Medepelgrims,
Het leven van de Heer op aarde is iedere dag opnieuw doelbewust geweest en het is Zijn diepste verlangen dat wij,, als Zijn volgelingen een vruchtbaar geloofsleven leiden.
In Matteüs hoofdstuk 4 vers 18, lezen wij dat de Heer Zijn 2 eerste volgelingen roept met een belofte: Ik zal U vissers van mensen maken.
Vanaf dat ogenblik zijn alle ware gelovigen, op een of andere manier vissers van mensen geworden. Wij denken bijvoorbeeld aan uitspraken van onze Heiland zoals; Gij zijd het licht der wereld, het zout der aarde en ook nog blijvende vruchten dragen.
De Heer maakt het ons duidelijk dat het volgen van Hem consequenties met zich meebrengen. Zo streven wij ernaar trouw te zijn en te blijven vasthouden aan de voorwaarden van onze geestelijke roeping. Als wij dankbaar zijn dat wij willen en kunnen geloven in de Heer, dan zullen wij Hem zeker diep liefhebben en zijn geboden en verlangens in ons dragen en uitdragen.
Het hoeft geen zware opdracht te zijn om inhoud aan onze geestelijke roeping te geven omdat de Heiland alle mogelijkheden, die de roeping, van ieder persoonlijk eist, verschaft.
Wij denken bijvoorbeeld aan de gaven van de heilige Geest, de talenten. De apostel Paulus heeft ons een zeer duidelijk beeld gegeven wat onze ware roeping inhoud. Het zou goed zijn als wij, ieder persoonlijk, het verslag lezen in de brief aan de Romeinen, hoofdstuk 12 vers 1 t/m 21. Het is werkelijk het weten waard, maar het vereist wel onze volledige aandacht, vooral vers 3.
Waarom vers 3? Omdat het uitdragen van uw mate van geloof uniek is. Omdat iedereen van God zelf zijn eigen hoeveelheid aan talenten krijgt. Dat houdt onder meer ook in, dat vergelijkingen maken onwijs is. Wij bidden dat de heilige Geest, de geestelijke gaven in ons, in goede banen kan leiden, door onze openheid naar Hem toe.
AMEN.
|