Heer God wanneer ik voor U kniel, Is dat alleen in Jezus Naam, Zuiver mij dan van alle blaam, Dat nu nog kleef aan hart en ziel.
Geef dat ik trouw aan Uwe wil, De aan mij verleende tijd, Met kennis, raad en onderscheid, Gestalte geef en niet verspil.
Mijn God, als golven ongekend, Zich tegen mij zullen verheffen, Geef dat ik door Uw Zoon zal treffen, Daden waarin U wordt erkend.
Dank dat ik elk onzichtbaar pad, Met de Heer Jezus mag belopen, Om in vrede te blijven hopen, Zo word ik geestelijk niet mat.
Geef dat de woorden uit Uw mond, Beslissend voor het eeuwig leven, En door Uw Geest aan mij gegeven, Mij dragen in het nieuw verbond.
Moge mijn leven en mijn lust, Zijn mijn God, U te behagen, En door Jezus wil ik vragen: Leid mij naar Uw heilige rust.
|
|
|