|
|
O Heer, vanuit de diepte van mijn hart roep ik U aan, Waarom luister U Heer niet naar mijn roep en hoor mijn smeken. Heer mijn zonden zijn ontelbaar ook mijn gebreken. Daarom vraag ik u oh Heer mij mijn zonden te vergeven, Heer ik heb u lief, zonder uw liefde heb ik geen bestaan
U bent groot oh Heer, uw naam zij geprezen, Ik wacht geduldig op u Heer, al heel mijn leven. Oh Israël, wacht geduldig op uw Heer, Want hij is machtig en genadig, Wacht op de Heer zijn naam zij geprezen
Ik zet mijn hoop op God de Vader, Mijn redding is nabij, Van zonde en van schuld maakt Hij mij vrij. Oh Israël de Heer zal je redden uit alle nood, Dat heeft hij zijn volk beloofd
Iedereen die Hem aanroept redt Hij van alle zonden Hij verlost zijn trowe volk en heelt alle wonden Prijs de Heer, Prijs de Heer, Zijn naam is groot
|
|