Gij zijt de hoop die ons verblijdt En onze noden blijft verstaan Gij zijt het die het hart bereidt Om in het geloof verder te gaan
Als regen die de aarde drenkt Die droog en dorstig is Zo voedt het Woord van God de mens Die koud en duister is.
Zoals een vriendelijk gebaar Een glimlacht zal verwekken En geeft het Woord van God veel moed Om vredig te vertrekken.
|