DANIËL 4
Wachters over Bestemming Slaan
Waakzaam Gade.— De Here God
almachtig heerst. Alle koningen, alle volken behoren
Hem toe, en staan onder zijn gezag.
Zijn hulpbronnen zijn oneindig.
De wijze man zegt: "Het hart der koningen is in de hand
des Heren als waterbeken: Hij wendt
ze waarheen Hij wil."
Over hen, van wier handelingen de
bestemming van volken afhangt, wordt wacht gehouden met een
waakzaamheid, die geen rust kent, en wel door Hem, "die koningen
verlossing geeft," aan Wie
"de ganse aarde toebehoort" (RH 28 maart, 1907).
Nebukadnessar Grondig
Bekeerd.-- In het leven van Daniël was
het verlangen om God te verheerlijken de krachtigste drijfveer.
Hij besefte dat wanneer hij in aanwezigheid van invloedrijke mannen was
en naliet God te erkennen als de bron van zijn wijsheid, dit van hem een
ontrouwe rentmeester zou hebben gemaakt. En zijn gedurig erkennen van de
God des hemels voor koningen,
vorsten en staatslieden ontnam niet het minste gewicht aan
zijn invloed. Koning Nebukadnessar, voor wie Daniël de naam
van God zo dikwijls had geëerd, werd
tenslotte grondig bekeerd en leerde
de Koning des hemels loven, verheffen en eren (RH
II jan. 1906).
Een Warme en Welsprekende
Getuigenis.— De koning op de troon
van Babel werd een getuige voor God, die zijn getuigenis, dat warm en
welsprekend was, uit een dankbaar hart bracht, dat deel
had aan de barmhartigheid en genade, gerechtigheid en vrede van de
goddelijke natuur (YI 13 dec. 1904).
Nebukadnezars onder Gods
volk wier rede weggenomen wordt.
Wij leven in de laatste
dagen van de geschiedenis van deze wereld en wat betreft afval en het
loochenen van de waarheid behoeven wij ons nergens over te verbazen.
Ongeloof is nu een fraaie kunst geworden, waarmee mensen werken tot het
verderf van zielen. Er is een voortdurend gevaar van geveinsdheid in
predikanten, wier leven in tegenspraak is met de woorden die zij
spreken; maar de stem van waarschuwing en vermaning zal gehoord worden
tot aan het einde van de tijd; en zij die schuldig zijn aan handelingen
die nooit verricht moesten worden, zullen, wanneer zij terecht gewezen
en geraden worden door de aangewezen dienstknechten van de Here, de
boodschap weerstaan en weigeren om te worden terchtgewezen.
Zij zullen doorgaan zoals
Farao en Nebukadnezar, totdat de Here de rede wegneemt en hun harten
ongevoelig worden. Het Word des Heren zal tot hen komen; maar als zij
verkiezen om het niet te horen zal de Here hen verantwoordelijk houden
voor hun eigen ondergang. (4 B.C. 1170 - E.G.White)