Heer, er dreigt gevaar, waar kan ik heen?, Mijn ogen kijken omhoog naar de bergen, Ik weet ik ben niet alleen. U bent mijn schuilplaats Heer U bent mijn vaste rots.
De Heer, schiep de hemel en de aarde, Dezelfde Heer die zijn Volk bewaarde, Hij zou niet toestaan dat wij wankelen, Want de Heer is uw schaduw aan uw rechterhand.
Al is de nacht zo koud, ik hoef dit niet te vrezen Want de hitte van de dag weet Hij te keren. Hij weet dat ik Hem lief heb en zal mij bewaren Degenen die bij Hem schuilen, Zijn altijd gewaarborgd tegen gevaren.
|
|
|