|
|
 |
Is het niet leuk om een cadeau te zien, in glimmende verpakking, met jouw naam erop? Heb je ooit geprobeerd te raden wat er in jouw cadeau was voordat je het openmaakte?
Ik vond ooit, een week voordat ik jarig was, een cadeau met mijn naam erop. De doos was niet erg groot, maar wel zwaar. Ik schudde het een beetje en er rammelde iets binnenin. Dus schudde ik het wat meer en het rammelen werd ook meer. Maar nog steeds wist ik niet wat er in zat. Dus schudde ik het heel hard en dit keer hoorde ik veel gekletter. Het klonk eigenlijk alsof het brak in honderd stukken! Ik schoof het snel weer onder het bed en liet het verder met rust.
Toen mijn verjaardag was aangebroken, opende ik eerst mijn andere cadeaus. Dat was leuk, maar ik maakte mij intussen zorgen over dat laatste cadeau. Wat was het? En was het helemaal in stukjes? Tot slot scheurde ik het papier eraf en maakte ik voorzichtig de doos open. Het was een zaklamp! Nou, het waren de delen van een zaklamp. Maar het was niet kapot. Ik deed de batterijen erin, schroefde de bovenkant erop en het werkte prima.
Ik hield veel van die zaklamp, want ik wist wat het betekende. Wanneer het nu tijd was dat er iemand naar de schuur moest gaan om de koeien te controleren of naar de kippen moest gaan in het donker, dan mocht ik dat doen. Ik wist dat nu ik dit cadeau had gekregen ik een belangrijke taak had.
We hebben het eerder gehad over hoe een lichaam ogen, oren, handen en voeten nodig heeft om goed te functioneren. We hebben ook geleerd dat Gods kerk als een lichaam is: er zijn verschillende soorten mensen nodig zodat het goed kan werken.
God geeft al de mensen in Zijn kerk speciale talenten, speciale dingen die ze kunnen doen. De Bijbel noemt dit gaven. Het zijn als cadeaus van God die je niet meteen kan openmaken. Sommige kan je openmaken terwijl je opgroeit, sommigen weer veel later. Er zijn veel taken die gedaan moeten worden als de kerk het werk doet dat Jezus ons als taak gaf. Wanneer alle mensen in de kerk hun speciale gaven samen gebruiken, dan heeft iedereen plezier en doen ze het werk van Jezus.
De Bijbel zegt: ‘We hebben allemaal verschillende gaven….De persoon die de gave van profetie heeft, moet dat gebruiken in overeenstemming met het geloof. Wie de gave van dienen heeft, moet dienen. Wie de gave van onderwijzen heeft, moet onderwijzen. Wie de gave van anderen aanmoedigen heeft, moet aanmoedigen. Wie de gave van geven aan anderen heeft, moet vrijmoedig geven. Wie de gave heeft om een leider te zijn, moet hard zijn best doen om een goed leiding te geven. Wie de gave heeft om genade te schenken aan anderen, moet het dan met een blij hart doen.’ (Romeinen 12:6-8)
Het zou kunnen dat je nog niet weet welke gaven God jou heeft gegeven, maar Hij heeft ze al verpakt en je naam erop gezet. Wanneer je zult zien welke speciale gave jij hebt, dan zal je weten welk werk God wil dat jij moet doen.
Samenvatting
God geeft een ieder van ons speciale gaven of talenten zodat wij voor Hem kunnen werken.
|
|
