De aarde zucht en zij verkwijnt En eindigt waar zij eens verdwijnt, Met haar mogen wij meelopen En op de herschepping hopen.
Wij houden ons ver uit de buurt, Waar het kwaad zich dagelijks vuurt, Maar, vertoeven op de wegen, Bezaaid met Gods Rijkste Zegen.
De Heer, ziet dat woeste golven, Beuken op elke geknakt riet, Maar, zij raken niet bedolven, Daar de Geest in troost voorziet.
Rollen zij aan hoog en heftig, Met een zeer verwoestende kracht, Dan zegt de Verlosser, plechtig: “Zwijg, wees stil”- en toont Zijn macht.
Dank U Heer, voor het Profetisch Woord, Dat wordt vervuld, gezien, gehoord
Schenk bovenmenselijke kracht, Aan wie vertwijfeld zoekt en wacht.
Yvette Jack-Duncan
|