Als schapen dolen wij soms rond En komen vaak obstakels tegen Op onverwachte ruwe wegen Heer, leid ons weer naar effen grond.
Uw liefde is zo groot o Heer Door U zijn wij aangenomen Gij werd ons, een onderkomen Aan U zij lof en eer.
Gij kent elk afloop van het begin En koestert, ook zult Gij bewaren, Uw volk dat als één grote schare U zal aanbidden, één van
|