De tweede dood verloor elke kracht, Omdat Gij zei: “Het is volbracht” En wie uw liefde accepteert, Wordt door de vijand niet verteerd.
Als ik geknakt bent als een riet, Bemerkt Gij steeds het zielsverdriet, Geef dat ik daarom bij elk plaag, Bij U, o Heer, om redding vraag
Geef dat ik dagelijks ontvang, Uw vrede waar ik naar verlang, En berg mijn leven in U Heer Want het gevaar loert in het verkeer.
|
|
|