|
|
Heer, Geef dat zachtmoedigheid mij siert, Ook als de leugens hoogtij viert, En ook als Uw barmhartigheid, Mij aanzet tot lankmoedigheid,
Ik dank u dat het eeuwige Woord, De vijand al de grond inboort De zwakken naar het leven leidt, En leugenaars de pas afsnijdt.
Gij maakt ons, mensen uit het slijk, Geestelijk klaar voor het koninkrijk Daarom, dank ik met blij gemoed, Voor de verzoening door Uw bloed.
Geef dat ik dagelijks versmaad, Elk woord dat zicht ontkiemt tot kwaad, En dat Uw Geest mij toevertrouwd Mijn geestelijke leven onderbouwt.
|
|