De leerlingen van Jezus begrepen niet onmiddellijk welke goddelijke bedoeling achter de dood van Jezus school. Toen Johannes de Doper door goddelijk inzicht de woorden sprak: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29), vroegen de mensen die hem aanhoorden wat dat zou kunnen betekenen. Tijdens zijn actieve loopbaan verwachtten de leerlingen dat Jezus zou gaan optreden als een politieke Messias, die de joden zou gaan bevrijden van het juk van de gehate Romeinen.
Zij waren verbijsterd door Jezus onbegrijpelijke voorzeggingen van zijn naderend lijden en zijn dood in Jeruzalem (Matteüs 16:21-23; 20:17-19).
Het was pas na de opstanding dat zijn volgelingen gingen begrijpen wat het kruis betekende in het plan van God.
Ellen White schreef: ‘De werelden die niet in zonde waren gevallen en de hemelse engelen hadden met grote belangstelling toegezien hoe de grote strijd zijn einde naderde. Satan en zijn coalitie van het kwaad, de legioenen afvalligen, keken ook gespannen toe bij deze crisis in het verlossingswerk. De machten van goed en kwaad wachtten af wat het antwoord zou zijn op het driemaal herhaalde gebed van Christus. De engelen hadden graag verlichting willen brengen aan de lijdende Christus, maar daar was geen sprake van. Er was geen uitweg voor de Zoon van God.
In die verschrikkelijke crisis – het moment waarop de geheimenisvolle beker trilde in de hand van de lijdende Christus, opende de hemel.
Er scheen een licht te midden van de dreigende duisternis van dit crisisuur, en de machtige engel die in Gods aanwezigheid verkeert en de plaats bekleedt die ooit door satan werd ingenomen, kwam Christus te hulp’ (De wens der eeuwen, blz. 693).
God wil bij ons wonen –lezing - 2011)
|