, zou u God
nodig hebben als u de bescherming van Maria geniet? De dankbare paus
deed een pelgrimstocht naar Fatima op 13 mei 1982, (een jaar na de
poging om hem te vermoorden) waar hij bad voor het beeld van onze Vrouwe
van Fatima. Duizenden hoorden hem spreken en de wereld wijden aan Maria
zoals ze had verzocht.” (Id. p.458,459)
Interessant is dat nergens
in de Bijbel een gebed te vinden is tot Maria, geen enkel geval waar ze
op wonderbaarlijke wijze iemand geholpen heeft, noch beloften dat zij
dat kon of zou doen. Toch worden meer katholieke gebeden gericht tot
Maria en wordt meer aandacht en eer bewezen aan haar dan aan Christus en
aan God samen. Er zijn duizenden heiligdommen voor Maria in de hele
wereld waar jaarlijks tientallen miljoenen bezoekers komen, maar
slechts een klein en nauwelijks bekend heiligdom voor Christus in
Beauvoir, Quebec.” (Id. p.435)
Spelen met vuur
Aan Gods boodschapper voor
het overblijfsel is duidelijk de betoverende aard van het spiritisme in
de laatste dagen getoond. “Er zijn maar weinig mensen die zich
rekenschap geven van de misleidende kracht van het spiritisme en van het
gevaar dat men loopt wanneer men onder zijn invloed komt. Velen houden
zich ermee bezig om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Ze geloven er
niet echt in en ze zouden huiveren als het tot hen doordrong dat ze zich
eigenlijk aan de macht van de geesten overgeven. Maar ze wagen zich op
verboden terrein en de machtige verdelger oefent zonder dat zij het
willen zijn macht over hen uit. Als ze er eenmaal toe gebracht zijn hun
geest aan zijn leiding te onderwerpen, houdt hij hen gevangen. Zij
kunnen zich onmogelijk uit eigen kracht losmaken uit de betovering.
Alleen de kracht van God, die wordt geschonken in antwoord op een
oprecht gebed kan deze verstrikte zielen bevrijden.” (De grote
Strijd, p.513)
Soms hebben sommigen van
ons, die geoefend zijn in de Schriften en een zekere ervaring bezitten
het verlangen om te debatteren met hen, die in het spiritisme geloven.
Ellen White waarschuwt hiertegen omdat zij in feite een debat met de
duivel aangaan. Ze waarschuwt:
“Mensen die deze
verfoeilijke ketterijen (de leer van het spiritisme) brengen, zullen
degenen die het woord van God onderwijzen uitdagen om met hen een
discussie (debat) aan te gaan, en sommigen van deze groep, die de
waarheid onderwijzen, hadden niet de moed om aan een uitdaging van deze
groep, die in Gods woord duidelijk wordt genoemd, weerstand te bieden.
(Wat zou iemand moeten doen?) Sommige van onze predikanten hadden niet
de zedelijke moed om tot deze mensen te zeggen: `God heeft ons in zijn
Woord voor u gewaarschuwd. Hij heeft een getrouwe beschrijving gegeven
van uw karakter en van de ketterijen die u leert’. Sommige van onze
predikanten zijn een open discussie met hen aangegaan, uit vrees dat
deze groep zou triomferen of hen van lafheid zou beschuldigen.
Maar als zij met
spiritisten discussiëren, ontmoeten zij niet slechts de mensen, maar
satan en zijn engelen. Zij nemen contact op met de machten der
duisternis en moedigen boze engelen rondom hen aan.” (Gospel
Workers, p.194)
Al vroeg in de
geschiedenis van de adventisten besloot Moses Hull, één van de
predikanten, om de spiritisten tot inkeer te brengen door met hen een
discussie aan te gaan. Maar Hull ontdekte dat hij gefascineerd werd
door de macht van het spiritisme en machteloos was zich ervan te
bevrijden. Ellen White schreef hem:
“Broeder Hull, mij werd
getoond dat u onder een betoverende invloed staat die fataal zal blijken
tenzij de betovering wordt verbroken. U hebt gesproken met satan, met
hem gediscussieerd en vertoefd op verboden grond; door toe te geven aan
twijfel en ongeloof hebt u de boze engelen rondom u aangetrokken en de
reine engelen van God van u verdreven.
Als u standvastig
weerstand had geboden aan satans suggesties en vastbesloten kracht had
gezocht bij God, zou u elke boei hebben verbroken, uw geestelijke
vijand hebben teruggedreven, nader tot God zijn gekomen en in zijn naam
hebben overwonnen. Ik zag dat het bij u aanmatiging was om een spiritist
te ontmoeten, terwijl uzelf omhuld was door wolken van ongeloof. U ging
de strijd met satan en zijn legerscharen aan zonder een wapenrusting en
u bent zwaar gewond zonder zich van uw wond bewust te zijn... Als u niet
wakker wordt en u bevrijdt van de strikken van satan, zult u om komen.”
(Testimonies for the Church, vol.1, p.428)
Het uiteindelijk lot van
Moses Hull is vermeld door Arthur White.
