|
|
Heer gij leidt mij op uw wegen, Wat kom ik dan nog tekort. Dagelijks zie ik uw zegen. Rijkelijk op mij gestort Dank u dat ik blijf geloven, Dat gij mijn verlosser zijt Laat mij daarom niet beroven Van het heil mij toebereid.
Geef dat mijn geloof blijft groeien Als het mosterdzaadje Heer En gestadig kan opbloeien Door de rijkdom in uw leer Dank u dat ik blijf geborgen Met U in de Here God Dank u dat uw Geest wil zorgen Voor mijn geestelijk genot.
Ik smeek dat mijn mosterdzaadje Door de invloed van de Geest Tot het allerjongsten blaadje Tot uw eer zal zijn geweest Leer mij trouw zijn in het streven Om te groeien elke dag Dan zal ik de dag beleven Dat ik U, begroeten mag
|
|