“De twijfel en daarna de
uiteindelijke afval van Moses Hull, een vooraanstaand evangelist die in
het najaar zich overgaf aan de werktuigen van satan, was een moeilijke
en verdrietige ervaring. Hij hield een preek op de avond van 20
september 1863, en binnen enkele weken voegde hij zich bij de
spiritisten.” (Ellen G. White Biography, vol.2, p.53)
In de loop der jaren
hebben velen de mening gekoesterd dat de verschijningen, verbonden met
het spiritisme, konden worden verklaard als één of andere goedkope
goocheltruc. De Bijbel geeft echter te kennen dat de wereld verleid
wordt door de tekenen die het tweede beest macht had om te doen.
(Openb.13:14). Hier wordt verwezen naar de Verenigde Staten - het beest
uit de aarde - in zijn gedaante als `de draak’.
“Velen zullen in de
valstrik lopen omdat ze denken dat het spiritisme slechts menselijk
bedrog is. Wanneer ze verschijnselen zullen zien die ze wel als
bovennatuurlijk moeten beschouwen, zullen ze zich laten misleiden en
die aanvaarden als de grote kracht Gods.” (De grote Strijd, p.506)
Velen die geconfronteerd
worden met het bovennatuurlijke, zijn geneigd dit te aanvaarden als van
God en aanvaarden de boodschap alsof die gegeven is door een hoger
gezag dan de Schriften. (zie Patriarchen en Profeten p.622)
Het spiritisme is het
meesterwerk van satans bedrog. Het benadert de mensen op hun meest
kwetsbaar emotioneel vlak.
“Boze engelen komen in de
gedaante van hun geliefden (die gestorven zijn) en vermelden voorvallen
die met hun leven te maken hebben, terwijl ze dingen doen, die ze
tijdens hun leven hebben gedaan. Op deze wijze brengen ze de mensen
ertoe te geloven, dat hun dode vrienden engelen zijn, die boven hen
zweven en met hen in contact staan. Deze boze engelen, die doen alsof ze
de overleden vrienden zijn, worden met een bepaalde afgoderij beschouwd,
en voor velen weegt hun woord zwaarder dan Gods woord.” (Ellen White,
Signs of the Times, 26 aug, 1889)
De Bijbel voorzegt dat
mensen de waarheid zullen verwerpen en gehoor zullen geven aan
verleidende geesten en leringen van duivelen (1 Tim.4:1). Het boek
Messengers vermeldt dat in de laatste 175 jaar deze grote voorvallen
van contacten met de doden met toenemende regelmaat hebben
plaatsgevonden. De Mariacentra zijn heiligdommen voor miljoenen mensen
geworden.
De sneltrein van
het spiritisme naar de hel
Klaarblijkelijk
probeert de duivel de wereld te bedriegen en miljoenen in zijn greep te
krijgen eer de late regen komt en de luide roep wordt gehoord. Ellen
White zag in een visioen de snelle verspreiding van het spiritisme en de
kalmte van hen die bedrogen worden terwijl zij zich bevinden in de trein
van de duivel.
“Ik zag de snelheid
waarmee deze misleiding (het spiritisme) zich verspreidde. Een trein met
rijtuigen werd mij getoond, die zich voortspoedde met de snelheid van
het licht. De engel zei dat ik goed moest opletten. Ik hield mijn ogen
gericht op de trein. Het leek alsof de gehele wereld aan boord was. Toen
toonde hij mij de conducteur, een knappe, statige man, naar wie alle
passagiers opzagen en hem eerbied toonden. Ik wist niet wat ik er van
moest denken en vroeg mijn begeleidende engel wie hij was. Hij zei: `Dat
is satan. Hij is de conducteur in de gedaante van een engel des lichts.
Hij heeft de wereld gevangen genomen. Zij zijn overgegeven aan een
kracht der dwaling, dat zij een leugen zouden geloven, opdat zij
veroordeeld mogen worden. Deze man, de volgende in rang onder hem, is de
machinist, en nog andere van zijn agenten worden in verschillende
hoedanigheden gebruikt naar dat hij ze nodig heeft, en ze reizen alle
met de snelheid van het licht naar de ondergang.’” (zie Eerste
Geschriften, p. 315,316)
Wij hoeven ons niet in de
trein naar de hel te bevinden. God heeft ruimschoots voorziening
getroffen door Zijn Woord, opdat wij de waarheid zouden kennen. Hij
heeft ons gewaarschuwd voor de duivel en zijn bedriegerijen. Wij kunnen
zien dat de duivel precies datgene doet wat ons gezegd is dat hij zou
doen - zijn boze engelen gebruikt hij om te doen alsof ze door de doden
spreken. En de wereld valt in heel grote mate voor dit bedrog. De trein
wordt steeds voller en staat op het punt het station te verlaten op weg
naar de laatste wilde reis. Stap niet in die trein. Het is de
verkeerde trein!
(Uit het boek "De Zondag komt"
hoofdst.10 - G. Edward Reid)